Albert Camus


Afb 26 Albert Camus
Photograph by United Press International, Public domain, via Wikimedia Commons


Inleiding
Albert Camus (1913 – 1960) was naar eigen zeggen meer schrijver dan filosoof. Maar in zijn werken hield hij zich wel met belangrijke filosofische thema’s bezig, vooral met het nihilisme van Nietzsche.

Eerste periode
In zijn eerste werken verschilt hij inhoudeliijk maar weinig van hem. Ook bij Camus de overtuiging dat het leven geen zin of betekenis heeft. God is dood, dwz, het christendom heeft afgedaan, eeuwige waarden en normen zijn er niet.
Het zinloze of absurde bestaat niet alleen uit lijden, ziekte en dood, maar evengoed uit alles wat het leven aangenaam maakt. Want een alles overkoepelend systeem of geloof is er niet. Een groot verhaal waar de mens op een of andere manier deel van uitmaakt en waar hij zijn lief en leed bij onder brengt is niet geloofwaardig meer. Het leven is niet alleen zinloos omdat het in de dood eindigt; het is als zodanig al zonder betekenis, want het heeft geen doel of bestemming. Je moet zelf  bepalen voor wie of wat je leven zult. Ook waarden en normen ontbreken, je moet zelf bedenken wat goed en kwaad is. Dat alle mensen gelijk zijn, is ook niet meer vanzelfsprekend.

Het absurde bij Camus bestaat uit drie elementen:

  • mensen zoeken naar eenheid en helderheid
  • maar vinden die niet: God is dood (er zijn geen grote verhalen, geen transcendente ideeën meer)
  • als een mens zich dat realiseert, wordt leven een probleem.

Volgens Camus levert dit de filosofische vraag bij uitstek op: is het leven de moeite waard?
Camus geeft zelf drie mogelijke antwoorden:

  • nee, je maakt een einde aan je leven
  • nee, je vlucht in het geloof (Kierkegaard’s sprong)
  • ja, je aanvaardt het leven zo absurd als het is, zoals Sisyphus dat doet.
    Ergens is dat een daad van (individuele) opstandigheid: je laat je door het zinloze niet uit het veld slaan, maar leeft het leven.
    Het is ook vrijheid, nl los van God en zijn gebod, geen zonde enz.
    En er is ruimte om te genieten, hoe meer hoe beter, van het goede dat het leven te bieden heeft. Camus noemt als voorbeeld Don Juan, de verleider, maar ook Caligula, de bloeddorstige keizer van Rome.

De gelijkenis met Nietzsche is nog steeds opvallend: daar is het de Übermensch die alleen aan zichzelf verantwoordig schuldig is en zijn eigen wil doorzet desnoods met moord en geweld. Dat is vanuit het perspectief van de Übermensch allemaal legitiem. En andere gezichtspunten dan het zijne doen er niet toe.

Tweede periode
Na de tweede wereldoorlog stelt Camus zijn filosofie bij. Het geweld van Caligula en het amorele gedrag van Don Juan ziet hij als een gevaar: in z’n betekenisloosheid ontspoort het nihilisme en is het een bedreiging voor het menselijk sameleven. De vraag die hem nu bezig houdt is: hoe valt moord te vermijden?

Camus wijst dan op de sociale dimensie, vooral in L’Homme Révolté (1951). De echte opstandigheid is een solidaire opstandigheid. Alle mensen hebben immers te maken met onrecht, lijden en dood. Opstandigheid is een fundamenteel aspect van het menselijk bestaan1.Met een variant op het motto van Descartes 'ik denk, dus ik ben' zegt Camus `ik kom in opstand, dus wij zijn`.

Opstandigheid is niet alleen nee-zeggen tegen alles wat een mens onderdrukt en vernedert, maar ook ja-zeggen op de menselijke natuur en de waardigheid van het leven. Daar horen volgens Camus waarden bij als solidariteit (vanwege de algemene menselijke natuur) en respect (vanwege de waarde van het leven). In het verlengde daarvan wijst Camus geweld, revolutie en moord af, want strijdig met de waardigheid van het leven. Zo kunnen we misschien de wereld een klein beetje vooruit helpen. Als we maar niet onze idealen gaan verabsoluteren. Het doel heiligt niet de middelen2. Want dan voegen we dwang, geweld en dood aan de wereld toe, ipv vrijheid.

Het absurdisme van de latere Camus is dus beslist niet nihilistisch te noemen. Het leven is weliswaar zonder hogere zin of diepere betekenis, maar in het leven kunnen wel belangrijke waarden als gerechtigheid, zorg, aandacht, vriendschap, liefde gerealiseerd worden. Er valt ook te genieten van de zon, het strand, de natuur, van het hier en nu, van werk en verantwoordelijkheden. Dat maakt het leven, zinloos als het is, toch de moeite waard.

Camus heeft geen ruimte voor God en het traditionele geloof. Toch hanteert hij wel de categorie van het heilige, bv voor de indrukwekkende natuur en voor de waardigheid van het leven.  In 1957, als hij de Nobelprijs voor de literatuur krijgt, spreekt Camus zijn bewondering voor persoon en leven van Jezus uit.3


 

-----
1 Dieren hebben dat niet, want vragen niet naar zin, ervaren geen zinloosheid. Dat is zijn menselijke natuur. Zo leidt Camus uit de opstandigheid de menselijke natuur en de waardigheid van het leven af. Daarmee komt Camus in conflict met Sartre, die een natuur, essentie of wezen van de mens afwijst.
2 Zoals in het fascisme, communisme
3 Kenny Depaepe, Levenshouding en mensbeeld in tijden van nihilisme en absurdisme. Afstudeerscriptie p. 60
 

terug

Achtergronden


Artikelen over:
Geloof Kennis en Openbaring
Bijbel
Iets, God, opnieuw God
Israël, Volken, Christenen
Oude Tijd, Nieuwe Tijd
Oude Mens, Nieuwe Mens
Jezus
Passio, Pasen, Pinksteren

Kerk anno nu oa pastoraat en liturgie

Theologische Stromingen
Theologische Begrippen

 
 

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 2)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
ID = Intelligent Design
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PM = Post Modernisme
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vd = van de
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = antitthetisch parallellisme