Inleiding
Vanuit het evangelie valt er nieuw licht op wat je verkeerd doet in je leven. Zonde blijkt veel meer te zijn dan een overtreding of fout die je maakt. Dat zijn maar de symptomen van iets dat dieper zit: je ik-zucht.
Zonde: een keus
Adam – ieder mens – is erop gebouwd om God lief te hebben en te vertrouwen. Dat is onze roeping of bestemming. In de praktijk komt dat er niet uit: wij zoeken ons leven en geluk door ons op onszelf te richten (hoogmoed) of de wereld om ons heen (begeerte) centraal te stellen. Zonde is dan ook meer dan een verzameling overtredingen. Dat is een moralistisch misverstand. Uit het nalaten van het gebodene en het doen van het verbodene spreekt nl een mentaliteit. Het geeft aan dat je je roeping om God te vertrouwen en te dienen in de wind slaat. Achter je overtredingen zit opstandigheid, het is rebellie tegen God. We zijn dat zo gewoon gaan vinden, dat we het niet eens als zonde zien. Daarom spreekt Paulus ook wel eens van zonde (enkelvoud). Om daarmee de macht aan te geven die ons allen in zijn greep houdt. Dat is dieper gezien dan de losse overtredingen (zonden in het meervoud).
Zonde is dus niet dat wij niet anders kunnen; er ligt een keus aan ten grondslag. Dat maakt dat we er zelf verantwoordelijk voor zijn. We zijn niet zielig, maar schuldig.
Zonde: een lot
Tegelijk is het zo, dat het om meer gaat dan enkel een keus. Dat heeft ook te maken met:
- de biologie: net als alle levende dieren worden wij gedreven door erfelijke eigenschappen en hormonen gericht op zelfhandhaving (agressieve en defensieve neigingen, territoriumdrang) en voortplanting.
- de cultuur die ons vormt: geldzucht, concurrentie, nationalisme, vooroordelen.
- de instituties (of machten – Kol 2:15) die wij in het leven geroepen hebben zoals de staat of het bedrijfsleven.
Dit zijn sterke invloeden waar we ons nauwelijks aan kunnen onttrekken om aan onze roeping gehoor te geven. Zonde heeft ook iets onvermijdelijks, een lotskarakter. Het lukt ons niet om niet te zondigen.
Kerkvaders, met name Augustinus, zagen een andere invloed als veel sterker: de zondigheid zelf. Die zou via Adam als een erfelijke eigenschap aan alle mensen worden doorgegeven. Daarmee is ook de seksualiteit verdacht gemaakt. Augustinus baseerde zich op een bedenkelijke uitleg van Rom 5: 12. Het begrip erfzonde komt echter in de bijbel niet voor. Als we het toch blijven gebruiken om het lotskarakter van de zonde aan te duiden, kunnen we beter aan de biologie, cultuur en instituties denken.
Aan Jezus kunnen we zien wat een moed en kracht ervoor nodig is om je daar niet door te laten beheersen en wel de weg van de liefde tot God en de naaste te gaan. Hij laat ook zien welke prijs daar in onze wereld voor betaald moet worden.
Verder blijkt dan dat zelfs de meest respectabele institutie, de godsdienst, door zonde is bedorven: het zijn de religieuze leiders die hem uit de weg laten ruimen.
Erg?
Zonde is in onze ogen meestal niet zo heel erg. Als iemand bv teveel gedronken heeft maar verder niemand lastig valt en geen ongelukken veroorzaakt, dan zeggen we: “Vooruit, dat moet kunnen, hij heeft alleen zichzelf ermee”. En als hij eerder die dag ontslagen werd, dan geldt dat als een verzachtende omstandigheid. In de ogen van God is dat anders. Hij ziet hoe iemand zichzelf beschadigt en anderen in gevaar brengt. Hoe iemand die is aangelegd om in liefde met God en mensen om te gaan daarin faalt.
Dat geldt van al die kleine en grote zonden die wij doen. Ze gaan in tegen onze bestemming om mensen van geloof, hoop en liefde te zijn. Om echt menselijk te leven, niet als dieren die hun instinct volgen. Zonde verhindert dat en werpt ons terug op dierlijk niveau, en brengt ons in een wereld waar het recht van de sterkste geldt en de ene mens voor de andere een wolf is. Daarom is zonde zo erg: het breekt af wat God al scheppende probeert tot stand te brengen. Zonde doet het leven mislukken. Het loopt op niets uit: het loon, het gevolg van zonde is de dood (Rom 6: 23).
Doel missen
Het maakt in de bijbel niet zo veel uit of je per ongeluk zondigt, of in onwetendheid, of met opzet. Alle keren is er iets ergs gebeurd waardoor er geen heil en zegen en leven, maar onheil en vloek en dood in de wereld komt. Het meest gebruikte woord voor zonde in het oude Testament is niet voor niets ‘chata’. Dat heeft met je doel missen te maken. Dat zal met ons en met Gods schepping toch niet gebeuren? Dat we net zo tevergeefs en overbodig waren als een pijl die langs zijn doel heen vloog?
Het goede nieuws is, dat God zijn plan niet opgeeft. Hij heeft geduld. Hij is barmhartig. Hij biedt offers ter vergeving aan. Hij stuurt profeten die de weg wijzen. Hij brengt in Jezus verzoening tot stand. Dwars tegen alle rebellie in. Hij overwint de weerstand. Want het moet en zal er van komen: mensen die in vertrouwen op God en in vrede met elkaar leven.