Tegenstrijdigheden

Probleem
De Bijbel bevat nogal wat uitspraken die elkaar op het eerste gezicht tegen spreken. Een voorbeeld daarvan zijn de volgende teksten:

  • Rom 10: 12v En er is geen onderscheid tussen Joden en andere volken, want ze hebben allen dezelfde Heer. Hij geeft zijn rijke gaven aan allen die Hem aanroepen, want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ (NBV21)
  • Mat 7: 21 Niet iedereen die “Heer, Heer” tegen Mij zegt, zal het koninkrijk van de hemel binnengaan, alleen wie handelt naar de wil van mijn hemelse Vader. (NBV21)
  • Hnd 2: 39 want voor u geldt deze belofte (van heil), evenals voor uw kinderen en voor allen die ver weg zijn en die de Heer, onze God, tot zich zal roepen.’ (NBV21)

De eerste tekst geeft aan dat ieder die gelooft, gered wordt, de tweede lijkt te zeggen dat het niet om geloof gaat, maar om het doen van Gods wil, de derde stelt, dat je redding niet van jezelf afhangt, maar van het roepen van de Heer.

Christenen geloven echter niet, dat de Bijbel letter voor letter, woord voor woord gedicteerd is door de heilige Geest. Het is, hoe je ook over inspiratie en heilige Geest denkt, toch vooral een verzameling boeken die door mensen geschreven is. In de voorbeelden hierboven zijn dat Paulus, Mattheüs en Lucas. Of in elk geval zijn dat de namen waaronder de schrijvers bekend staan. Of ze echt degenen zijn die de kerkelijke traditie daarvoor aanwijst, is omstreden. Eigenlijk is dat alleen van Paulus zeker. Hoe dan ook, deze drie en Mc, Luc, Joh, Petrus enz wisten niet dat ze iets schreven dat later als Nieuwe Testament aan de heilige boeken van het Joodse volk zouden worden toegevoegd. In dat geval zouden ze vast meer overlegd hebben om hun visie over geloof en redding genuanceerder en zonder onderlinge tegenspraken op papier te zetten. Nu hebben we met teksten te maken die hier en daar tegenstrijdig overkomen.

Overwegingen
Ik los dat probleem op door niet alleen naar de losse tekst te kijken.

  1. De tekst maakt deel uit van een groter geheel en vanuit dat ruimere verband krijgt een tekst ook z’n betekenis. Uit z’n verband gerukt kun je een tekst alles laten zeggen. Iedere ketter heeft z’n letter. Berucht is het voorbeeld van Colijn. Hij haalde ‘wat God heeft samengevoegd scheide de mens niet’ (Mc 10: 9) aan en meende daarmee te bewijzen dat Indonesië zich niet onafhankelijk mocht maken van Nederland.
  2. En omdat het menselijke geschriften zijn - niet tijdloze geopenbaarde waarheden - zijn het ook historische werkjes. Maw je moet ook rekening houden met de historische context: de mensen door wie en voor wie het geschreven is.
  3. Er zijn nog meer dingen om rekening mee te houden, zoals de literaire vorm. Een mythe, gelijkenis, psalm, brief, geschiedeniswerk enz bevatten alle waarheid voor het geloof, maar die komt niet naar voren door alles even letterlijk te nemen.
  4. Het ruimste verband is de Bijbel in z’n geheel. Dat is het boek dat we lezen als bron voor geloof. De boodschap, de centrale inhoud van de Bijbel is de heilsgeschiedenis van God met zijn volk. Die vat ik samen in 14 punten die als een ruimer interpretatiekader voor de afzonderlijke Bijbelse verhalen, psalmen enz dient.

Oplossing
Wat betekent dat voor de drie genoemde teksten ?

  • De tekst uit Rom 10 maakt deel uit van Rom 9 – 11, waarin Paulus uitlegt dat het evangelie voor én Joden én heidenen is. Dat was een zeer omstreden vraagstuk binnen het Joodse volk en de joods-christelijke gemeenschappen. Paulus breekt er een lans voor.
  • De tekst uit Mat is onderdeel van de Bergrede (Mat 5 – 7), waarin Jezus beklemtoont dat je wel moet geloven, maar dat dat niet kan blijven steken in mooie woorden en warme gevoelens en verheven gedachten. Het moet ook praktische gevolgen hebben. Dat was toen nodig om op te merken, en het is goed dat die aanvulling is blijven staan. Geloven werkt wat uit, of het is geen geloof.
  • De tekst hoort bij het Pinksterhoofdstuk Hnd 2. Daarin legt Petrus uit dat bekering, vergeving en geschenk van de heilige Geest voor iedereen zijn bestemd. De nadruk valt op het royale: u, uw kinderen, allen die verre zijn. Niemand uitgesloten. Ondanks dat zijn er op die eerste dag ook mensen die Petrus niet geloven. De Heer roept allen, maar niet iedereen geeft gehoor. Die ruimte is er: geloven is vrijheid; geen dwang of indoctrinatie.

Conclusie
Houd je rekening met tekstverband en context dan is er geen tegenspraak. De teksten blijken elkaar aan te vullen. Ze brengen vanuit verschillende invalshoeken Gods redding onder woorden

Een andere bekende tegenstrijdigheid die bij zorgvuldiger lezen verdwijnt, betreft de bekering van Saulus in Hnd 9, 22 en 26.

Er zijn ook tegenstrijdigheden die zich niet, of heel geforceerd, laten oplossen. Bv de vraag wie Goliat doodde (David 1 Sam 17: 50 of Elhanan 2 Sam 21: 19), of wie David tot zijn volkstelling aanzette (God 2 Sam 21: 1 of de satan 1 Kron 21:1).
Of om nog een voorbeeld te geven: Mat vertelt dat Jozef en Maria door een engel gewaarschuwd worden om met de pasgeboren Jezus naar Egypte te vluchten (Mat 2: 13v) Luc vertelt dat ze, als Jezus 40 dagen is, naar de tempel in Jeruzalem gaan (Luc 2: 22v).
Voor het geloof heeft dat echter geen consequenties, want niet alles in de Bijbel is even belangrijk. De belangrijke dingen staan wat mij betreft in 'het grote verhaal van het christelijk geloof'. Het zwaartepunt daarvan betreft dood en opstanding van Jezus Christus en het nieuwe leven dat daardoor mogelijk is geworden.

terug

Afkortingen

Bijbelboeken > Register kolom 2
adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
Lat = Latijn
LXX = Septuaginta (Griekse Vertaling vh OT; 250 - 50 vC)
LV14 = Leidse Vertaling 1914
M = Meditatie (bv 1 Kor 13 M = Meditatie over 1 Kor 13)
NA - Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (Ps 84 Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus