Ruth 4


Voor verdeling en onderverdeling en achtergronden, klik hier

Ruth 4: 1v
1 Boaz was intussen naar de poort gegaan en daar gaan zitten. Toen kwam de man voorbij over wie hij gesproken had – zijn naam is niet van belang – en hij zei: ‘Kom hier even bij me zitten.’ De man deed wat hem gevraagd werd. 2 Ook vroeg Boaz tien stadsoudsten plaats te nemen, en ook zij gingen zitten. (NBV21)


De poort is de plek van belangrijke beslissingen. Dus ook voor de afspraak die Boaz met de andere losser maakt en voor zijn huwelijk dat hij straks aankondigt. Want zijn relatie met Ruth is meer dan een onderlinge afspraak: huwelijk en gezinsvorming zijn ook een publieke zaak.
De tien stadsoudsten dienen als getuigen (vers 9 en 11). Hun geheugen dient ahw als archief waarin de afspraken bewaard blijven.
Het is letterlijk een zitting: iedereen gaat zitten om rustig te overleggen en alles goed te kunnen zien en horen. Ondertussen lopen passanten door de poort de stad in en uit. Sommigen zullen even blijven staan (vers 4: de hier aanwezigen en vers 9 alle anderen, vers 11 anderen) om te zien wat hier gebeurt. De stadsoudsten zijn de rijkere, oudere mannen van aanzien die niet hoeven te werken, maar de tijd hebben voor rechtspraak en bestuur.


De andere losser blijft anoniem. In het Hebreeuws staat er peloni almoni. De twee woordjes betekenen hetzelfde, nl een zekere of iemand. Een goede vertaling is een zeker iemand. Wij geven het weer met NN1. Dat zijn naam niet genoemd wordt, is opvallend. Namen en hun betekenissen spelen in het boekje Ruth een grote rol. Maar juist van deze man vindt de schrijver het nodig die naam niet te vermelden. Het contrast met de naam van de man van Naomi (5) en van Ruth (vers 10) is groot: hun namen (Elimelech en Machlon) en die van Boaz (vers 11) blijven wel bewaard voor de toekomst; die van de onbekende losser niet omdat hij zijn plicht verzaakte. De weergave van de NBV21 ‘zijn naam is niet van belang’ treft inhoudelijk de kern van de zaak.
Ook is denkbaar dat de auteur niet noemde om de betreffende familie niet zwart te maken met zijn boekje.


Ruth 4: 3v
3 Toen zei hij tegen de man die ook als losser kon optreden: ‘Het stuk land van onze broeder Elimelech wordt door Naomi, die teruggekeerd is uit Moab, verkocht. 4 Ik meen dan ook u het volgende te moeten meedelen: U kunt het stuk land kopen ten overstaan van de hier aanwezigen en ten overstaan van de oudsten van het volk. Als u van plan bent uw rechten als losser te doen gelden kunt u dat doen, zo niet, dan moet u mij dat laten weten. U bent de eerste die hiervoor in aanmerking komt, en ik kom na u.’ ‘Ik zal mijn rechten doen gelden,’ zei de man. (NBV21)


Als iedereen zit, steekt Boaz van wal. Hij legt de kwestie uit, maar beperkt zich eerst tot alleen het land van Elimelech; Ruth en nageslacht voor Machlon kaart hij nog niet aan. Gaat hij ervan uit dat NN wel zal weten van Ruth? Of verzwijgt Boaz het om tactische redenen? Want zo lijkt het dat NN alleen maar hoeft te lossen, en dat er geen zwagerhuwelijk nodig is. Anders gezegd: Boaz wijst NN alleen op zijn rechten, niet op zijn plichten. Daardoor lijkt het een heel mooi aanbod. Dan komt straks de koppeling met het zwagerhuwelijk met een Moabitische vrouw als een lelijke tegenvaller. Een handigheidje van Boaz om NN van de deal af te doen zien?
Mooi is de toevoeging ‘onze broeder’ bij Elimelech. Het betekent niet dat Boaz en NN broers zijn van elkaar en van Elimelech, maar dat Elimelech als volksgenoot een broeder is: iemand met wie je verbonden bent, om wie je geeft en die je helpt als het nodig is.
NN heeft er wel oren naar: een stuk land erbij, dat is een buitenkansje. Want wie uit armoede moet verkopen, moet vaak genoegen nemen met een lage prijs.
NN zegt dat hij zijn rechten zal doen gelden. Zo blijft het land van Elimelech, het erfdeel in het beloofde land, toch in de familie. Voor de wetgeving over deze dingen zie ook Num 27: 8 - 11.


Ruth 4: 5 – 8
5 Daarop zei Boaz: ‘Wanneer u het stuk land koopt van Naomi, koopt u het ook van Ruth, de weduwe uit Moab, en zal de naam van haar overleden man voortleven op zijn land.’ 6 Toen zei de man: ‘Dan kan ik mijn rechten niet doen gelden, want dat zou ten koste gaan van mijn eigen familiebezit. Neemt u het maar van mij over, want ik kan me dat niet veroorloven. 7-8 Koopt u het land maar!’ en hij trok zijn sandaal uit. (Als vroeger een dergelijke koop of ruil rechtsgeldig gemaakt moest worden, bestond er in Israël het gebruik dat men zijn sandaal uittrok en die aan de ander gaf. Zo werd een dergelijke zaak in Israël bekrachtigd.) (NBV21)


Dan maakt Boaz duidelijk dat wie het land van Elimelech / Naomi koopt, het ook overneemt van hun gestorven kinderen en dus van Ruth die met Machlon getrouwd was. Omdat dat huwelijk zonder kinderen bleef, stelt Naomi (zo zegt Boaz) de eis van een zwagerhuwelijk met Ruth. NN moet bij haar kinderen verwekken zodat de naam van Machlon verbonden blijft aan dat stuk land. Dat gaat NN te ver. Het land is opeens te duur om te kopen. Hij vreest dat zijn eigen familiebezit eraan gaat en dat daarmee zijn naam verdwijnt van de aarde. Of is hij bang dat er een zoon geboren wordt, aan wie hij in het jubeljaar de grond moet teruggeven? Eerst wilde NN wel lossen, maar nu kan hij opeens niet. Is dat gebrek aan karakter, of gaat het om hetzelfde belang als dat van Naomi: dat hij zijn erfdeel in het beloofde land niet op het spel kan zetten?
Boaz, die gezegd had dat hij na NN de volgende losser is, moet het land maar kopen en Ruth erbij nemen.

Het is meteen ook het eindbod van NN. Verder onderhandelen heeft geen zin. NN ziet af van zijn rechten en plichten zodat die naar Boaz overgaan. Door een sandaal uit te trekken en die aan Boaz te geven maakt NN het besluit geldig.
Het overhandigen van een sandaal is een oud gebruik. Je schoen ergens opzetten, bv op een stuk land betekent het in bezit nemen. Ps 60: 10 zegt dat de HEER zijn schoen werpt op Edom. Maw dat land is van Hem. Als Mozes de brandende braamstruik ontdekt en die wil onderzoeken moet hij zijn sandalen uitdoen want de grond die betreedt is heilige grond. Die is niet van hem, maar van de HEER. Hij mag die niet met zijn sandalen betreden alsof hij die plek zich zou toeeigenen. De sandalen uittrekken betekent in dit verband het omgekeerde: afstand doen van aanspraken op het land. Omdat dit gebruik kennelijk niet meer bekend is bij de lezers in de tijd dat de auteur het boekje Ruth schreef, geeft hij een korte uitleg te geven.
Toch is dat wel vreemd, want in de Tora, en nog wel bij het gedeelte dat handelt over het losserschap lezen we (Deut 25)
Als hij blijft bij zijn weigering om met zijn schoonzus te trouwen, 9 moet zij ten overstaan van de oudsten op hem afgaan, hem zijn sandaal uittrekken en hem in zijn gezicht spugen, waarbij ze hem toevoegt: ‘Zo vergaat het de man die zijn broer nageslacht onthoudt.’ 10 En bij de Israëlieten zal zijn familie bekendstaan als de familie Zonderschoen. (Deut 25: 9v NBV21).

Er zit wel iets van humor of ironie in dit gedeelte: van NN heeft niemand ooit meer wat gehoord. Maar uit Ruth's geslacht wordt David, de beroemdste koning van Israël geboren. De kinderen en kleinkinderen van NN zullen wel eens gedacht hebben aan de rijkdom, macht en roem waarin zij hadden kunnen delen als hun vader en opa anders (niet zo zuinig) had gekozen, maar de Torah ruimhartig en creatief had opgevolgd..

Ruth 4: 9v
9 Daarop sprak Boaz tot de oudsten en alle anderen die daar waren: ‘U bent er vandaag getuige van dat ik van Naomi het gehele bezit van Elimelech en dat van Kiljon en Machlon koop. 10 Daarmee neem ik ook Ruth tot vrouw, de Moabitische, de vrouw van Machlon, om de naam van haar overleden man te laten voortleven op zijn land. Zo zal zijn naam niet verloren gaan bij zijn verwanten en de inwoners van de stad. U bent daar vandaag getuige van.’ (NBV21)

Boaz gaat akkoord en maakt het publiek bekend: de oudsten en alle andere aanwezigen in de poort moeten dit weten.
  • Hij zal van Naomi kopen het gehele bezit van Elimelech en hun zonen (het lossen van schulden – Lev 25)
  • Hij zal Ruth tot vrouw nemen om de naam van Machlon in stand te houden (het zwagerhuwelijk – Deut 25).
Dit is ronduit groots van Boaz. Naar de letter van de wet is hij niet tot een zwagerhuwelijk verplicht. De wet verbiedt zelfs het huwelijk met een Moabitische. Maar Boaz weet wat er nodig is voor Naomi, Elimelech, Machlon, Kiljon en voor Ruth. Hij gaat boven de letter van de wet uit. Hij doet naar de geest van de wet. Hij handelt uit geloof, hoop en liefde.

Ruth 4: 11v
11 ‘Ja,’ zeiden de oudsten en allen die bij de poort aanwezig waren, ‘daarvan zijn wij getuige. De HEER geve dat de vrouw die in uw huis komt, zal zijn als Rachel en Lea, die beiden het huis van Israël groot hebben gemaakt, zodat ook u groot zult zijn in Efrata en uw naam in Betlehem zal voortbestaan. 12 Moge uw huis worden als het huis van Peres, de zoon van Tamar en Juda, en wel door de kinderen die de HEER u bij deze jonge vrouw zal geven.’ (NBV21)


De oudsten en andere aanwezigen reageren niet op de koop van het land, maar wel op het huwelijk van Boaz met Ruth en de kinderen die daaruit hopelijk zullen voortkomen. Zij maken geen enkel bezwaar tegen het gegeven dat zij een Moabitische is. Ze noemen het zelfs niet. Ze omschrijven haar als ‘de vrouw die in uw huis komt’. Ze wensen dat ze als Rachel en Lea zal zijn, de twee zussen, dochters van Laban, de vrouwen van Jakob. Hun twaalf zonen staan aan het begin van de twaalf stammen van Israël2. Moge Ruth een stammoeder worden als zij! Een mooiere wens is voor Ruth niet mogelijk. Deze wens is nog in gebruik in de Joodse wereld. Bji het begin van de sabbat zegenen vaders hun dochters met deze woorden (en hun zonen met ' Moge God je doen zijn als Efraïm en als Manasse'). In de liturgie van de kerk te Rome werden deze woorden als bruidszegen uitgesproken.
Ook voor Boaz zijn dit goede woorden: als deze wensen uitkomen, zal zijn huis groot worden in Efrata door de geboorte van kinderen en kleinkinderen en zijn naam zal verbonden blijven aan de stad Betlehem.

Ze onderstrepen hun wens van een groot huis door die met een variatie te herhalen. Nu dient het huis van Peres als voorbeeld, de zoon van Tamar en Juda( Gen 38)3
. Blijkens het geslachtsregister (vers 18 – 21) is Perez een van de voorvaderen van Boaz, nl zeven generaties terug.

Het grote huis, dwz veel en roemrijk nageslacht is geen menselijke prestatie. Natuurlijk moet Boaz wel zijn echtelijke plichten vervullen, maar het geluk afdwingen kan hij niet: kinderen zijn een geschenk van de HEER. De verzen 13 en 14 maken dat ook duidelijk.

Opnieuw blijkt het leeftijdsverschil tussen Boaz en Ruth die hier als in 2: 5 ‘een jonge vrouw’ wordt genoemd.

Ruth 4: 13 – 17
13 Daarna nam Boaz Ruth bij zich, zij werd zijn vrouw, en hij sliep met haar. De HEER liet haar zwanger worden en ze baarde een zoon. 14 De vrouwen zeiden tegen Naomi: ‘Geprezen zij de HEER, die jou vandaag iemand gegeven heeft die voor je zorgen zal. Moge zijn naam in Israël blijven voortbestaan! 15 Hij zal je je levensvreugde teruggeven en je onderhouden als je oud bent, want je schoondochter, die je liefheeft en die meer waard is dan zeven zonen, heeft hem gebaard.’ 16 Naomi nam de jongen op haar schoot en bleef hem vanaf dat moment verzorgen. 17 De buurvrouwen gaven hem zijn naam. ‘Naomi heeft een zoon gekregen,’ zeiden ze, en ze noemden hem Obed. Hij is de vader van Isaï, die de vader is van David. (NBV21)


De wensen van de oudsten en aanwezigen in de poort, allen mannen, gaan in vervulling: Ruth wordt zwanger en baart een zoon. De auteur vindt het niet nodig iets te vertellen over de negen maanden zwangerschap. Zo houdt hij de vaart erin.
Na de zes maten gerst (Ruth 3: 15) is het zaad van Boaz de zevende maat van de vervulling.

Na de mannen komen nu de vrouwen (14) aan het woord, dat zijn de vrouwen die in de buurt wonen (17 Hebr sjechenah). Zij herhalen dat kinderen een geschenk van de HEER zijn.


Opvallend: De belangstelling van de schrijver is nu geheel op Naomi gericht. De (buur)vrouwen zeggen tot haar - en niet tot Ruth - dat de HEER haar iemand (dit kind) gegeven heeft die voor haar zorgen zal. Hij zal haar weer levensvreugde brengen, zodat ze zich niet meer Mara (1: 20) hoeft te noemen. En als ze oud is zal hij haar onderhouden. Vandaar de naam Obed4 = dienaar, knecht. Hij is de redder van Naomi naar lichaam en ziel.
Ze zeggen erbij ‘aan Naomi is een zoon geboren’. Want dit kind is meer voor haar dan voor Ruth en Boaz omdat het de naam van Elimelech en zijn erfdeel in stand houden.
Het is Naomi die het kind op schoot krijgt en het zal verzorgen gedurende de kraamtijd. Later zullen de rollen omgedraaid worden en zal Obed voor Naomi zorgen (vers 14).
De (buur)vrouwen vergeten Ruth niet helemaal. Weliswaar zeggen ze niets tot haar maar ze prijzen haar aan bij Naomi als de moeder van Obed, de ‘schoondochter, die je liefheeft’ en ‘die meer waard is dan zeven zonen’. Een vrouw die meer waard is dan een man, is al bijzonder in het OT. De buurvrouwen zeggen dat Ruth meer waard is dan zeven zonen. Wat ze bedoelen is duidelijk: Ruth is van de grootst mogelijke waarde. Maar pastoraal gezien, zijn deze woorden ongelukkig gekozen.


Dan richt de schrijver zich tot ons, zijn lezers. Hij benadrukt het belang van Obed voor de toekomst: hij is de vader van Isaï, de grootvader van koning David.
Tenslotte
volgt een geslachtsregister van tien generaties waarbij verleden (Peres - Obed) en toekomst (Obed - David) met elkaar verbonden zijn.


Ruth 4: 18 – 21
18 Dit zijn de nakomelingen van Peres: Peres verwekte Chesron, 19 Chesron verwekte Ram, Ram verwekte Amminadab, 20 Amminadab verwekte Nachson, Nachson verwekte Salmon, 21 Salmon verwekte Boaz, Boaz verwekte Obed, 22 Obed verwekte Isaï, en Isaï verwekte David. (NBV21)

Omdat dit geslachtsregister niet Naomi noemt, maar wel Boaz, zijn er uitleggers die menen dat deze er later aan is toegevoegd. Maar dat is geen sterk argument. Vrouwen worden meestal niet genoemd in geslachtsregisters. En dit geslachtsregister van Peres via Boaz en anderen naar David is een zinvolle afsluiting van het boekje Ruth. Het happy end van de geboorte van Obed wordt verdubbeld door te laten zien hoe het geslacht van Boaz en Obed is uitgelopen op de grootste koning van Israël.

Vrijwel dezelfde namen en volgorde vinden we ook in het geslachtsregister dat Mat 1 van Jezus geeft. Een opvallend verschil is dat Mat in een aantal gevallen de moeders vermeldt. Luc 3 heeft een generatie meer5.

gespreksvragen
* Weet je nog meer rituelen met sandalen / schoenen?
* Waarom tien stadoudsten? en tien generaties? Wat is de symbolische waarde van tien?
* Is de wens van de mannen (dat Ruth als een stammoeder van heel Israël zal worden) uitgekomen?
* Doe jij dat ook wel eens: je kinderen zegenen? Met welke woorden? Wat wil je ze meegeven? Als je het niet doet: waarom niet?
* Zijn kinderen een geschenk van de HEER? Hoe beleefde je hun geboorte?
* Wat is er zo ongelukkig aan de 'troost' van de buurvrouwen?
* Wanneer is 'tel je zegeningen' wel gepast?



-----
1 Nomen nescio, ik weet de naam niet, naam onbekend.
2 Als je de vier kinderen van de twee bijvrouwen ook meerekent.
3 Juda was een van de zonen van Lea. Hij trouwde met een Kanaänitisch meisje en kreeg drie zonen: Er, Onan en Sela. Er trouwde met Tamar getrouwd, maar stierf kinderloos. Dan trouwt ze met haar zwager Onan, die echter weigert bij haar een kind te verwekken. Dan sterft hij ook. Nu zou Sela met Tamar een zwagerhuwelijk moeten aangaan, maar dat houdt Juda tegen. Daardoor dreigt Tamar kinderloos te blijven. Dan neemt ze het recht in eigen handen. Ze verkleed zich als hoer en laat Juda bij haar slapen. Zo krijgt ze toch kinderen: een tweeling Peres (baanbreker) en Zerach (Gen 38).
4 Later zou de Profeet Jesaja spreken van de Knecht (‘ebed) des Heren, en in die figuur zou nog weer later Jezus zichzelf herkennen.
5 Een kleine afwijking: Mat heeft Aram waar Ruth Ram heeft. 
Mat 1: 2 - 6 (10 keer verwekte, van Peres vooruit naar David)    Peres > Chesron > Aram > Amminadab > Nachson > Salmon > Boaz > Obed > Isaï > David

Lucas heeft in plaats van Aram twee namen Admin en Arni. Zo komt hij op 11 generaties. En hij heeft ook een kleine afwijking: Salma ipv Salmon.
Luc 3: 31 - 38 (11 keer zoon van, van David terug naar Peres)   David < Isaï < Obed < Boaz < Salma < Nachson < Amminadab < Admin < Arni < Chesron < Peres.

 
terug

Achtergronden


Artikelen over:
Geloof Kennis en Openbaring
Bijbel
Iets, God, opnieuw God
Israël, Volken, Christenen
Oude Tijd, Nieuwe Tijd
Oude Mens, Nieuwe Mens
Jezus
Passio, Pasen, Pinksteren

Kerk anno nu oa pastoraat en liturgie

Theologische Stromingen
Theologische Begrippen

 
 

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 2)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
ID = Intelligent Design
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PM = Post Modernisme
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vd = van de
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = antitthetisch parallellisme