Symbolen
Afkorting
In het dagelijks taalgebruik is een symbool een teken dat naar iets anders verwijst.
- Een hartje is symbool van de liefde.
- C staat voor het scheikundig element Carbon, koolstof,
- π is het teken voor het wiskundige getal pi.
- Een
staat voor gelovig of christelijk1.
- Een rond bord, rood met witte balk betekent verboden in te rijden.
Kenmerkend voor symbolen is dat hun betekenis min of meer vast staat2. Ze zijn eenduidig. Degene die ze gebruikt, gaat er vanuit dat de ontvanger weet wat ermee bedoeld wordt. Anders komt niet over wat hij ermee zeggen wil. Symbolen zijn een soort afkortingen die woorden overbodig maken.
Uitbreiding
Juist dit woord symbool is zo geschikt voor de bijzondere ervaringen waarin zich iets van de overkant, het transcendente, de wereld van God meldt. Dus niet als afkorting voor iets wat bekend is, maar als uitbreiding voor iets wat verrassend is.
Een voorbeeld om dit duidelijk te maken: de maaltijd
.jpg)
afb 33, bestek en bord: symbool voor een maaltijd (Freepik)
Maaltijd (1) is bv dat je samen aan tafel zit, wat praat, een paar boterhammen eet, met een kopje thee erbij. Vaak is het niet meer dan dat: sleur, routine, gewoonte. Met hart en hoofd zitten we niet aan tafel; onze gedachten zijn bezig met wat er zonet gebeurde op kantoor, of met het proefwerk straks op school.
Maaltijd (2) is een ander verhaal. Soms gebeurt het dat je getroffen wordt door het licht dat op tafel valt, de goede sfeer met je tafelgenoot, de geur van het brood, de smaak van het beleg en de rust van het moment. Dan voel je je rijk en bevoorrecht. Je weet diep van binnen: dit is waar het op aankomt in het leven, niet dat gehaast en gestress. Even proef je iets van hoe het leven ook kan zijn. Iets van het ware leven, van Gods nieuwe wereld meldt zich. In de woorden van de Aäronitische zegen (Num 6: 24 - 26) : de HEER doet zijn aangezicht over je lichten, Hij verheft zijn aangezicht over je. Je ervaart genade, er is vrede.
- En je verlangt naar die wereld waar overvloed is en niemand te kort komt.
- Je beseft: ik moet dit niet brood niet wegwerken, maar met aandacht opeten.
- Je weet: ik moet me niet propvol eten, maar niet meer dan nodig is.
- Je voelt compassie met de vele mensen die honger en gebrek hebben.
Deze (tweede) maaltijd is meer dan een maaltijd. Die is ahw tot leven gekomen, tot een invalshoek voor God geworden.
Past daar dit symbool bij
.jpg)
Herkomst
De etymologie verklaart het woord symbool als een samenstelling van sun (samen, bij elkaar) met ballein (werpen, gooien, treffen). Dus: bij elkaar leggen, aan elkaar passen (van twee helften). Heel vroeger was er nl de gewoonte om een ring, een schrijftafeltje of iets anders in tweeën te breken. Ieder kreeg dan een helft. Als je elkaar dan jaren later weer tegenkwam en je was onzeker of hij/zij wel echt die ander is, of echt namens die ander gezonden is, dan haalde je allebei je helft te voorschijn. Je legde de twee helften met de gebroken kant tegen elkaar. Wanneer ze als puzzelstukjes goed op elkaar aansloten, wist je: hij/zij is het. Een symbool was oorspronkelijk een herkenningsteken.
Zo zit al van oudsher aan een symbool dezelfde dubbele betekenis van
- afkorting: het is maar gewoon een helft, de platte verwijzing naar bekende zaken: een halve ring - maaltijd (1) en hieronder wonderen-tekenen (1), God (1)
- uitbreiding: er hoort een tweede helft bij, dan komt een nieuwe, onbekende betekenis naar voren: hij is het - maaltijd (2) en hieronder wonderen-rtekenen (2), God (2)
We missen veel en zelfs het allermooiste van het geloof als we de Bijbelse woorden, spreuken, metaforen, gelijkenissen en kerkelijke rituelen enkel in afgekorte betekenis nemen. In die benadering verwijst bv de regenboog naar het bekende verhaal van de zondvloed (Gen 6 - 8). Maar dat is slechts de ene helft, er hoort een tweede helft bij: de regen die ophield te vallen, de aarde van stof en vuil schoongewassen, de wijde boog in de wolken, de zachte kleuren van rood tot violet het kan je ontroeren en vertellen van God die het nooit opgeeft op deze aarde zijn Koninkrijk te brengen. Pas als het zover komt heeft het zien van de regenboog zijn symbolische functie vervuld.
Voorwaarden
Om die tweede helft van de regenboog of van een maaltijd te zien of van enz, moet je uiteraard weten wat wel en niet bij God past. Dus de Bijbelse verhalen kennen en in het bijzonder de betekenis van Jezus’ lijden, dood en opstanding.
Als je dat ziet, beleeft, gelooft als het sleutelverhaal voor je leven, onderga je zelf ook een verandering: van minder ik-zuchtig, naar meer liefdevolle openheid. Die verandering of ommekeer stelt je in staat om ook aan de volgende voorwaarde te voldoen: niet alleen gebruik te maken van de vermogens van je linker hersenhelft (taal, logica, discursief, technisch - objectiverend denken), maar vooral ook om je talenten van je rechter hersenhelft ( beelden, fantasie, gevoel, associatief - participerend denken) in te zetten.
De twee helften van symbolen hangen samen met de beide hersenhelften!
Wonderen en tekenen
Bij de wonderen die Jezus doet, zie je ook die twee helften.
- Wonderen - tekenen (1) Zo op het oog zie je hoe een verlamde weer loopt, een dove weer hoort. Maar als we niet verder zien dan dat zijn de wonderen gewoon kunststukjes of mirakelen die ons verbluffen. Dat is echter veel te beperkt. Het gaat om meer. Er is een tweede helft:
- Voor wie gelooft en met zijn hart kijkt, breekt in en door die wonderen Gods nieuwe wereld door in onze wereld (zo bij Mat, Mc en Luc)4. Dat is wonderen - tekenen (2).
God
Het woord God is ook symbolisch, dwz je kunt het woordje God gebruiken als afkorting of als uitbreiding.
God (1) staat voor het logische, rationele Godsbeeld van de natuurlijke theologie en de algemene openbaring. God is dan zoveel als de eerste Oorzaak, de Schepper, het Opperwezen, het Zijn dat alle zijnden laat bestaan en alle gebeuren laat geworden. De God van de filosofen die zich afvroegen wie of wat aan de basis staat van zon, maan en sterren, de aarde met planten en dieren, de mensen en hun lotgevallen. God als verklaring. God als de Eindverantwoordelijke. Dat Godsbeeld roept altijd vragen en waaroms, moelijkheden en protest op.
Maar wie gelooft in de God van Jezus ontdekt dat Gods nieuwe wereld zich soms zomaar toont in onze alledaagse, gebroken wereld. Het is 'zien, soms even'5. Hij weet/voelt dat God allesbehalve een verklaring van de werkelijkheid is. Hij is erbij en doet dromen van een nieuwe, andere, gave wereld. Hij wekt het verlangen naar vrede op aarde en gerechtigheid voor ieder die tekort komt. Hij inspireert om het goede te doen, te hopen, te volharden en sterkt om een kruis te dragen. Zo ontfermt Hij zich over zijn mensenkinderen. Dat is de tweede, uitgebreide betekenis van het woordje God: de verborgen Aanwezige, het geheim van de werkelijkheid.
Zonder deze tweede helft is het spreken over God diepzinnig gefilosofeer, afstandelijk dogmatiek, vrome prietpraat. Daar komt de ware, levende God niet in mee. Als je het echt voor de kiezen krijgt, heb je er niets aan. (Pascal, Kierkegaard eva)
Symbolen6
Welke dingen kunnen nog meer God en mensen bij elkaar brengen? Daar is een lange lijst van te maken. Daar mogen niet aan ontbreken: een liturgie waar 'het heilige gebeurt', een viering van het avondmaal, een bediening van de doop, een preek die je hart en ziel bereikt, een toevallige gebeurtenis, de geboorte van een kind, een tekst uit de Bijbel, het gelaat van een ander, een gebed in stilte, enz, enz
-----
1 Dat is niet altijd zo geweest; In de eerste eeuwen van haar bestaan was het kruis een te gruwelijke realiteit om als symbolisch herkenningsteken gebruikt te kunnen worden. De betekenissen van woorden en symbolen ondergaan in de loop van de eeuwen veranderingen. lit: A.C. Bronswijk, Het kruis. Biografie van een symbool.
2 Volgens de semiologie of semantiek die tekens en hun betekenissen bestudeert, zijn er behalve symbolen ook nog andere tekens. C.S. Peirce onderscheidt
- index (Lat wijsvinger): het teken wijst op een object. Bv vuur wijst op rook
- icoon: (Lat ) er is een grote overeenkomst tussen teken en het betekende. Bv een landkaart lijkt op het geografische land.
- symbool: de overeenkomst tussen teken en het betekende is een kwestie van gebruik, afspraak, willekeur. Voor het getal 3,1415...had ook een ander teken dan π gekozen kunnen worden.
4 Of zoals bij Joh: om het geheim van zijn persoon te laten raden: in hem is God; Hij is de Zoon van God.
5 Huub Oosterhuis, in het gelijknamige boek, p 10: Dit dat ja nee voortjagend voortgedreven / niet kunnen willen toch zo moeten leven / overal nergens niemand op het spoor / Dan jij, ik hoor je stem, ik zie - soms even.
6 Een symbool is een zintuiglijk waarneembaar beeld of voorwerp dat iets abstracts uitbeeldt. (N. van der Sijs (2010), Nederlandse woorden wereldwijd, Den Haag) Bv de rood-wit-blauwe vlag is te zien en te tasten en verwijst naar het abstracte begrip Nederland. Symbolen heten daarom ook wel zinnebeelden. Dat woord is ontleend aan het Duits: Sinnbild en daarmee werden het klassieke emblema en symbolum vertaald.
- Emblema = inlegwerk of mozaïek en reliëf op vazen (Lat). Het gaat terug op het Griekse emblèma = het ingezette gedeelte.
- Symbolum = (geldelijke) bijdrage aan een gezamenlijke maaltijd. Dus bijpassen, daar herkennen we nog het oorspronkelijke 'bij elkaar leggen' in, een herkenningsteken (Gr).
terug
Achtergronden
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 2) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk DL = Dordtse Leerregels eva = en vele anderen GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HTB = Het Boek HSV = Herziene Staten Vertaling ID = Intelligent Design Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament PM = Post Modernisme PKN = Protestantse Kerk Nederland Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitsrpaken van Jezus RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2) vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3) vC = voor Christus WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = antitthetisch parallellisme |