2009 - 2024
(a) eerste crisis (optie 1) 2009-2020
In 2009 en 2010 kwamen de rampen over ons gezin: twee kinderen volkomen onverwacht zeer ernstig ziek, mijn vrouw en ik ook serieuze problemen met de gezondheid. Het loopt gelukkig redelijk goed af, al kwam de ellende nog geregeld terug en speelt het in alle hevigheid ook op dit moment van schrijven (aug - nov 2024). Maar helaas kan ik niet zeggen dat ik steun aan m’n geloof heb beleefd. Ik zocht Gods nabijheid, zijn licht, zijn kracht, zijn rust, zijn vrede. Ik bad er om en verlangde er naar, voortdurend, maar toen het erop aan kwam was het er niet. M’n verwachting over God die nabij zou zijn en al het nodige zou geven als het echt nodig was, (de dienstplichtige bij de kazerne) kwam niet uit.
In evangelische termen: ik kon me niet aan Jezus overgeven en blij, gerust en moedig zijn met het idee dat wat er ook gebeurt, mijn dierbaren en ik bij hem horen. En dat het goed komt, is het niet in dit leven, dan in het leven na de dood. Dat zal allemaal wel, maar dat idee sprak me niet aan. Ik was niet bezig met de eeuwigheid, maar met herstel van gezondheid van onze kinderen en onszelf, voor geluk en leven in dit bestaan op deze wereld. Daar zette ik me voor in, en voor dat gevecht hoopte ik op steun en kracht van het geloof.
Of in klassiek reformatorische woorden: ik kon mijn grote zorgen niet in vertrouwen loslaten cq ze in Gods handen leggen. Ik had gewoon grote twijfels of God wel iets aan ziekte kon doen, mijn zus was er immers ook niet bovenop gekomen. Ik had alleen maar een aangeleerd, mooi geloof dat me nu helaas geen moed gaf. Het verschilde in niets van wensdenken. Hoe zou ik m'n zorgen voor zoiets vaags opgeven?
Gelukkig was er veel medeleven, begrip en ondersteuning vanuit de gemeente. Dat was bemoedigend. Maar van m'n geloof had ik op deze manier meer last dan gemak. Het riep alleen maar vragen op: waarom? en waar is Hij nu? In sport vond ik geen ontspanning meer. Met een burn-out die aan een depressie grensde moest ik 2009 m'n werk tijdelijk neerleggen.
De ARBO arts verklaarde mijn toestand als een gevolg van het niet uitkomen van geloofsverwachtingen en noemde het een geestelijk conflict. Een niet-medisch probleem dus en daar kon hij me niet mee helpen. De geestelijk begeleider vervolgens dacht dat ik een nacht van de ziel doormaakte: de ervaring van leegte die volgt op een mystieke topervaring. Maar ik had nog nooit een verlichtende ervaring mee gemaakt. Dat was nu juist het probleem! Of was ik die vergeten misschien? Maar zou ik het vergeten zijn als ik de parel van grote waarde gevonden had?
Arts en begeleider konden me niet helpen. Voor mezelf zag ik drie mogelijkheden:
- Moest ik dit zien als een beproeving, en dus stug volharden in mijn geloof?
- Of was dit een leermoment met de bedoeling dat ik mijn geloof zou bijstellen?
- Of was m'n geloof een grote vergissing, moest ik er maar mee ophouden?
Dat laatste zou ik heel erg vinden. Ik zag bij anderen dat geloof zoveel goeds kan betekenen. Dat wilde ik ook voor mezelf. Ik wist zeker dat er wel 'Iets' moest zijn.
Ik bedacht dat het te vroeg was om het geloof aan de kant te doen. Dat kon altijd nog als de andere twee opties op niets waren uitgelopen. Ik koos voor de eerste: om mijn crisis als een beproeving te zien. Ik identificeerde me met Job die in zijn rampspoed er ook niets meer van snapt. Hij worstelt met God die zich verbergt en het onheil toelaat. Zo probeerde ik m’n geloof vast te houden.
Door slaaptherapie knap ik 2011 weer een beetje op. Ik zet door als predikant. Elke dag zocht ik God, bad ik om zijn nabijheid, maar zover kwam het niet. Ik kreeg steeds meer het idee dat ik me met m’n geloof maar wat wijsmaakte. Vooral tijdens het bidden dringt zich de gedachte op dat ik in gesprek ben met mezelf. Hoe mensen erbij komen te zeggen dat God er altijd en overal is, begrijp ik echt niet.
Deze dingen maakten het predikantswerk uiteraard erg moeilijk. Dat ik het toch nog jaren wist vol te houden, was omdat ik oprecht geloofde dat wat ik bracht wel de Bijbelse boodschap was1. Dat ik er persoonlijk geen bevestiging, geen ervaring van Gods nabijheid in vond, was mijn probleem zoals Job een probleem met God had. Dat lag niet aan de Bijbel of aan het geloof. Een tijdlang kon ik daar zelfs wel een paar redenen voor bedenken:
- de verhoopte Godservaring zou niet goed voor mij zijn. Het zou van mij een fanatieke drammer kunnen maken.
- mijn geestelijke armoede is juist goed voor mijn werk. Zo kan ik mensen die weinig van God ondervinden goed aanvoelen.
Zo maakte ik van de nood een deugd. Maar de worsteling met God bleef en putte me uit. In 2019 volgde een tweede burn-out.
(b) tweede crisis (optie 2) 2020-heden
Op advies van mijn ‘slaapcoach’ ging ik studeren en schrijven. Ik begon daarom 2020 een website om mijn geloof op een rijtje te zetten en te onderbouwen met Bijbeluitleg. Ik kwam tot een rijtje van 14 punten met het sleutelverhaal in het midden. Ik was nog maar net begonnen toen ik opeens ernstig ziek bleek te zijn. De diagnose luidde alvleesklierkanker. De schok was uiteraard enorm. Ik realiseerde me dat ik nog steeds niet wist waar ik met God aan toe was. Toen mijn ziekte bleek mee te vallen - 't ging om een ontsteking die met prednison overging – was dat een flinke stimulans om alles op alles te zetten en niet op te geven met zoeken voordat ik God gevonden had.
Ik omschreef God eerst (punt 1 van de 14) als de Schepper die aan alle zijnden aanzijn verleent, in wie en door wie alle dingen bestaan. Een hogere dimensie die alle lagere omvat, zoals ik van mijn leraar wiskundeleraar meneer Quant had geleerd. (pan-entheïsme) Dat liet zich prima verbinden met 'mijn' interpretatie van de klassieke dogma's over de Triniteit (Vader, Zoon en Geest) en Christologie (Jezus God en mens). Maar zo wordt God toch ook verantwoordelijkheid voor aardbevingen, tsunami’s, erfelijke ziektes, corona virussen en andere ellende in zijn Schepping. Dat riep alleen maar de waarom-vraag op.
Later, in een tweede versie omschreef ik God als een puur goede Geest uit wie de materiële werkelijkheid was voortgekomen en die daaruit steeds hogere vormen van leven tevoorschijn brengt: planten, dieren, mensen (procestheologie). Dit ontwerp houdt het onheil in de schepping verder bij God weg, maar roept wel weer de waarom-vraag op, zij het ietsje anders: waarom God deze lange weg met zijn mensen gaat en of Hij het wel tot een goed einde weet te brengen.
In die periode kreeg ik één keer het gevoel dat ik op de knieën moest om te bidden. Toen ik dat blij, eerbiedig en vol verwachting deed was het gevoel van Gods nabijheid al weer weg. Of was een vorm van zelfsuggestie?
Tenslotte komt het moment dat ik dacht: ik heb zo vaak 'nee' gekregen, ik moet niet langer volharden (optie 1), maar uit het nee opmaken dat mijn zoekontwerp - om met Kuitert te spreken - niet deugt. Hij is anders dan ik Hem probeer voor te stellen en te ervaren. Dat nee vat ik nu niet langer als een test of beproeving op, maar als een leermoment: (optie 2). Het is een opdracht om Hem anders te zien, geloven, zoeken of beleven en niet langer te volharden bij het oude.2 Op dat besluit volgde niet een hemelse uitbrander zoals Job die kreeg toen hij zijn conclusies trok (Job 38vv), maar ook bevestiging bleef uit.
Dat nieuwe ging ik wel zoeken, maar ik had het nog lang niet gevonden. Dat maakte het onmogelijk om nog langer voor te gaan in de kerkdienst3. Op de oude manier doorgaan en de mensen de mooiste dingen over God, zijn hulp en nabijheid vertellen terwijl ik daar zelf geen ervaring mee had en er steeds meer aan was gaan twijfelen, dat kon natuurlijk niet. Eind 2022 maakte ik de balans op en vond dat ik al met al maar weinig gedragen was door God (meer transpiratie dan inspiratie) en dat er niet veel zegen op mijn werk rustte. God moest maar een ander sturen die meer geschikt was om de kerk leiding te geven en de gemeente op te bouwen. Met een mengeling van opluchting, verdriet en pijn in m’n hart diende ik m'n ontslag in. Het werd me een paar dagen later zonder vragen, bezwaren of nazorg verleend en per 1 juli 2023 ben ik emeritus.
Een verhaal om in te wonen
Een jaar later, tijdens de Paasdienst van 2024 kreeg ik een idee over de richting waarin ik een antwoord zou kunnen vinden. Er werd gelezen uit Gen 1, het scheppingsverhaal. Ik bedacht: waarom zou je dat verhaal niet gewoon geloven en het leven leiden dat daarbij past?4 Natuurlijk weet ik van big bang en evolutie. En ik heb geen enkele behoefde om die af te wijzen. Wat mij betreft is het verhaal van de wetenschap gewoon waar, maar die waarheid geldt alleen binnen een bepaalde context. Over diezelfde wereld valt ook een ander verhaal te vertellen. Een verhaal op de menselijke maat: zeven dagen maar duurt het; geen miljarden jaren. Daar verdwaal je niet in, daar kun je je in thuis voelen. Niet teveel willen weten en begrijpen van God. Je moet van je geloof geen ‘groot verhaal’ of systeem willen maken: dat roept alleen maar vragen, twijfels, discussie en verzet op. Leef van de kleine verhalen. Zo kwam ik op het spoor van de voor mij tamelijk onbekende narratieve theologie. Op deze site verken ik deze vorm van theologie en probeer te bedenken of het wat voor mij is.
Bij wijze van voorlopige afronding vat ik mijn zoektocht tot nu toe samen in conclusies tav het oude en uitgangspunten voor het nieuwe
-----
1 Zie de preken op deze site en oordeel zelf.
2 Een andere verklaring zou kunnen zijn:
- dat God wel bij me is, maar dat ik geen antenne heb om hem op te merken. Maar sinds wanneer is blind- en doofheid een beperking voor God om zich te openbaren?
- dat God me niet wil. Hij heeft me niet uitgekozen, maar verworpen en dan kan ik nog zo m’n best doen, maar dan zal dat allemaal niet helpen. Dat is echter een opvatting van de uitverkiezing of predestinatie waar ik niets mee kan en die naar mijn idee haaks staat op alles wat met christelijk geloof te maken heeft. 'Zoekt en gij zult vinden', aan dat woord van Jezus houd ik me liever vast.
3 Er waren nog meer redenen, die vind je hier.
4 Toch zou me dit later niet bevredigen: het is teveel spel, een doen alsof. Dat kan prima tijdens een kerkdienst. De liturgie heeft immers iets van een spel: meedoen met de liturgie en je mee laten slepen door de wereld van het geloof. Maar daarna wil je toch ook de echte wereld iets beter begrijpen: hoe staat God in relatie tot de schepping? Oefent Hij daar invloed op uit? En zo ja, hoe, waar, wanneer dan? Is zijn besturing ergens aan herkenbaar? Kunnen we in het dagelijks leven iets van Hem ondervinden? Waar mogen we op rekenen?
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = antitthetisch parallellisme |