Hermeneutische cirkel

Deel en geheel
Als je een brief, gedicht, verhaal of roman begint te lezen, weet je niet van te voren wat er komt en waar het over gaat. Al lezende vormt zich het begrip. Pas als je tot het einde aan toe hebt gelezen, weet je waar het over gaat. De delen geven betekenis aan het geheel.
Voorbeeld: de Jozefnovelle (Gen 37-50) begint met de verhalen van een opschepperige jongen die door zijn broers wordt weggewerkt. Na allerlei avonturen blijkt deze Jozef uiteindelijk de redder van zijn familie te worden. Omdat hij een belangrijke positie in Egypte heeft gekregen, kan zijn familie daar terecht als er honger in het Midden Oosten is. Het kwaad dat zijn broers hem aandeden, heeft God gebruikt om er iets goeds uit te laten voortkomen. (Gen 50: 20)

Geheel en deel
Maar met die kennis van het geheel kun je vervolgens nog een keer dat verhaal lezen. Dan zul je merken dat allerlei onderdelen, die in eerste lezing nog duister bleven, of oninteressant waren, opeens helder en belangwekkend blijken te zijn. De delen krijgen hun betekenis vanuit het geheel.
Voorbeeld: De betekenis van Jozefs dromen over de schoven, en over de zon, maan en 11 sterren die zich voor hem buigen komt pas aan het eind aan het licht: zijn broers, vader en moeder buigen zich voor hem, de onderkoning van Egypte, als ze daarnaartoe zijn gereisd vanwege de honger. Bij herlezen vallen allerlei stukjes van de puzzel op hun plek. Bv de vraag van zijn broers 'Wilt u soms koning over ons zijn?' (Gen 37: 8) en de vraag van zijn vader ' Zullen soms ik, uw moeder en uw broers komen om ons voor u ter aarde neer te buigen?' (Gen 37: 10)

Hermeneutische cirkel
Dit lezen en herlezen houdt eigenlijk nooit op. Vanuit de samenstellende delen leer je het grote geheel steeds beter kennen. Vanuit het grote geheel valt er licht op de onderliggende teksten waaruit het is opgebouwd. Naarmate een boek complexer is, is een  voortdurend (her)lezen noodzakelijk om beter zicht te krijgen op het centrale thema. Dat geldt helemaal van de verzameling boeken die de Bijbel is.

Zesenzestig
De Bijbel is een dik boek, de standaardeditie van de NBV-21 heeft ongeveer 1.500 pagina's. Die omvang maakt een gewoon boek al moeilijk om te begrijpen. Lezen, herlezen en nog eens herlezen kost veel tijd. In het geval van de Bijbel is er nog veel meer waardoor we moeite moeten doen om tot begrip te komen.

  • de Bijbel is niet één genre, je treft er allerlei soorten teksten aan: brieven, evangeliën, profetieën, lofliederen, klaagliederen, spreuken, geschiedenisboeken, wetsboeken, wijsheidsliteratuur enz.
  • tientallen auteurs hebben er aan bijgedragen, maar in veel gevallen is de auteur onbekend. Dan is het niet mogelijk de teksten te verhelderen met wat we weten over het leven van de auteur en de situatie waarin hij verkeerde.
  • de Bijbel is in vreemde talen geschreven zijn: je bent op vertalingen aangewezen. Die zijn nooit één op één letterlijk mogelijk. Vertalen is altijd keuzes maken, interpreteren. Vgl maar eens de NBG, de NBV en de NBV-21.
  • de boeken van de Bijbel stammen uit een ons vreemde wereld en een ver verleden: het Midden Oosten in de periode van 1500 vC tot 100 nC. Om de verhalen te begrijpen moet je nogal wat weten van hoe mensen toen leefden, dachten en geloofden en wat er in die honderden jaren gebeurde. Je bent dus ook nog eens aangewezen op het werk van archeologen, historici, tekstwetenschappers, taalkundigen en andere geleerden. Op elk Bijbelboek zijn inmiddels dikke commentaren geschreven waarin de resultaten van al die onderzoekers worden verzameld om de Bijbeltekst te verhelderen. En maar zelden zijn ze het met elkaar eens.
  • vooral omdat we ten diepste niet weten wie of wat met God, de Geest, het Heilige zijn bedoeld. Deze woorden zijn niet goed te definiëren omdat ze slaan niet op dingen van de dagelijkse werkelijkheid. Ze duiden een geheimenis aan, dat nooit ont-raadseld wordt.

Een nieuw, groter geheel
Stel dat het je gelukt is, om elk van die 66 boeken te lezen en meerdere malen te herlezen, zodat je redelijk begrijpt wat het verhaal is van Gen, Ex enz, dan begint het pas. Want al die boeken van de Bijbel vertellen niet alleen hun eigen verhaal. Ze werden door de kerk samengevoegd omdat ze als betrouwbaar (canoniek) gelden voor het geloof. Als canon of Bijbel vormen zij een nieuw geheel en vanuit dat grotere verband valt er opnieuw licht op de afzonderlijke delen.

Laten we nu eerst maar eens kijken naar wat er met de canon van het OT gebeurde in het licht van het christelijk geloof.

  • De Jozefnovelle komt terug in de rede van Stephanus (Hnd 7:9 - 16) en fungeert daar als een van de vele voorbeelden waaruit moet blijken dat het volk Israël en zijn voorvaderen voortdurend de knechten van God tegenwerkt. Met het thema van ongehoorzaamheid in gedachten leest Stephanus nog veel meer van zulke voorbeelden bij elkaar. Het OT verschijnt als een boek waarin de ongehoorzaamheid van het volk Israël voortdurend naar voren komt
  • Jezus heeft zijn weg bij de TeNaCh gezocht. Na hem zouden Mat en Joh vele teksten uit het Oude Testament aanhalen om daarvan te zeggen dat die in Jezus in vervulling gingen. Het OT verschijnt dan als boek van beloften.
  • Paulus ziet hoe in Jezus een nieuwe gerechtigheid aan het licht is gekomen. De gerechtigheid van het geloof. Het OT komt er uit te zien als het boek dat vertelt van de periode van de wet.
  • Voor de Johannes die Opb schreef is Jezus degene die het mogelijk maakt dat God uiteindelijk bij de mensen komt wonen. Met dat in gedachten schildert hij de nieuwe hemel en de nieuwe aarde op een manier die aan het paradijs van Gen 2 herinnert. (Opb 22)

Zo zochten Stephanus, Jezus en de nieuw-testamentische auteurs naar de zin van hun bijbel, de TeNaCh, het OT. Hun ontdekkingen vinden we in de 27 boeken die als het NT aan het OT werden toegevoegd. Zo is het gekomen tot het grote geheel, dat ruime verband van 66 boeken die met elkaar de bijbel vormen. De stemmen van Paulus, Joh, Mat en andere nieuw-testamentische schrijvers klinken nu mee in het grote koor. Wat brengen zij tezamen ten gehore?  Is er iets wat we de rode draad van die 1500 bladzijden kunnen noemen? Wat is het onderwerp, de grote lijn, de boodschap van de bijbel?

De rode draad
In de christelijke traditie is het Joodse Oude Testament (de TeNaCh) dus in een nieuw en ruimer verband geplaatst. Vanwege het evangelie van Jezus en de opstanding werd er het Nieuwe Testament aan toegevoegd. Daardoor staat niet langer de Torah centraal, de focus ligt op Jezus en het Koninkrijk van God dat als een klein mosterdzaadje gekomen is om eens voorgoed door te breken.
Mede om die reden nam men in de kerk het Oude Testament over in een andere vorm: de boeken niet in de volgorde van de TeNaCh (Torah centraal), maar in de historische volgorde van de Septuaginta. Het OT komt daarin naar voren als een serie geschriften die de geschiedenis vertellen van Gods omgang met de mensen, de belofte van de Messias en de komst van het Koninkrijk. Daarop sluit dan het NT aan. De rode draad zal dus de vorm van een tijdlijn hebben en handelen over verleden, heden en toekomst. Met daarin centraal de belangrijke rol die Jezus speelde om mens en wereld terecht te brengen. De rode draad zoals ik die zie vind je in de 13 geloofspunten.

Credo
De geloofsbelijdenissen van de kerk zou je kunnen opvatten als 'de boodschap van de Bijbel'. De samenvatting op hoofdlijnen. Daarmee zijn het ook belangrijke hulpmiddelen (leeswijzers) die ons helpen de Bijbel te begrijpen. We hoeven niet helemaal van voren af aan te beginnen met lezen en herlezen. We hoeven ook niet dikke commentaren door te ploegen om in ons geloof gesterkt te worden. De belangrijke inzichten opgedaan door vele generaties voor ons krijgen we in de credo's van de kerk aangereikt. Wie die belijdenissen kent en wat weet van de bijbehorende uitleggeschiedenis, hoeft niet allerlei doodlopende weggetjes in te slaan. We laten ons dus het een en ander voorzeggen. Binnen het kerkelijke, traditionele kader van het geloof zijn heel veel gedeelten van de bijbel met vrucht te lezen.
Maar eenmaal op weg geholpen en nieuwsgierig gemaakt, is er niets op tegen nieuwe interpretaties te overwegen. Het credo moet natuurlijk niet gaan heersen over de canon. Dan blijft alles bij het oude en ligt verstarring op de loer. Elke tijd moet zich de Bijbel eigen maken en vrij zijn om ondeugdelijke interpretaties uit de traditie te verbeteren. Een voorbeeld daarvan is het werk van N.T. Wright die binnen de vertrouwde kaders toch op een aantal onderdelen belangrijke bijstellingen voorstelt.

Drie keer een vervolg op de TeNaCh
1) In de Joodse traditie draait het om de TeNaCh en in het bijzonder de Torah. Dat zijn de eerste vijf boeken van het Joodse Oude Testament. Men wil Gods aanwijzingen zo goed mogelijk toepassen op de steeds veranderende situaties om die na te leven.
Een mooi voorbeeld: is het geoorloofd op sabbat  de lift te gebruiken? Nee, was eerst het antwoord, want het openen van de liftdeur is arbeid en dat hoort niet op de rustdag. Later, toen de liftdeuren konden 'zien' dat er mensen stonden te wachten en automatisch open gingen, mocht men wel van de lift gebruiken op de sabbat, want geen werk. Zo moet de Torah voortdurend geïnterpreteerd worden. Er is een enorme uitlegtraditie ontstaan (Mishna, Talmoed) die nog steeds groeit.
De thema's Messias en Koninkrijk, die in de kerk zo belangrijk zijn, zijn in de Joodse traditie juist minder belangrijk geworden.Dat  heeft veel te maken met de mislukte opstanden tegen de Romeinse bezetter in 67-70 nC en 132-135 nC. Men besefte dat deze onderwerpen het voortbestaan van het Joodse volk in gevaar brachten. Dat risico wilde men voortaan vermijden. Daardoor en door de rivaliteit met de groeiende christelijke kerk kwam in de Joodse wereld steeds meer de nadruk op de Torah te liggen.

2) De kerk geeft op een andere manier een vervolg op de TeNaCh. Zij nam deze boeken over in de volgorde van de LXX: de profeten als laatste. Daarop aansluitend voegde zij de nieuwtestamentische geschriften toe, die werden gezien als de vervulling van de profetische beloften.

3) In de islamitische wereld is de Bijbel in een nog ruimer geheel geplaatst: dat van het optreden van de profeet Mohammed en de Koran. In dat kader verandert de vraag naar de strekking van de Bijbel in de vraag wat de boodschap van OT + NT + Koran is.

terug

Achtergronden


Geloof Kennis en Openbaring
Bijbel
Iets, God, opnieuw God
Israël, Volken, Kerk
Oude Tijd, Nieuwe Tijd
Oude Mens, Nieuwe Mens
Jezus
Passio, Pasen, Pinksteren
Theologische Stromingen
Theologische Begrippen

 
 

Afkortingen


Bijbelboeken > Register kolom 2

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
Lat = Latijn
LXX = Septuaginta (Griekse Vertaling vh OT; 250 - 50 vC)
LV14 = Leidse Vertaling 1914
M = Meditatie (bv 1 Kor 13M = Meditatie over 1 Kor 13)
NA - Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus

> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)