Feit en fictie (1)
Feit en fictie staan tegenwoordig op gespannen voet met elkaar. Dat was vroeger wel anders.
Inleiding
We weten dat allerlei informatie die de Bijbel bevat, feitelijk niet klopt. Het bekendste voorbeeld is het wereldbeeld. De Bijbel stelt de aarde voor als een platte, ronde schijf, omgeven door water, waar de zon over heen draait. Deze voorstelling is aantoonbaar onjuist, weten we al eeuwen. Toch tillen we hier niet zwaar aan, waarschijnlijk omdat die voorstelling zo aansluit bij onze beleving van zon en aarde, dag en nacht. We spreken nog altijd van de zon die op gaat en onder gaat. Maar er zijn vele voorbeelden die ons wel in verwarring brengen. Het scheppingsverhaal staat op gespannen voet met de evolutieleer. De hoge leeftijden van de eerste mensen. Waar is al dat water van de zondvloed gebleven? Jericho was al verwoest toen Jozua daar met het volk Israël aankwam. Heeft Jona echt in de walvis gezeten? En Daniël in een leeuwenkuil? We hebben vier evangeliën met onderling soms grote verschillen: wat heeft Jezus werkelijk gezegd? Zijn de wonderen die hij verrichtte echt gebeurd? En zijn opstanding op de Paasmorgen, wat is daarvan te denken?
Er was een tijd dat deze dingen niet als een probleem werden gezien. Tot de Renaissance beleefde men de Bijbelse wereld als de echte wereld. Jeruzalem in de Bijbelse tektsen was niet alleen letterlijk een plaats die je kon bezoeken. Het was ook symbool voor de kerk (allegorische betekenis), voor de ziel (morele betekenis) en voor het toekomstige, hemelse Jeruzalem (de anagogische betekenis). Zo hoorden de Bijbelse verhalen bij de geestelijke wereld, het symbolisch universum dat men er als vanzelfsprekend op na hield.
Vanaf de 17-de eeuw verandert dat. Men neemt niets meer aan op gezag van de Bijbel, de Paus of de kerkvaders, maar onderzoekt zelf de werkelijkheid. De natuurwetenschappen komen op en luiden de onttovering van de wereld in, de mechanisering van het wereldbeeld uitlopend op het materialisme van vandaag. Voortaan beleeft men de wereld van de eigen ervaring als de echte en probeert men de Bijbelse daar in te passen. Dat lukt steeds minder goed. Daardoor verliest de Bijbelse boodschap zijn relevantie voor het dagelijks leven.
In een poging dat probleem op te lossen ging men in de theologie op zoek naar ‘wat er werkelijk gebeurd is’ en naar ‘de echte woorden van Jezus’. Men wilde de harde feiten achterhalen en die scheiden van de interpretatie van de schrijvers. Over de harde feiten zou iedereen het dan eens kunnen zijn. Dat waarover men het eens was zou dan als basis kunnen dienen1 voor het vervolg: de gelovige duiding van de schrijvers, en hoe die te beoordelen is: geloofwaardig of niet.
Hoe loffelijk ook dit streven, het werkte niet. Het kritische onderzoek (tal van methoden) van de Bijbel leverde geen harde feiten op, maar bibliotheken vol theorieën over wat er gebeurd zou zijn, hoe dat mondeling en later schriftelijk zou zijn overgeleverd, over invloeden zus en zo van buitenaf (Babel) en van binnenuit (Joodse cultus, Qumran, Rabbijnse tradities). Beroemd of berucht is de Babel-Bibel Streit, de Documentenhypothese, de Leben-Jesu Forschung. Dat leidde tot een verschraalde omgang met de Bijbel.2
De conclusie moet zijn dat het niet goed mogelijk is om met wetenschappelijke methoden de harde, kale feiten van de subjectieve geloofsinterpretatie te scheiden. In de Bijbelse verhalen zijn de vier factoren God, mens, wereld en geschiedenis tot een hechte eenheid samengeweven. Het is religieuze taal, die alleen is te verstaan door die vier in hun samenhang te lezen, niet door het verhaal in zgn harde feiten en subjectieve duiding te ontleden. Wie daaraan begint kan er alle kanten mee op zo blijkt wel uit het onderzoek naar de zgn echte of historische Jezus. Hij is als een romanticus, een apocalypticus, een revolutionair, een wijsheidsleraar enz afgeschilderd.
Je kunt ook verkeerde vragen aan een tekst stellen. Bv zat Jezus op één (Mc en Luc) of twee ezeltjes (Mat) toen hij Jeruzalem binnenging? Ben je ook maar een stap dichter bij het verstaan van die verhalen gekomen als je op die vraag een antwoord hebt? Of gegroeid in je geloof? De Bijbel is niet als een puzzelboek bedoeld en stelt ons niet de vraag ‘hoe zat het nu precies, wat zou er echt gebeurd zijn’? Het is een bundel religieuze verhalen die het geloof willen wekken en voeden (Joh 20: 30v). Het gaat erom de betekenis van de tekst in te zien (wat staat er?) en het existentiële belang ervan te vatten. Maw we moeten de teksten niet historisch-kritisch ontleden, maar als een zinvolle complete, samenhangende compositie lezen en met verbeelding interpreteren. De schrijver daagt ons uit de Bijbelse verhalen te verbinden met onze eigen ervaringen. Wij leren andere mensen kennen, andere mogelijkheden, andere keuzes. In die confrontatie groeien wij als mens.
Vervolgvragen:
Met 'echt gebeurd' bedoelen we twee verschillende dingen:
- Dat iets met historische methoden aangetoond kan worden (bv de uitspraken van Jezus)
Hoe belangrijk is een relatie met het verleden? Is het verleden alleen datgene wat met historische methoden aantoonbaar is? Wat is de waarde van een verbeeld verleden (bv mythen)?
Wat voor relaties tot het verleden zijn er mogelijk? (behalve juist / onjuist bv ook fictie, creatief bedacht enz) en wat is de waarde daarvan?
Zie Feit en Fictie (2) - Dat iets niet tegen de natuurwetten ingaat. (bv de wonderen van Jezus)
Hoe belangrijk is een relatie met de echte wereld? Beschrijven natuurkunde, biologie enz alles wat bestaat en wat er mogelijk is?
Wat voor relaties tot de wereld om ons heen zijn er mogelijk en wat is de waarde daarvan?
Zie Feit en Fictie (3)
-----
1 Als ooit de natuurlijke theologie en de algemene openbaring.
2 Hans Frei spreekt van een Eclipse of biblical Narrative, een uitdoving van de Bijbelse boodschap. (Stoker en Vroom, Verhulde Waarheid p 38)
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding aw = aangehaald werk BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham) DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen FB = FaceBook GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek) HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament P = Paulus of de brieven van Paulus p = pagina of pagina's PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra) RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme |