God - omschrijving (2)

in voorbereiding

God is ‘een vereerd, bovennatuurlijk wezen’, maw Hij is een wezen, een zijnde, iets wat is. Maar alles wat is - behalve abstracte ideeën -, bestaat uit materie en/of energie. Het is ergens en op een andere plek niet. Het neemt een bepaalde plaats in tussen andere dingen. Het bestaat gedurende enige tijd; daarvoor en daarna was het er niet. Het blijft niet zichzelf, maar verandert voortdurend: opgaan, blinken, verzinken. Zulke dingen passen niet bij het christelijke idee van God. Vandaar het woordje bovennatuurlijk om God als wezen te onderscheiden van alle natuurlijke zijnden. Hij transcendeert al wat is. Daarom heet hij ook wel 'het hoogste zijnde' maar dat is niet zo gelukkig gekozen, want zo blijft God deel uit maken van de categorie zijnden.
Beter lijkt om  God 'het zijn zelf' te noemen: het zijn dat zijnt en zo alle zijden aanzijn geeft.

Bovennatuurlijk is niet buiten-natuurlijk. Zou God buiten-natuurlijk zijn, we zouden Hem niet kennen, ervaren en vereren. Maar dat doen gelovigen wel. Zij nemen aan dat (de bovennatuurlijke) God op een bepaalde manier met (de benedennatuurlijke) werkelijkheid in verband staat. Hij is het die al wat is heeft gemaakt en in stand houdt (de Schepper) en de controle heeft over de gebeurtenissen in natuur en geschiedenis (het Opperwezen).

Nu komt het er bij deze omschrijving helemaal op aan welke ervaring iemand er toe heeft gebracht zo over God te spreken. Bij Schepper zou dat het gevoel van verwondering kunnen zijn over de pracht van de natuur (Ps 104), of over het feit dat je er bent (Ps 8), of verbazing over het gegeven dat er iets is en niet niets. Bij Opperwezen zou dat het gevoel van geborgenheid kunnen zijn (Ps 91) of besef van je eigen nietigheid (Job 38vv), of onheiligheid. Schepper, Opperwezen en andere woorden voor God als Koning, Herder, Rechtvaardige, Heilige mogen niet losgemaakt worden van de onderliggende Godservaring. Als dat wel gebeurt, leidt dat al gauw tot onsporingen. Zo bv de karikatuur van het Opperwezen waarbij God als een absolute vorst wordt gedacht die alles kan en mag van zichzelf. Die regen en droogte regelt, rijkdom en armoede, oorlog en vrede enz. Die af en toe op de natuurlijke loop van de gebeurtenissen onderbreekt om een wonder te verrichten. Die heel grillig de ene mens verkiest, de ander verwerpt.

 

Helaas is er heel veel getheoretiseerd over God los van de religieuze ervaring en de Bijbelse openbaring. Dan ging men uit van het denken (natuurlijke theologie: God het hoogste idee) of van de natuur (algemene openbaring: God de verklaring voor wetenschappelijke vraagstukken).

Dat leverde de volgende Godsbeelden op

Idealistisch theïsme
De hoogste idee is het goede (Plato)...wat zijn de goden bij Plato?
Neaplatonisme: emanatie
Augustinus:
Tillich: het zijn zelf

Kosmologisch theïsme (Opperwezen)
De onbewogen beweger (Aristoteles)
Thomas van Aquino (kosmologische Godsbewijzen)
Deïsme

Abstract-logisch theïsme
Anselmus van Canterbury (ontologisch godsbewijs)
E. Rutten (moderne godsbewijzen)

Pantheïsme
Spinoza

Pan-entheïsme
Procestheologie ( )

 

Ervaring van God
transcendente ervaring
religieuze ervaring
Godservaring
Christuservaring
Geestervaring (Pinksteren, Charismatisch, Evangelisch, Opwekking, Welvaartsevangelie)
Mystiek

Moralistische God
Kant
Voltaire


Een bijzonder Godsbeeld hoort bij de mystieke ervaring. Het is zo paradoxaal dat het eigenlijk geen Godsbeeld is:

God is niet een zijnde en ook niet een niet-zijn, en toch het meest reële

niet het licht en ook niet het donker, en toch het meest zuivere en warme

niet kracht en ook niet zwakte, en toch fundamenteel voor alles

Om deze God te ontmoeten, moet de mens zelf tot een niets worden. Dwz hij moet al zijn rollen en maskers afleggen, zijn ikzucht opgeven, ahw sterven en helemaal leeg worden. Dan zal hij ervaren dat hij niet vergaat, maar gedragen wordt door ‘iets waar geen woorden voor zijn’ (God). Op dat moment van inzicht en vereniging is de mysticus in het licht en vrij.

Ik heb deze ervaring nooit gehad en ik kan daar niet over oordelen. Het lijkt me aan de ene kant geweldig zoiets mee te maken. Aan de andere kant vraag ik me af of deze ervaring wel een ervaring met de Christelijke God is. In de Bijbel kom je die niet tegen, al kun je die in sommige verhalen erin teruglezen (Elia, Paulus). Zouden de mystieke ervaringen niet opgeroepen zijn door de geestelijke oefeningen die vele mystici zichzelf opleggen? Vasten en isolement kunnen tot een flinke ontregeling leiden. Wat is het verschil met een bijna-dood-ervaring? Of met psychedelische ervaringen na het gebruik van lsd? Karen Armstrong verwarde haar epileptische aanval met een mystieke beleving.

 

Bijbelse Godsbeeld?

Niet uit theoretisch, filosofische interessen

Geen verklaring voor wetenschappelijke vragen

Anders dan de goden: geen projectie, werkzaam, persoonachtig, voorkeuren, gerechtigheid

Volstrekt uniek > dus geen soornaan >geen beeld mogelijk GOD = geen object van definitie

Kritiek op God
Atheïsme (vooral gericht tegen Opperwezen)
Materialisme
Marx
Nietzsche
Feuerbach
Schopenhauer
 

terug

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 1)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
dwz = dat wil zeggen
eva = en vele anderen
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HSV = Herziene  Staten Vertaling
HTB = Het Boek
ID = Intelligent Design
itt = in tegenstelling tot
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
p. = pagina of pagina's 
PKN = Protestantse Kerk Nederland
PM = Post Modernisme
Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84)
Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2)
vC =  voor Christus
vd = van de
vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3)

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = antithetisch parallellisme

 

 

×