Mc 1: 29 - 38
De rest van die eerste sabbat
Mc 1: 29 – 31
Toen ze uit de synagoge kwamen, gingen ze rechtstreeks naar het huis van Simon en Andreas, samen met Jakobus en Johannes. 30 Simons schoonmoeder lag met koorts in bed, en ze spraken met Jezus over haar. 31 Hij ging naar haar toe, pakte haar hand vast en hielp haar overeind. Toen verliet de koorts haar, en ze begon voor hen te zorgen. (NBV21)
Na de gebeurtenissen in de synagoge gaat Jezus rechtstreeks met zijn leerlingen – op dat moment zijn het er nog maar vier – naar het huis waar twee van hen wonen: Simon en Andreas. Bij hen in woont Simons schoonmoeder. Daaruit blijkt dat Simon getrouwd is. (niet celibatair als de Pausen die zich de opvolger van Simon/Petrus noemen). Marcus en de andere evangelisten vertellen niets over haar en hun evt kinderen (over de andere discipelen ook al weinig of geen persoonlijke omstandigheden). De haast is begrijpelijk. Ze is ziek, ligt te bed met hoge koorts. De vier discipelen spreken met Jezus over haar, is zij te ziek om zelf een woord uit te brengen? Na het exorcisme in de synagoge hopen of geloven ze dat Jezus haar ook wil en kan helpen. Dat blijkt inderdaad het geval. Jezus doet niets meer dan haar een hand geven om haar overeind te helpen en op te staan.
Deze koorts heeft niets met boze geesten te maken: er is geen exorcisme nodig. Dit is een ‘gewone ziekte’. De aandacht en zorg van Jezus is voldoende om haar te genezen. Ze staat op om Jezus en zijn discipelen te dienen (Gr diakoneoo): iets te eten en drinken aanbieden.
‘Ziek te bed liggen’ zou ook symbool kunnen zijn voor dood of bijna-dood. Als Mc dat bedoelt, dan laat hij hier al Pasen doorschemeren: Jezus redt van de dood.
Een psychologische interpretatie zou het te bed liggen kunnen opvatten als de zin van het leven niet meer zien (bv door een groot verdriet). Door Jezus’ hand, aanraking voelt de schoonmoeder zich geaccepteerd. Als hij haar overeind helpt ziet ze toch weer een taak voor haar weggelegd. Niet langer treuren, maar Jezus dienen, zijn beweging ondersteunen, leven voor het koninkrijk dat komt.
Er is al weer grote haast in dit stukje: twee keer staat er in de grondtaal het woordje euthus (terstond). De NBV21 vertaalt het in 29 met ‘rechtstreeks’ en geeft het in 30 (ze spraken terstond met hem over haar) niet weer.
Mc 1: 32 – 34
‘s Avonds laat, toen de zon al was ondergegaan, brachten de mensen alle zieken en bezetenen naar Hem toe; 33 alle inwoners van de stad hadden zich bij de deur van het huis verzameld. 34 Hij genas vele zieken van allerlei kwalen. Ook dreef Hij veel demonen uit, maar Hij stond ze niet toe om iets te zeggen, want ze wisten wie Hij was.(NBV21)
Zieken verplaatsen en genezen, dat mocht op de rustdag niet, tenzij levensgevaar dreigt. Maar als de zon onder is, is de sabbat voorbij. In de avond begint (naar Joods besef) de eerste dag van een nieuwe week. Het woordje euthus gebruikt de evangelist niet, maar de haast is er nog steeds: Zodra het maar kan, nog in het begin van de nacht brengen de mensen al hun zieken en bezetenen (de twee categorieën die men toen aanhield) naar Jezus. Ze hebben meegemaakt dat Jezus macht heeft over de geesten (in de synagoge) en gehoord dat hij zieken geneest (de schoonmoeder van Petrus). De andere dorpelingen komen ook, ze verzamelen zich bij de deur van het huis. (straks bij Jezus’ huis in Kapernaüm nog massaler, Mc 2: 1 – 12) Ze willen erbij zijn, zien en horen wat Jezus doe
Jezus geneest vele zieken en bezetenen. Er staat nu niet ‘alle’, al kan vele wel alle betekenen.
Weer stuiten we op het Messiaans Geheim: de demonen weten wie Jezus is – de Zoon van God (Mc 1: 1 en 11), maar Jezus verbiedt hun dat bekend te maken. Hij wil zichzelf presenteren in woord en daad en niet een label opgespeld krijgen waar de mensen zich van alles bij in het hoofd halen, ook dingen die helemaal niet bij Hem passen.
Mc 1: 35 – 38
Vroeg in de ochtend, toen het nog helemaal donker was, stond Hij op, ging naar buiten en liep naar een eenzame plek om daar te bidden. 36 Maar Simon en de anderen die bij hem waren, gingen Hem zoeken 37 en toen ze Hem gevonden hadden zeiden ze tegen Hem: ‘Iedereen is naar U op zoek!’ 38 Toen zei Hij: ‘Laten we ergens anders heen gaan, naar de dorpen hier in de omtrek, zodat Ik ook daar het goede nieuws kan verkondigen. Daarvoor ben Ik immers op weg gegaan.’ (NBV21)
De drukte voor de deur is kennelijk voorbij, de mensen zijn naar huis en naar bed gegaan. Jezus en zijn discipelen zijn ook gaan slapen. Maar Jezus niet voor lang. Vroeg in de ochtend, als het nog zeer donker is, staat Hij op om te bidden. Daarom verlaat hij het huis, naar een eenzame plek.
Jezus is niet voorgeprogrammeerd, Hij moest zijn weg biddend zoeken. Daarin is hij helemaal mens zoals wij dat zijn. Hij verschilt van ons daarin dat Hij voortdurend vraagt naast de weg die God met Hem voor heeft en die niet alleen wil gaan, maar ook metterdaad gaat.
Het is niet toevallig dat de evangelist drie bijzondere gebedsmomenten van Jezus vertelt, telkens op belangrijke kruispunten van zijn leven:
- Aan het begin, om zich te beraden welke weg Hij moet gaan. Na het gebed weet Hij: eerst een tijdlang in Galilea het goede nieuws brengen.
- Halverwege het evangelie (Mc 9:2vv) als hij zijn discipelen gaat uitleggen dat hij de weg van het lijden moet gaan en naar Judea – Jeruzalem vertrekt (Mc 10).
- Op het eind (Mc 14: 26. 32) in Getsemane, aan de vooravond van zijn arrestatie verhoor, kruisiging, dood en begrafenis.
Mc vertelt alleen het allernoodzakelijkste. Als lezers hebben we de vrijheid om de open plekken zelf in te vullen. Het volgende is een mogelijkheid:
De vier discipelen zijn wat later wakker geworden en ontdekken dat Jezus niet in huis is. Als het wat lichter is geworden gaan ze hem zoeken. Onderweg komen ze mensen tegen (uit andere dorpen?) die ook al naar Jezus op zoek zijn, om door hem geholpen te worden. Zij weten niet waar ze hem vinden kunnen. Dat Hij op een eenzame plek is om te bidden, komt niet in hen op. Bij de vier leerlingen wel. En inderdaad, daar vinden ze Hem. Het klinkt als een verwijt: ‘iedereen is naar u op zoek’. Maw: ‘hoe kon u ons nou in de steek laten?. U begrijpt toch wel, dat zieken en bezetenen en hulpbehoevenden u zoeken en hopen geholpen te worden?’ Denken de vier dat Jezus de drukte ontvlucht, niet meer genezen wil? Hebben ze geen idee van het belang van het gebed voor Jezus (en voor iedereen)? Als ze dat denken, zal het antwoord van Jezus hen verrast hebben: geen vlucht uit het evangeliseren - het bekend maken van het goede nieuws over het Rijk van God dat komt - maar juist ermee doorgaan. Nu het in Kapernaüm bekend is, wil Hij naar de dorpen in de omgeving. Dat was immers de taak waar Hij zich voor gesteld ziet. Zo zal Hij heel Galilea bereiken - zegt het volgende vers.
Gespreksvragen:
Bij Mc 1: 29vv
* Bidden wij voor onze zieken, ihb als ze dat zelf niet meer kunnen?
Bij Mc 1: 32vv
* Wat zijn de motieven van de dorpelingen bij de deur: op sensatie belust of nieuwsgierig? Is het uit medeleven met hun zieken en bezetenen? Of geloven ze?
* Wat spreekt jou meer aan: Jezus die zichzelf presenteert dmv gelijkenissen en wonderen, of een al langer bestaande titel als Messias, Redder, Heer, Zoon des Mensen?
* Wist je dat het Bijbelse ‘Gods Zoon’ en het kerkelijke ‘God de Zoon’ (uit de drie-eenheidsleer) verschillende titels zijn? Stelling: Beide titels zijn alleen te gebruiken als ze vanuit Jezus’ woorden, daden en lotgevallen worden ingevuld. Mee eens?
Bij Mc 1: 35-38
* Lukt het jou om zo te bidden dat je antwoorden krijgt: maw dat je duidelijk wordt welke weg God wel en welke weg Hij niet met je voor heeft?
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding aw = aangehaald werk BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham) DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen FB = FaceBook GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek) HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament P = Paulus of de brieven van Paulus p = pagina of pagina's PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra) RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme |