Goed lezen
Hoe goed moet je kunnen lezen om de Bijbel te kunnen waarderen? In het onderwijs heeft men het wel over zes niveaus van leesvaardigheid. Voor je geloof zijn die lang niet allemaal nodig.
Inleiding
Leraren Nederlands onderscheiden zes niveaus van leesvaardigheid of literaire competentie: van zeer beperkt (1) tot zeer uitgebreid (6). Het streven is dat een leerling uiteindelijk niveau 4 (havo) of 5 (vwo) haalt. Dat geldt als goed, 5 resp 6 als uitstekend; 3 resp 4 als voldoende1. Dit zijn ze:
- belevend lezen: je ermee vermaken (ontspanning, amusement)
- herkennend lezen: je leefwereld herkennen, zelfbevestiging
- reflecterend lezen: je horizon verbreden
- interpreterend lezen: diepere betekenissen ontdekken, esthetisch genieten
- letterkundig lezen: letterkundig en cultuurhistorisch verdiepen
- academisch lezen: je intellectuele ambities ermee voeden
Gewoon lezen in de Bijbel
Om gewoon - niet speciaal voor je geloof - de verhalen in de Bijbel te lezen is elke leesvaardigheid goed. Je zou dat kunnen doen uit nieuwsgierigheid. Of om de Nederlandse taal en cultuur beter te kunnen begrijpen. Onze taal is immers doorspekt met Bijbelse uitdrukking (bv Jobstijding, na ons de zondvloed enz) en onze cultuur niet te begrijpen zonder een basale kennis van de Bijbel. Treurspelen bv van Vondel (Gijsbrecht, Adam), schilderijen van Rembrandt eva, de voorstellingen in het kleurige glas van middeleeuwse kerken kun je niet volop waarderen als je onbekend bent met de Bijbelse verhalen. Een bekend voorbeeld uit het heden: de jaarlijkse Passion uitvoering.
Een lezer op niveau 1 vindt er vast spannende verhalen waarmee hij zich kan ontspannen of vermaken, bv de Jozef-novelle (Gen 37 - 50), David en Batseba (2 Sam 11), Paulus’ schipbreuk (Hnd 27) enz.
Een lezer op niveau 2 ziet dat de personages in de verhalen herkenbaar zijn: ze vertonen overeenkomsten in hun doen en laten, hun beleving is met zijn eigen gedrag: de jaloezie van Kaïn op Abel (Gen 4), de boosheid oudste van de twee zonen zoon in de gelijkenis van de verloren zoon (Luc 15: 11 – 32) enz.
Op een volgend niveau (3) ontdekt de lezer dat er ook verrassende verschillen zijn: Jozef verzoent zich met zijn broers (Gen 50: 15 - 21), Paulus is vol vertrouwen als het stormt op zee (Hnd 27: 22vv) de vader uit de gelijkenis verwijt zijn kind helemaal niets (Luc 15: 20). De verhalen bieden de lezer nieuwe perspectieven op zijn leven en deze wereld. Dat is iets wat het aan het denken zet.
De lezer op niveau 4 let al lezende op terugkerende motieven, structuren en andere vormen van gelaagdheid in het verhaal. Een motief is bv ‘buigen’ in de Jozef-novelle (van de schoven, de zon, maan en sterren, de broers). Structuren zijn een belangrijk kenmerk van de Bijbelse poëzie, bv parallellisme.
Letterkundig lezen (5) gaat nog een stap verder: de lezer wil het boek ook begrijpen in zijn literaire en historische context (synchroon: de omstandigheden ttv de schrijver en of het verhaalde). Als hij leest over bv Pilatus, wil hij weten wat voor man dat is geweest (historisch). Voor een antwoord gaat hij op zoek in bv naslagwerken. Hij vraagt zich ook af of de schrijver van schriftelijke of mondelinge bronnen heeft gebruik gemaakt (literair).2
Op niveau 6 is de lezer geïnteresseerd in verbanden van de Bijbelboeken met andere Bijbelboeken eb met de contemporaine buiten-Bijbelse literatuur.
- Binnen-Bijbels: Schrijvers reageren bv op elkaar. Het bekendste zijn wel de aanhalingen van teksten uit het OT in het NT. Maar behalve citaten komen ook complete bewerkingen voor: zo is 1, 2 Kronieken een aangepaste versie van 1, 2 Koningen. Mat en Mc zijn uitbreidingen van Mc, 2 Pe is een actualisering van de brief van Judas.
- Buiten-Bijbels: Bv het scheppingsverhaal (Gen 1) zou een kritiek zijn op Babylonische scheppingsverhalen.
Het gaat dus om de bredere ontwikkelingsgeschiedenis waar de Bijbel enerzijds invloed van onderging maar die anderzijds ook door de Bijbel is beïnvloed (diachroon: door de eeuwen heen)
Gelovig lezen in de Bijbel
Om de verhalen van de Bijbel zo te lezen dat ze je geloof versterken zijn de zes niveaus niet allemaal even geschikt.
Niveau 1 is te beperkt. Geloof is ondenkbaar zonder engagement, dat juist het omgekeerde is van vrijblijvendheid en ontspanning. Als geloofsboek wil de Bijbel niet als afleiding en amusement gelezen worden. Aan de andere kant: wie in de Bijbel ontspanning zoekt, loopt natuurlijk wel de kans dat hij gepakt wordt door het verhaal en interesse krijgt voor waar het in het geloof om gaat.
Niveau 5 is te uitgebreid: er is geen einde aan letterkundige en historische achtergronden. Niet dat die kennis verkeerd is, of dat het verboden is de Bijbel beter te leren begrijpen door aanvullende kennis van buiten de Bijbel. Maar wanneer weet je genoeg om het Bijbelse verhaal of boek met vrucht voor je geloof te kunnen lezen? Zijn literaire en geschiedkundige vragen wel zo belangrijk? Is het bv belangrijk dat je meer van Pilatus weet dan de Bijbel vertelt? Leiden dergelijke vragen niet alleen maar af van wat God door de Bijbel zeggen wil?
Die bedenkingen gelden nog veel meer voor niveau 6. Is het voor je geloof van belang om te weten dat de Bijbel het product is van een sociale en culturele ontwikkeling in het Midden Oosten van bijna 2000 jaar? Hoe de Bijbel zich naar vorm en inhoud onderscheidt van bv de kleitabletten gevonden in Ugarit of van de rollen van de Dode Zee (Qumran)? Het is niet verkeerd om daar onderzoek naar te doen, maar onbetwistbare uitkomsten heeft dit onderzoek niet veel opgeleverd. Voor je geloof kun je best zonder.
De niveaus 2 en 3 zijn wel van belang om de Bijbel zo te lezen dat je in je geloof en leven bemoedigd, bijgestuurd en onderwezen wordt. Het is fijn, confronterend, pijnlijk, bevrijdend, troostend enz om jezelf te herkennen in Bijbelse personages (niveau 2). Het is belangrijk om ook het verschillende op te merken in de Bijbelse verhalen (niveau 3). Ze bieden je een nieuw perspectief dat mogelijk helpend is voor je waardering van je leven, situatie, mogelijkheden enz. Voor herkenning (2 en perspectief (3) is niet een bepaalde opleiding nodig. Je leert het als vanzelf in de loop van het leven. Je wordt er beter in door bewust stil te staan bij wat mensen je vertellen, wat je in kranten en boeken leest enz en dan jezelf af te vragen: wat vertelt hij me / wat lees ik nu? heb ik dat ook wel eens meegemaakt? hoe deed ik toen? waarom doet hij het anders? zou dat ook wat voor mij zijn?
Herkenning (2) en perspectief (3) kunnen nog sterker naar voren komen door de Bijbelse verhalen zo nauwkeurig mogelijk te lezen (niveau 4). Dat gaat niet als vanzelf. Je moet weten waar je op moet letten. Dat kun je leren en door te oefenen (lezen) word je er steeds beter in. Voor dat leren zijn de boeken van Fokkelman heel geschikt. Een belangrijk kenmerk van zijn manier van lezen is goed letten op wat er staat. Als je dat doet, zul je merken dat de tekst (een verhaal of gedicht) niet zoveel verklaring van buitenaf nodig heeft. Alles wat je nodig hebt om de tekst te kunnen begrijpen vind je in de tekst. Op deze site vind je een soort cursus / samenvatting voor zowel proza als voor poëzie van zijn boeken.
-----
1 Zo valt hier te lezen
2 In de theologische opleiding leer je deze dingen bij het vak Umwelt en Zeitgeschichte van het OT en NT
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek) HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament p. = pagina of pagina's PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = antithetisch parallellisme |