ter Linden

Inleiding
Ds. Nico ter Linden (1936 - 2008) was jarenlang predikant in Amsterdam (Westerkerk). Van 1996 – 2002 werkte hij aan ‘Het Verhaal gaat’, een zesdelige hervertelling van de Bijbel. Door hem zelf ook wel ‘kinderbijbel voor volwassenen’ genoemd.1 Als ik hieruit citeer, geef ik alleen nummer van deel (I - VI) en pagina.

Het Verhaal gaat
De titel ‘Het Verhaal gaat’ maakt duidelijk dat ter Linden het er niet om gaat dogmatische geloofswaarheden uit de Bijbel af te leiden. De Bijbel geeft de geloofswaarheid niet in de vorm van leerstellingen, maar in de vorm van verhalen. Dat is wezenlijk voor het geloof en dat wil ter Linden honoreren.
De titel maakt het ook mogelijk om niet alles voor eigen rekening te hoeven nemen. ‘Dus u heeft op de kansel nooit iets gezegd waar u niet achter stond?„Nee. En als ik er zelf niet bij kon, dan zei ik: Het verhaal gaat dat... en dan volgde de verkondiging, want ik preek natuurlijk ook tegen mijzelf.’2


Nu staan er in de Bijbel:
  1. Verhalen die niet echt gebeurd zijn. Bv de gelijkenissen die Jezus vertelt, de fabel van Jotam (Ri 9), de mythologische verhalen over de Schepping, de zondvloed enz (Gen 1 – 11).
    Ter Linden laat zien dat in die verhalen fundamentele dingen over mens-zijn en het leven met andere mensen en met God schuil gaan. Bv Gen 11 (toren van Babel) dat mensen niet hoogmoedig, als God moeten willen zijn. (I, p 47)
  2. Verhalen waarvan het waarschijnlijk is dat ze wel echt gebeurd zijn of in elk geval terug gaan op ‘harde feiten’. Bv de verhalen over de verwoesting van Jeruzalem, de deportatie naar Babel, de terugkeer uit de ballingschap, het optreden van de profeten, Jezus, Paulus enz. Geen enkele serieuze historicus betwijfelt dat deze dingen een feitelijke basis in de werkelijkheid hebben.
    Ter Linden laat zien dat deze verhalen niet uit historische interesse worden verteld, maar om de boodschap die er in schuilt: Bv David en Batseba (2 Sam 11) hoe de ene daad (Batseba zwanger maken) de andere uitlokt: Haar man Uria laten komen, een listige maaltijd, tenslotte Uria in de strijd laten omkomen. (III, p 175)
  3. Verhalen over gebeurtenissen die in onze ogen niet echt gebeurd kunnen zijn: bv dat Jezus water in wijn verandert op een bruiloft in Kana en andere wonderen die hij verrichtte.
    Ter Linden zegt dat als je ze letterlijk neemt, de betekenis aan je voorbij gaat. ‘Wie daar H2O en bordeaux van maakt, berooft deze gelijkenis van zijn geheim, hij maakt van een teken een mirakel, hij verandert wijn in water.’ (VI, 200) Het gaat om de symboliek. Wijn is teken van vreugde en zegen, de bruiloft staat voor de bruiloft van God met zijn volk, de zes (niet zeven) watervaten zeggen ‘nog even en je zult Gods heerlijkheid zien(VI, p 203).
Zo gaat het in de drie soorten Verhalen niet om het historische gehalte, maar om de betekenis ervan. Niet echt gebeurd, maar wel waar. (Trouw, 3 nov 2007)

Symbolisch
Zo schrijft hij over de opstanding van Jezus (II, p 282): ‘Wij hoeven niet te twijfelen aan het getuigenis van velen dat Jezus na zijn dood aan hen is verschenen. Ook voor rouwenden in onze dagen is het een troostrijke ervaring wanneer een geliefde dode in dromen of gezichten verschijnt. Zo hebben de verschijningen van Jezus de vrouwen en later ook de mannen, bemoedigd en gesterkt.’ 
In Trouw (3 nov 2007) zegt hij:’...ik loochen de opstanding helemaal niet, maar ik geloof niet in de lichamelijke opstanding van Jezus. Als morgen het stoffelijk overschot van Jezus gevonden wordt, verandert dat niets aan mijn geloof. Ik zeg met Paulus: er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, er wordt een geestelijk lichaam opgewekt. (Paulus noemt ook nergens het lege graf.)

Of over de Zoon van God. Is Jezus biologisch de Zoon van God? Daar heb ik met Andries Knevel een heel gesprek over gehad. We spraken over beelden en hij vroeg me of Jezus de Zoon van God was. Ik zei: 'Ja. En mijn vrouw is een roos.' Dat laatste begreep Knevel wel, dat mijn vrouw een roos is. 'Maar nu even echt,' zei hij, 'is Jezus Gods zoon?' Waarop ik, met stemverheffing, antwoordde: 'Is mijn vrouw dan niet echt een roos?' (Trouw, 20 jan 2006)

Motivatie
De motivatie van ter Linden om voor een niet-letterlijke, symbolische betekenis te kiezen :
  • de geloofsinhoud kan naar zijn mening alleen symbolisch tot uitdrukking gebracht worden. De Bijbelse verhalen zijn dus ook symbolisch. Door ze niet-symbolisch te lezen en uit te leggen, kom je juist niet aan het diepere niveau van het geloof toe. De evangelisten...houden zich nu eenmaal niet met geschiedschrijving in onze zin bezig. (Trouw 3 nov 2007)
  • bezorgdheid dat de lezer van de Bijbel, hoorder van de preek afhaakt: 'ik loop zelf weg als ik moet geloven dat de geboorte uit een maagd mythologie is in Rome en Athene en gynaecologie in Betlehem'.(Trouw 3 nov 2007)
Kan het historische gemist worden?
We waarderen zijn aandacht voor het literaire, symbolische karakter van de Bijbelse verhalen. Wanneer lezers vooral gefixeerd zijn op het ‘echt gebeurd zijn’ van de verhalen, is de kans groot dat ze aan het symbolische en meest waardevolle niet toe komen.
Vele eeuwen hebben mensen die spanning tussen symbolische en echt gebeurd niet gevoeld. Zij hadden geen moeite met engelen, een hemelvaart, genezing door geloof of een wonderbare spijziging. Die dingen waren weliswaar uitzonderlijk, maar niet onmogelijk in hun wereldbeeld. Daarom worden die dingen in de Bijbel nooit betwijfeld. Het letterlijke en het symbolische lagen in één. Pas met de Verlichting (18- eeuw) vallen die twee uit elkaar. In ons wereldbeeld is geen ruimte meer voor wonderen. Dan is het een misser als we nu van gelovigen verwachten dat ze de hele Bijbel toch letterlijk moeten lezen, alles echt gebeurd. Dan haken mensen al af terwijl ze nog niet eens aan de hoofdzaak zijn toe gekomen.

Ter Linden: Er zitten mensen voor je neus die moeten voelen dat die verhalen en woorden over hen gaan, anders kunnen ze net zo goed thuisblijven. (Trouw, 19 juni 2010)
Vraag het is toch ook wezenlijk voor het christelijk geloof dat God in de geschiedenis van mensen en volken van zich laat horen en veranderingen te weeg brengt. Wat blijft er over van de profetieën en verhalen over de ballingschap als er geen wegvoering, verblijf en terugkeer zouden zijn geweest. Waarom zouden we ons dan nog met de symboliek van die verhalen bezig houden?

Beleving
Ter Lindens uitleg is boeiend. Hij weet veel en hij wijst op mooie verbanden tussen OT en NT, en brengt verrassende verhalen uit de Rabbijnse uitlegtraditie. Je raakt zonder meer onder de indruk van het literaire vakmanschap van de schrijvers van de Bijbel.
Vraag is het die esthetische beleving waar het de Bijbel om gaat? Bewondering voor de Bijbelse verhalen is nog geen geloof, overgave, wedergeboorte en liefde voor de God van Jezus en de naaste.

Toepassing
Daarmee in verband staat dat Ter Linden een vrijblijvende toepassing aan de uitgelegde verhalen verbindt, bv bij de gelijkenis van de barmhartige Samaritaan (Luc 10: 25 - 37). ‘En die Samaritaan, heeft die ook een volgeling, iemand die in zijn voetsporen treedt? Jezus zei tot de wetgeleerde: Ga heen, doe gij evenzo.’ (III, p 48).

Vraag hebben lezers, heeft de gemeente daar genoeg aan? Het is in elk geval niet moralistisch en dat is winst.

Welke God?
De manier waarop ter Linden recht doet aan het verhaal karakter van de Bijbel betekent ook dat hij het veelkleurige van de Bijbel laat staan. Het hoeft niet allemaal te kloppen met elkaar. Dat levert wel een vraag op. De God van de zondvloed, de God die Abram vraagt Isaäc te offeren, de God die opdracht geeft Amalek uit te moorden, hoe is dat te rijmen met de God van Jezus? Het antwoord van ter Linden: het is elke keer ‘de God van de verhalenverteller’.
Vraag:
Welke verhalenverteller geeft dan het juiste Godsbeeld zodat we weten waar we met God aan toe zijn?3

Projectie
Ter Linden honoreert Kuiterts punt dat alle spreken over boven komt van beneden. Maw mensen spreken in menselijke taal (een andere is er niet) over God en hemelse dingen, maar eigenlijk zijn daar geen woorden voor. Hij geeft ook zonder meer toe dat het projectie is, fantasie. Dat is daarom nog geen onzin: we zijn als projecterende wezens geschapen zegt hij Fortmann (Trouw 20 jan 2006) na. Hij vertrouwt erop, dat er een werkelijkheid is die aan die projecties beantwoordt.


Jezus en Paulus
Ter Linden presenteert Jezus als een Torah getrouwe Jood. We moeten niet geloven in Jezus, maar geloven als Jezus.4 Dat God door Jezus de mensen voor Zich inneemt (verzoening) zoals vooral bij Paulus naar voren komt, dat vinden we bij ter Linden niet terug5. Een bespreking van de brieven van Paulus laat hij dan ook achterwege in Het Verhaal gaat. Een excuus zou kunnen zijn, dat de brieven weinig verhalend zijn. Maar dat gaat niet op. Er zit wel veel beeldspraak of symboliek in de brieven. Bovendien bespreekt ter Linden wel de niet-verhalende literatuur van het OT, zoals Spreuken (V, 95 - p 106).

Overige
De literaire benadering is niet voluit literair, ter Linden maakt ook gebruik van resultaten van het historisch kritische onderzoek: de scheppingsverhalen zijn in de ballingschap geschreven (I , p 9). Verhalen over de zondvloed vind je wereldwijd (I, p 40). Waardevol: veel Nederlands talige literatuur in literatuurlijst achter in I – VI



----
1 Trouw 3 nov 2007
2 Trouw, 3 nov 2007
3 Bv bij de zondvloed:Ter Linden ‘De vraag rijst wat dit voor een God is, die er zulke gedachten op na houdt en die het geweld op aarde met geweld te lijf wil gaan’ Antwoord: ‘Het is de god van de verhalenverteller’. De verhalenverteller heeft er kennelijk geen moeite met een God die de sluizen des hemels openzet’. (I, 40)….Wat is dat voor een God, die van Abraham vraagt dat hij zijn zoon Isaak offert?„Ik kan niet vaak genoeg herhalen: dat is de God van de verhalenverteller…En de God die geweld predikt tegen Amalek, hoe is die te rijmen met de God die liefde is, en van wie gezegd wordt dat er in Hem geen duisternis is?„Opnieuw: dat is de God van de verhalenverteller.(Trouw, 3 nov 2007)
4 Ter Linden: Jezus wilde het geloof in Israëls God nieuw leven inblazen, zoals het tot hem kwam in de Thora. En als we het geloof van Jezus in kaart brengen, dan komen we uit bij wat hij zag als de kern van de Thora: ongeloof in de goden van geld en macht en andere verslavingen, zodat er ruimte en tijd en geld vrijkomt voor daden van liefde en barmhartigheid en gerechtigheid.(Trouw 3 nov 2007).
5 De uitleg van Jesaja's profetie over de knecht des Heren (Jes 53) is veelzeggend: 'Voor ons' heeft hij geleden: ook in zijn lijden bleef hij - ons ten voorbeeld - trouw aan de Thora, trouw aan zijn God.' Gevolg door een verwijzing naar rabbi Akiba die blij was met de marteldood die hij stierf omdat hij zo kon laten zien dat hij God liefheeft. En dan ook Jezus: 'Jezus van Nazareth zag in de weg van de knecht des Heren de weg die ook hij moest gaan, trouw aan zijn God en trouw aan de Thora.' (IV, p 69).
Of de uitleg van Mc 8: 31, waar Jezus voor het eerst zegt dat de Zoon des Mensen moet lijden, sterven en opstanding aankondigt: Ter Linden zegt daar mooie dingen over het godsvertrouwen dat in Jezus is. Maar hij zegt niets uit over het 'moeten' (Gr dei) van dat lijden, dat een moeten van Godswege is.  'Hij gaat zijn weg in vrees en beven, er tegelijk op vertrouwend dat God zich over hem zal ontfermen. (II, p 90)
Of de uitleg van Mc 10: 45 :'Heeft Jezus met zijn leven van liefde niet velen vrijgekocht uit de slavernij waarin zij gevangen zaten: het krampachtig streven naar ereplaatsen, naar rijkdom en macht?"(II, p 111)


 
terug

Afkortingen

Bijbelboeken > Register kolom 2
adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
Lat = Latijn
LXX = Septuaginta (Griekse Vertaling vh OT; 250 - 50 vC)
LV14 = Leidse Vertaling 1914
M = Meditatie (bv 1 Kor 13 M = Meditatie over 1 Kor 13)
NA - Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (Ps 84 Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus