Intro

Eerst is er het geloven als werkwoord. Dat is iha

  • iets vertrouwen, bv het ijs is betrouwbaar: je kunt erop schaatsen
  • iemand vertrouwen, bv ik geloof je op je woord

In religieuze zin is geloven God of het evangelie vertrouwen en daarom het leven zonder wantrouwen (angst, zorgen) tegemoet zien.
Geloven is iets dat met je gevoel in verbinding staat. Het is van binnen (hart en ziel) zeker weten: een existentiële verbinding met God.

Vervolgens zijn er de woorden om het geloven en zijn inhoud onder woorden te brengen: het geloof (zelfstandig naamwoord), de theorie of geloofsleer.
Hoe komen geloven en geloof er in de narratieve theologie uit te zien?

  • Wat is geloven (werkwoord) in de narratieve theologie
  • Wat is de geloof(sleer) in de narratieve theologie?
    Is die wel mogelijk/nodig/gewenst? Of strijdig met het verhalende karakter (Godsbeelden)

Is er dan wel een theorie over geloven mogelijk om over te dragen in catechese, geloofsopvoeding, prediking, pastoraat?
  • Nee: geloven draag je over door verhalen te vertellen, het voorbeeld van je leven te laten zien
  • Ja: door uit te leggen dat het geloof 'als groot verhaal' niet werkt (te kort schiet)
terug

Achtergronden


Geloof Kennis en Openbaring
Bijbel
Iets, God, opnieuw God
Israël, Volken, Kerk
Oude Tijd, Nieuwe Tijd
Oude Mens, Nieuwe Mens
Jezus
Passio, Pasen, Pinksteren
Theologische Stromingen
Theologische Begrippen

 
 

Afkortingen


Bijbelboeken > Register kolom 2

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
Lat = Latijn
LXX = Septuaginta (Griekse Vertaling vh OT; 250 - 50 vC)
LV14 = Leidse Vertaling 1914
M = Meditatie (bv 1 Kor 13M = Meditatie over 1 Kor 13)
NA - Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus

> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)