Jona
Jona is de naam van één van de 12 boekjes van de zgn kleine profeten (Hosea t/m Maleachi). Die werden in de derde of vierde eeuw vC gebundeld tot het zgn twaalfprofetenboek of dodeka-propheton.
Al heel lang wordt dit boekje in de Joodse wereld gelezen op Jom Kippoer, grote Verzoendag. Dat zal zijn vanwege de thematiek bekering en verzoening.
Jona – de schrijver
In Jona 1: 1 horen we de naam van de profeet Jona ben Amittai. Dat is Hebreeuws voor duif (Jona), zoon van (ben), de Here is trouw (Amittai). Die naam herinnert aan de Jona in 2 Kon 14: 25 in de tijd dat koning Jerobeam II de zoon van Joas over het Noordrijk regeerde (786 – 746 vC). Maar uit die tijd kan het boekje niet stammen. Er zijn tal van latere (vanaf +/- 550 vC) Perzische invloeden zoals:
- het boeteritueel waarbij mens én dier vasten (3: 7v)
- de opvatting dat God universeel is en voor iedereen toegankelijk (4: 1)
- de uitdrukking 'de God des hemels' (1: 9)
- de uitdrukking 'de koning en zijn edelen (3: 7)
- De taal vertoont sporen van het latere Aramees
- De schrijver is bekend met Jeremia (Jona 3: 8)
- De schrijver is bekend met Joël (Jona 3: 9 en 4: 2).
Waarschijnlijk is het tussen 500 en 300 vC geschreven. In elk geval niet na 200 vC, want Jezus Sirach kende het boekje al. De schrijver is onbekend.
Inhoud en opbouw
In tegenstelling tot de elf andere kleine profeten en de grote profeten (Jesaja, Jeremia en Ezechiël) gaat dit boekje vooral over de profeet zelf, en veel minder over zijn boodschap of profetie
- Jona 1 en 2 : roeping en vlucht van de profeet, zee (schip en vis)
- 1: 1 – 3 de profeet weigert
- 1: 4 – 16 de storm op zee
- 1: 17 – 2: 10 Jona terug
- Jona 3 en 4: prediking van de profeet en zijn terechtwijzing, land (Nineve en boom)
- 3: 1 – 3a opnieuw gezonden
- 3: 3b – 10 Jona's prediking en de bekering van Nineve
- 4: 1 - 10 de twist tussen Jona en God
Het boekje eindigt met een open vraag. Jona cq de lezer wordt zo gevraagd zelf positie te bepalen. Het laatste woord is dus aan ons.
De indeling van hoofdstukken en verzen in de Hebreeuwse grondtekst verschilt hier en daar van de vertalingen. We houden 'die van de vertaling aan. Waar nodig vermelden we preciezer het Hebreeuwse hoofdstuk en vers.
Stijl en genre
Het boekje is voornamelijk proza, muv het gebed in Jona 2 dat de vorm van een psalm heeft en aan de psalmtraditie tal van motieven ontleent (water, diepte, dood).
De stijl is levendig en vol contrasten. Opvallend is het gebruik van trefwoorden: groot, kwaad, werpen, mannen, beschikken, berouw hebben en vrezen. Die laatste met een climax (1: 5, 10 en 16).
Opvallend is het gebruik van flash-backs (Jona 3: 6 - 9; 4: 5 - 9): een literaire techniek die de schrijver gebruikt om de lezer de reikwijdte van het voorgaande mee te geven. Deze verzen moeten dus niet gelezen worden als informatie over wat er na Jona 3: 5 of 4: 4 ook nog gebeurde, maar als een nadere toelichting op dat vers.
Het boekje is wel als een historische vertelling over een profeet beschouwd maar ook wel voor profetenlegende gehouden, anderen zagen er een allegorie, een gelijkenis, een midrasj, een satire in. Eigenlijk lukt het niet om dit boekje tot een genre te rekenen. Daarvoor heeft te veel uiteenlopende kenmerken.
Thematiek
Men heeft het thema wel omschreven als de relatie van een universele God met alle mensen. En over zijn barmhartigheid over alle leven, mens en dier. Jona zou dan de vertegenwoordiger zijn van een nationalistisch type vroomheid dat we in het Israel van Ezra en Nehemia en de Kronistische traditie aantreffen.
Maar waaruit zouden we moeten opmaken dat Jona Israël representeert en Nineve voor het heidendom staat? Waar lezen we dat Jona Gods heil voor alleen Israël wil houden? Hij ergert zich aan God, niet aan de Ninevieten (Jona 4: 1). Om die reden houdt een bekende uitlegger (prof. van der Woude, Tekst & Toelichting) het erop dat het over de relatie God en zijn profeet gaat, met twee sub-thema's
- het zinloze van een vlucht voor Gods roeping (Jona 1 en 2)
- de vrijheid van God om zus of zo te doen nadat de profeet heeft gesproken (Jona 3 en 4)
Doorwerking
Mat 12: 39 - 41 en 16: 4 – het teken van Jona: drie dagen in de buik van de vis wijst vooruit naar de drie dagen dat Jezus in het graf zou liggen.
Luc 11: 29 - 32 - een vergelijking van de prediking van Jezus en die van Jona
In de Koran heet Jona Yunus. De tiende Soera draagt zijn naam. In Yunus vers 98 wordt Jona genoemd.
Volgens de islamitische tradtie zou Jona begraven zijn bij een moskee in Nineve. Dat graf werd 2014 verwoest door aanhangers van Isis.
Moby Dick, de beroemde roman van Herman Melville vertelt in hoofdstuk 9 hoe een predikant aan enkele walvisvaarders over Jona preekt.
Meer voorbeelden in ‘De bijbel cultureel' (273 - 280)
In Oost-Europa kun je in kerken preekstoelen aantreffen in de vorm van een vis met een open bek. Daar, in de bek, staat de predikant om de gemeente toe te spreken. Gaat het erom dat de predikant als een herboren Jona Gods woord brengt? Of gaat het erom dat de predikant de gemeente voor hem in de kerkzaal als de Ninevieten ziet, hun waarschuwt en oproept tot bekering? (Spronk, De verbeelding van Jona)
Afkortingen
Bijbelboeken > Register kolom 2adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
DL = Dordtse Leerregels
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene Staten Vertaling
Lat = Latijn
LXX = Septuaginta (Griekse Vertaling vh OT; 250 - 50 vC)
LV14 = Leidse Vertaling 1914
NA - Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
vC = voor Christus