De 'bekering' van Saulus (1)

In het kort
De grootste apostel van de kerk begon als een bestrijder van de christelijke geloofsopvatting en een vervolger van de eerste christenen. Terwijl hij daar mee bezig is, komt hij bij Damascus tot inkeer. Saulus1 zoals hij tot dan toe heet, laat zich dopen. Onder zijn tweede naam Paulus2 is hij de rest van zijn leven actief om het evangelie aan Joden en niet-Joden (Hebr.gojiem = heidenvolken) bekend te maken en hen tot geloof te brengen. De vervolger werd een verkondiger.

Bekering?
Het gaat niet om een bekering zoals wij die opvatten:

  • dat je van godsdienst verandert: Saulus blijft Joods-gelovig. Hij gaat over naar de Messiaanse variant die de Joodse christenen op dat moment vormen (naast Farizeeën, Sadduceeën en Essenen)
  • dat je verandert van ongelovig, atheïstisch in religieus,
  • dat je een slechte gewoonte (bv drankmisbruik) afzweert.

Dat is bij Saulus allemaal niet aan de orde.

Wat is er dan wel aan de hand? Dit: in het toenmalige Joodse geloof leeft heel sterk de gedachte dat Gods koninkrijk aanstaande is en dat het belangrijk is de Torah nauwgezet na te leven. Dan zou gauw het moment aanbreken waarop de Ene God terug komt ‘...om zijn koninkrijk te stichten, en van de wereld één grote tempel te maken, die vol is van zijn glorie, en om alle mensen – of in elk geval zijn uitverkoren volk – in staat te stellen de Tora volmaakt na te leven.’ (Wright, Paulus blz 35) Nalatigheid betekent vertraging van de komst van Gods Rijk. Vandaar dat Saulus strikt de Joodse wetten naleefde (Gal 1: 14) en fanatiek (Filp 3: 6) de (Joodse) christenen bestreed omdat die niet zulke hoge verwachtingen van de wet en de tempel hadden. Vgl Joh 16: 2 Zij meenden nota bene dat de redding van mens en wereld van een gekruisigde messias, die ook nog eens zou zijn opgestaan, afhangt3 dwz van Jezus.

Maar op weg naar Damascus verschijnt hem deze Jezus. Dan wordt hem duidelijk dat niet de wet en tempel hemel en aarde verenigen. Het zijn (slechts) ‘...glorieuze verwijzingen naar de nieuwe eenheid tussen hemel en aarde, en die had in Jezus gestalte gekregen.’ (Wright 65). In Jezus ziet hij God in een nieuw en stralend licht (Wright 65).4

Saulus is er kapot van, zijn wereld stort in. Met al zijn geloof, goede bedoelingen en ijver was hij iemand geworden die God tegenwerkte. Pas bij Annanias, een van de christenen in Damascus, krijgt hij het zicht terug en sterkt hij weer aan.Uit Paulus' latere brieven kunnen we opmaken hoe ingrijpend de verandering is die Jezus bij Saulus teweegbrengt. Het betekent dat hem de ogen open gaan voor de genade die God in Jezus bewezen had: gratie in plaats van oordeel. De herschepping van hemel en aarde zit niet vast op tempel en Torah; Christus is het die Gods nieuwe wereld brengt. Allen die geloven – joden en gojiem – zijn er welkom (Gal 3: 28). Door hem brengt God de mensheid onder één hoofd (Christus, een nieuwe Adam), wordt de aarde weer paradijs met God wonend te midden van mensen. (Gen 1 - 3).

Omdat dit op weg naar Damascus gebeurde, spreken we liever van ‘Damascus-ervaring’ dan van bekering dat associaties oproept die in het geval van Paulus niet van toepassing zijn.

Bronnen
Paulus zelf komt in zijn brieven enkele keren te spreken over zijn verleden en Damascus-ervaring:

  • Gal 1: 15v  Maar toen besloot God, die mij al in de moederschoot had uitgekozen en die mij door zijn genade heeft geroepen, 16 zijn Zoon in mij te openbaren, opdat ik Hem aan de heidense volken zou verkondigen. (NBV21)
  • Kor 4: 6  Want de God die heeft gezegd: ‘Uit de duisternis zal licht schijnen,’ heeft in ons hart het licht doen schijnen om ons te verlichten met de kennis van zijn luister, die afstraalt van het gezicht van Jezus Christus. (NBV21)]
  • 1 Kor 9: 1 Ben ik niet vrij? Ben ik geen apostel? Heb ik niet Jezus, onze Heer, gezien? En bent u niet het werk dat ik dankzij de Heer tot stand heb gebracht? (NBV21)
  • 1 Kor 15: 8  Pas op het laatst verscheen Hij ook aan mij, misgeboorte die ik was. (NBV21)
  • Filp 3: 7v   ik heb de gemeente fanatiek vervolgd en ten aanzien van de rechtvaardigheid die de wet voorschrijft was er op mij niets aan te merken. 7 Maar wat voor mij winst was, ben ik omwille van Christus als verlies gaan beschouwen. (NBV21)

Veel uitvoeriger is Lucas. Hij schrijft in deel twee van zijn dubbelwerk Luc-Hnd over Paulus' Damascus-ervaring. In Hnd 9 vertelt hij hoe hij zich dat voorstelt. In Hnd 22 en 26 legt hij Paulus een redevoering in de mond waarin hij over deze dingen spreekt. Deze drie gedeeltes lijken sterk op elkaar, maar bevatten ook opvallende verschillen. Omdat we Lucas kennen als een groot verteller, ligt het niet voor de hand dat hij zich hier, bij zo'n cruciale gebeurtenis, vergist heeft. Zo is het inderdaad blijkt hier.

-----
1 Vergrieksing van Saul, de naam van Israëls eerste koning. De naam betekent 'de geroepene' Zo heet Saulus in Hnd t/m 13: 9
2 Latijn, betekent klein of gering – Paulus en zijn familie bezitten het Romeinse burgerschap. Het zal zijn tweede naam geweest zijn. Zo heet Paulus in Hnd vanaf 13: 9.
3 Saulus, die het geweld niet schuwde zal een voorbeeld hebben genomen aan Pinehas (Num 25), Elia (1 Kon 18), de Makkabeeën andere redders van het volk.
4 Er zijn ook andere verklaringen: visioenen zouden een gevolg zijn van uitdroging of epilepsie of schuldgevoel vanwege meewerken aan steniging Stefanus of spanning hoge godsdienstige eisen en verwachtingen. Deze verklaringen zeggen meer over de uitleggers dan dat ze de teksten recht doen.
 

terug

Afkortingen

Bijbelboeken > Register kolom 2
adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
Lat = Latijn
LXX = Septuaginta (Griekse Vertaling vh OT; 250 - 50 vC)
LV14 = Leidse Vertaling 1914
M = Meditatie (bv 1 Kor 13 M = Meditatie over 1 Kor 13)
NA - Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (Ps 84 Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus