Narratieve theologie


Traditionele theologie
Geloven in God betekent Hem vertrouwen, liefhebben, dienen, gehoorzamen en op Hem hopen. Theologie is nadenken over dit geloven. De bedoeling van die reflectie is verdieping, verheldering, versterking van het geloven ten behoeven van geloofsopvoeding, evangelisatie, prediking, zending, pastoraat enz.

In de loop van de tijd zijn er allerlei soorten theologie ontwikkeld. Niet alleen volgens de kerkgrenzen: Orthodoxe, Roomse, Lutherse en Calvinistische theologie. Maar ook over kerkgrenzen heen door een bepaalde methode te volgen: dialektische, ethische, vrijzinnige theologie1.
In deze vormen van theologie ligt de nadruk sterk op het rationele. Dat is in heel verschillende stromingen de grote gemeenschappelijke deler. Daarin zoekt men kennis over God, Jezus, de Geest, de mens, de schepping enz. Geloven is in al deze theologieën iets voor waar aannemen en instemmen met. Het verstand gaat in deze theologie voorop. Uiteraard weten de theologen dat geloof niet aan het verstand ontspringt, maar in het hart leeft en theologie daarop reflectie is of zou moeten zijn. Maar eenmaal aan het reflecteren en doordenken is dat terechte uitgangspunt in de praktijk al gauw vergeten. Dat geeft veel theologie zo’n droog en rationeel karakter.

Voor de theologie is dat te betreuren, want waar gaat het nog over als het niet met de beleving en ervaring van het hart is verbonden? Schadelijker is het als het rationele in prediking, catechese en zielzorg doorwerkt. En dat doet het. Dan hoor je in een preek of pastoraal gesprek ‘maar we mogen weten…’ Daarmee spreekt de voorganger of pastor het verstand aan. Zijn publiek kan het dan begrijpen of niet, zal het er mee eens zijn of niet, of twijfelen. Maar de pastor gaat voorbij aan hart en ziel en bereikt dan ook weinig of niets.

Het rationele heeft bij velen binnen en buiten de kerk aanleiding tot een misverstand gegeven. Zij menen dat geloven betekent, dat je er bepaalde opvattingen op na houdt: over het bestaan van God, het ontstaan van de aarde en het leven, het echt gebeurd zijn van de bijbelse verhalen, de betekenis van de dood van Christus, het leven na de dood enz. Als je deze dingen voor waar houdt en ermee instemt, zou dat je tot een gelovige maken. Doe je dat niet, dan geld je als een iets-ist of een atheïst.

Dit misverstand over geloven als het voor waar houden van allerlei dingen levert ook nog eens een extra moeilijkheid op om te geloven. Het geloof komt namelijk in concurrentie met wat we op school leren over het ontstaan van het heelal, de evolutie van het leven, wat er kan en niet kan volgens de natuurwetten en nog veel meer. In die spanning trekt het geloof aan het kortste eind: mensen kunnen naar eer en geweten niet van ruimtevaart weten en ook nog de hemelvaart van Jezus voor letterlijk gebeurd houden.

Kerken zitten echter vaak wel op de lijn van geloven = van alles voor waar houden. Ze proberen het geloof als geloofsleer in de catechese over te brengen en dat slaat bij steeds minder catechisanten aan. In de geloofsopvoeding lopen ouders tegen hetzelfde probleem op: ze bereiken niet de diepere lagen bij hun kinderen.

Narratieve theologie
Een recente ontwikkeling is de zgn narratieve theologie. Het narratieve (Lat narratio = verhaal) geeft aan dat in deze vorm van theologie er veel aandacht is voor het verhalende karakter van de bijbel, voor beeldspraak en symboliek. Verhalen doen in de eerste plaats een beroep op de verbeeldingskracht. Om bij het voorbeeld van de hemelvaart te blijven: zou er ook symboliek in dit verhaal kunnen zitten en wat zou die betekenen? In de narratieve theologie is een veel grotere rol voor de creativiteit weggelegd dan in andere vormen van theologie, waar de ratio voorop gaat. Om die reden wordt narratieve theologie wel eens als een variant van vrijzinnige theologie gezien, maar dan ziet men de grote verschillen tussen die twee over het hoofd.

Kennis en denken doen uiteraard binnen de narratieve theologie wel mee. Zonder woorden en taal kun je niet eens een verhaal vertellen. En zonder kennis van woorden en taal kun je het verhaal niet horen en op je in laten werken. Maar de dominante rol van de ratio, het abstracte denken, is overgenomen door de creativiteit. Het verhaal spreekt de hoorder aan en vraagt hun om zich te verplaatsen in de spelers. De luisteraar voelt in zichzelf wat de spelers doormaken. Een voorbeeld: we kunnen op een rationele manier uitleggen wat genade is. Maar als we de gelijkenis van de verloren zoon vertellen, dan voelen we de opluchting van de jongste, de blijdschap van de vader, de ergernis van de oudste zoon. De vijfdelige serie 'Het verhaal gaat'  van Nico ter Linden vertelt op deze manier de bijbelse verhalen na. Tot de narratieve theologie zou je de meest uiteenlopende theologen kunnen rekenen Okke Jager, Carel ter Linden, T.M. Gilhuis, G. Manenschijn, Theo de Boer enz.

Conclusie
Het grote verschil met de traditionele theologie is duidelijk. Daar wordt van alles onderzocht, beargumenteerd en beweerd over God. In de leerboeken wordt dat de gelovigen voor gehouden. Geloven betekent daarmee instemmen en wie dat doet geldt als een gelovige of christen. In de narratieve theologie gaat het om de zin-openbarende kracht, anders gezegd om iets van transcendentie dat in onze benauwde, zoekende levens doorbreekt om het weer vlot te trekken en perspectief te bieden. Maw om de ervaring van God.

Deze narratieve benadering vindt steeds meer toepassing in liturgie en prediking, in het pastoraat, in catechese en geloofsopvoeding en ook in het systematisch doordenken van het geloof. Dat laatste natuurlijk niet zonder risico: zal de reflectie z'n tweede plaats blijven houden, volgend op de beleving van zin en betekenis. Of de beleving van zijn eerste plaats verstoten?
Al zijn die risico's reëel, zonder reflectie komen we ook nu niet uit. Er zijn allerlei kwesties die om een antwoord vragen:

  • hebben de bijbelse verhalen nog wel een speciale waarde of kunnen we ook bij andere godsdienstige tradities terecht?
  • Is met de grote verhalen ook het verhaal van God met de mensen (heilsgeschiedenis) verdwenen?
  • bestaat God alleen in het verhaal?
  • is elke ervaring van zin en betekenis een ervaring met de God van Jezus?
  • in hoeverre moeten de verhalen over Abraham, Mozes en Elia, Jezus en de apostelen 'echt gebeurd' zijn?
Deze en andere vragen komen in dit menu aan de orde


-----
1 Recenter zijn de theologische ontwerpen vanuit een bepaald belang (bevrijdingstheologie, feministische theologie) of bepaalde gezichtshoek (groene theologie).
 
terug

Afkortingen

Bijbelboeken > Register kolom 2
adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
Lat = Latijn
LXX = Septuaginta (Griekse Vertaling vh OT; 250 - 50 vC)
LV14 = Leidse Vertaling 1914
M = Meditatie (bv 1 Kor 13 M = Meditatie over 1 Kor 13)
NA - Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (Ps 84 Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus