(3) Echt gebeurd? wonderen


Aan 'echt gebeurd' zitten twee kanten. Het kan gaan 
(1) over voorvallen die mogelijk zijn, zoals het vertrek van Abram uit Ur.
(2) over voorvallen die tegen de natuur in gaan: wonderen als lopen op water.
In beide gevallen kun je je afvragen of de vertelde gebeurtenissen zich echt voorgedaan hebben, of dat er sprake is van gelovige verbeelding.
In deze blog over het tweede: wonderen.

Het onmogelijke (1)
Voor ons besef is een wonder iets dat niet kan en toch gebeurt.Dat is echter een typisch westerse opvatting van wonderen, die niet op de Bijbel past. Daar is het ruimer: In de Bijbel is een wonder
  • iets dat heel indrukwekkend, onverwacht en verrassend is
    Dus iets heel toevallligs zoals bv het droogvallen van de Rode Zee precies op het moment dat de gevluchte slaven daar aankomen. (Ex 14: 26 - 29).
    Wij noemen dat wel eens toevalswonderen.
  • iets dat tegen de natuurwetten ingaat.
    Bv als Jezus op de bruiloft in Kana water in wijn verandert (Joh 2: 1 - 11).
    Ook wel eens tegennatuurlijke wonderen genoemd.
Het onderscheid in toevalswonderen en tegennatuurlijke wonderen doet echter aan het Bijbels spreken geen recht. Daar vallen beide onder de categorie wonderen, tekenen en krachten.

Het onmogelijke (2)
Weten wij eigenlijk wat kan en wat niet kan? Vast weten wij daar nu meer van dan vroegere generaties, maar over 100 of 500 jaar is daar nog meer over bekend dan nu en ook daarna zal de ontwikkeling doorgaan.We hebben wel een redelijk vermoeden van de grote lijn: de natuurwetten zoals F=M.A en E=M.C2 gaan altijd op. Ze maken allerlei toepassingen mogelijk, zoals satellietnavigatie (GPS), waarop we helemaal vertrouwen. We hebben geen wegenkaart meer in de auto liggen. Maar niet alles is strikt voorspelbaar. Een deel van de werkelijkheid gedraagt zich grilliger. In de wereld van het hele kleine (kwantumfysica) gaat het probabilistisch toe. Andere terreinen zijn zelfs zo goed als onvoorspelbaar. Daar houdt de chaostheorie zich mee bezig. Kortom: wij weten niet hoe de materiële werkelijkheid in elkaar steekt en werkt. De menselijke geest is ons ook een raadsel: wat is bewustzijn? hoe kan dat uit levenloze stofjes tevoorschijn komen? Er zijn zelfs natuurkundige proeven waarbij blijkt dat de uitkomst afhankelijk is van het al dan niet aanwezig zijn van een waarnemer: geest beïnvloedt materie! (het zgn dubbele spleet experiment)

De gelovige
Voor wie gelooft is God actief, sprekend, handelend op de werkelijkheid van mens en wereld betrokken. Maar het is heel verschillend, hoe christenen zich die invloed voorstellen:
  1. Zit God achter alles wat gebeurt? (pantheïsme, panentheisme)
  2. Doet God alleen het goede en is Hij in een strijd met een tegenstander verwikkeld? (Dualisme)
  3. Kijkt God werkeloos toe hoe zijn schepping zich ontwikkelt? (Deïsme)
  4. Grijpt God af en toe op bovennatuurlijke en wonderlijke wijze in? (Theïsme)  Waarbij Hij 
    (a) de natuurwetten tijdelijk buiten spel zet (of) 
    (b) gebruik maakt van (ons nog onbekende) mogelijkheden in de natuurwetten.
  5. Werkt God als Geest in op hart en ziel van mensen? (Spiritueel)
  6. Werkt God door mensen die zijn wetten naleven? (Joods)
  7. Werkt God als mensen de invloed van de Bijbelse verhalen ondergaan? (Literair)
Tenslotte (8) zijn er christenen die bij deze dingen de hand op de mond leggen en zwijgen. Ze geloven dat God werkt op een voor ons mensen principiëel ondoorzichtige, verborgen manier. Het is daarom onmogelijk Gods invloed helder te omschrijven, laat staan in een systeem of natuurwet te vatten. Ik noem dit 'christelijk agnosme'.

Theodicee
Er is een grote gevoelsmatige moeilijkheid bij het denken over Gods invloed op de werkelijkheid en wonderen. Die komt voort uit het lijden van mensen: Als God werkzaam is en zelfs wonderen verricht, waarom doet Hij dan niet veel meer om het mateloze leed van mensen te stoppen? Daar is geen antwoord op te bedenken dat er voor ons gevoel mee door zou kunnen.
Voor velen is dit de reden waarom ze met de punten 1, 2, 3 en 4 hierboven niet uit de voeten kunnen. Ze kunnen zich een werking van God in het materiële onmogelijk voorstellen.
Ze kunnen zich Gods invloed wel indenken als invloed, kracht, gevoel of stem in hun innerlijke, geestelijke wereld, (hun hart, ziel of geweten). Ze kiezen in veel gevallen voor 5, 6 of 7.

Naar mijn idee is er echter geen goede reden om verschil te maken tussen een materiële wereld en een geestelijke wereld. Dat bleek hierboven ook al uit het dubbele spleet experiment. Bovendien vereist de geestelijke wereld van gevoelens, stemmingen, invallen, visioenen allerlei materiële dingen zoals eiwitten, zouten, zenuwbanen, elektrische spanning en stroompjes. Het geestelijke is er niet zonder het materiële. Als God op het geestelijke invloed uitoefent, doet Hij dat ook op het materiële, en omgekeerd. Er is geen goede reden te bedenken om alleen voor geloof, hoop en liefde te bidden en niet ook voor gezondheid, regen, vrede.

Christelijk agnosme
Om die reden kies ik voor (8) het christelijk agnosme. Dwz ik geloof met de Bijbel dat God een werking uitoefent op én mens (geest) én wereld (materie). Maar hoe en in welke mate, ontgaat mij.
Ik zie God niet aan het werk, ook niet ‘soms even’ (Oosterhuis). Ik vermoed wel eens iets, maar het kan ook wensdenken zijn.
Als ik God de Almachtige noem, is dat niet omdat ik geloof dat nu al alles volgens zijn plan verloopt3, maar omdat ik hoop dat op het eind van alles God degene is die alle touwtjes in handen zal blijken te hebben.


De Bijbel, met name het OT heeft gemeend toch wel iets te kunnen zeggen van Gods invloed op mens en wereld. Nl. door van een Verbond te spreken. Dat hield in dat het je goed gaat als je je van harte houdt aan de regels van het Verbond, en slecht als je dat niet doet. Maar hetzelfde OT maakt middels Job en Prediker duidelijk dat het tussen God, mens en wereld niet zo overzichtelijk toegaat. Uit de levens van profeten, Jezus, apostelen, martelaren en vele mensen van goede wil blijkt hetzelfde. Zo zit het niet.

Wonderverhalen
Opvallend aan het Bijbels spreken over wonderen, is dat deze nergens in twijfel worden getrokken. Men hield er destijds rekening mee, dat zulke verrassende dingen soms gebeuren konden. Als men dat meemaakte, dan riep dat doorgaans geen discussie of bestrijding op, maar verbijstering en vragen als ‘wie toch is deze’ (Mc 4: 41). Of men maakte de wonderdoener verdacht: Jezus zou in dienst van Beëlzebul staan (Luc 11: 15).

Echt gebeurd?
Of de wonderverhalen echt gebeurd zijn zoals ze in de Bijbel staan, is niet met zekerheid vast te stellen. Een antwoord wordt allereerst bepaald door het standpunt (geloof) over de werkelijkheid: Houd je wonderen voor mogelijk of neem je met de natuurkunde aan dat de werkelijkheid volledige materialistisch verklaarbaar is? Wie daarmee instemt, moet van alles wat tegen de natuur ingaat zeggen, dat het onmogelijk is en dus niet echt, letterlijk gebeurd is. Denk je daar ruimer over en houd je wonderen wel voor mogelijk, dan kun je de wonderverhalen beoordelen zoals je alle historische gebeurtenissen onderzoekt. Zo lijkt het me duidelijk dat Jezus vele mensen genas van ziekte en gebrek. Er zijn immers meerdere bronnen die daar onafhankelijk van elkaar over berichten4. Dat geldt in nog sterkere mate voor Pasen: het lege graf en de verschijningen zijn heel goed betuigd. 

Uitleg
Ik lees de wonderverhalen niet als bewijs voor de stelling, dat God (of Jezus) alles kan. Ik benader ze literair en let er op hoe ze verteld worden, in welk verband ze staan. En of je ze nu letterlijk of figuurlijk leest, altijd blijft de vraag wat de schrijver daarmee wilde zeggen en of je dat gelooft, of niet.5

De belangrijkste wonderverhalen in de Bijbel:
Omschrijving
 
Bijbeltekst
 
Opwekking 
gestorvene
Genezing
 
Exorcisme
 
Natuur
wonder
Tien plagen Egypte                 Ex 7: 14 - 11: 29v              
Droogvallen Rode Zee   Ex 14: 26 - 29             X
er volgen meer          
           
Uitdrijven onreine geest Mc 1. 21 - 28 en Luc 4: 31 - 37     X  
Genezing van een koortsige vrouw Mc 1: 29 - 31   X    
           
Water in wijn Joh 2: 1 - 116       X
Genezing zoon hoveling Joh 4: 46 - 546   X    
Genezing verlamde man Joh 5: 1 - 156   X    
Spijziging van de 5000 Joh 6: 1 - 136       X
Wandelen op water Joh 6: 16 - 216       X
Genezing blindgeborene Joh 9: 1 - 76   X    
Opwekking Lazarus Joh 11: 1 - 446 X      
























-----
1 Het onmogelijke kan per definitie niet gebeuren. Daarom moeten we een wonder niet definiëren als iets wat niet kan maar toch gebeurt.
2 Zelfs van sommige menselijke uitvindingen weten we dat niet (AI).
3 Dat doet het niet, anders zouden we niet bidden ‘uw wil geschiede, uw koninkrijk kome.
4 Bovendien horen we van wonderlijke genezingen en hele toevallige gebeurtenissen tot op vandaag.
5 Verslag van een leerhuis over wonderen.
 6 Opvallend is dat de wonderen in Joh vaak net iets groter zijn dan bij Mat, Mc en Luc. Is er sprake van verfraaiing of overdrijving?
terug

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 1)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
aw = aangehaald werk
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham)
DL = Dordtse Leerregels
dwz = dat wil zeggen
eva = en vele anderen
FB = FaceBook
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek)
HSV = Herziene  Staten Vertaling
HTB = Het Boek
ID = Intelligent Design
itt = in tegenstelling tot
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
P = Paulus of de brieven van Paulus
p = pagina of pagina's 
PKN = Protestantse Kerk Nederland
PM = Post Modernisme
P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84)
Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus
resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
SQE = Synopsis Quator Evangeliorum (bv SQE 37 = parallelle passages Mat 8: 14v // Mc 1: 29vv // Luc 4: 38v)
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2)
SVBS = Synopsis  Vlaamse Bijbelstichting (bv SVBS 57  = parallelle passages Mat 8: 14v // Mc 1: 29vv // Luc 4: 38v) vC =  voor Christus
vd = van de
vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3)

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme

 

 

×