Ps 91

Tekst: Ps 91 NBV21

Inleiding

Het is onbekend wie de dichter van Psalm 91 is. Als het klopt dat met de schuilplaats van de eerste twee verzen de tempel is bedoeld, moet het iemand uit de tijd van koning Salomo of daarna zijn geweest.. Maar het is ook mogeljk dat de dichter niet een enkeling was, maar dat meerdere dichters aan dit lied gewerkt hebben.
Het thema vinden we in vers 1v, het centrale vers vinden we halverwege, op de grens van deel 1 en deel 2 (9a)
Het eerste deel 1 - 8 heeft 56 woorden en 8 dubbele versregels, het tweede deel 9 - 16 eveneens.
De opbouw van de psalm is als volgt:
  • 1 – 8      4 x 2 dubbele versregels (parallellisme) 
    priester belooft Gods bescherming voor wie in de tempel verblijft
  • 9 – 16    2 dubbele versregels + 2 x 3 dubbele versregels)
  • 9a          ik - de gelovige/asielzoeker spreekt zijn vertrouwen uit
  • 9b – 13  nogmaals belofte van bescherming als 1 - 8
  • 14 – 16  Ik God belooft zijn bescherming en redding
De tempel is een vrijplaats, toevluchtsoord of asiel (Gr asulon = plek waar niet geroofd wordt). Iemand op de vlucht kon er zeker van zijn, dat hij in de tempel veilig was. Vgl het kerkasiel voor de asielzoekers.

Datering
De psalm stelt gevaar tegenover bescherming. De gekozen bewoordingen zijn zo algemeen dat de psalm even goed in de bedreigende situatie van vòòr de ballingschap past als in de tijd na de terugkeer. De duizenden en tienduizenden die vallen (7) gecombineerd met de pest (3b en 6a) en de plaag (6b) zouden kunnen wijzen op de belegering van Jeruzalem door de legers van koning Sanherib1 (700 vC). Die belegering werd afgebroken omdat in het kamp van de Assyriërs de pest was uitgebroken. Maar dat zegt niets over de tijd dat dit lied gemaakt is. Dat kan eeuwen later zijn geweest.

Bedreiging
In uiteenlopende beelden brengt de psalm het gevaar onder woorden. Het gaat om allerlei vormen van onheil: het (verraderlijke) klapnet van de vogelvanger (3a), de dodelijke pest (3b), de afgeschoten pijl (5b). Het gevaar is er dag en nacht (5 en 6). Het gaat om het kwaad dat mensen elkaar aandoen (8b, 10a), mogelijk ook demonische machten (pest en koorts 6) en plagen (10b) die ‘natuurlijk’ zijn. Daar horen ook leeuw/roofdier en adder/slang (13) bij en zelfs de levenloze natuur: de steen (12) waarover je zou kunnen struikelen.

God
De bedreigde mens mag redding van God (2b Eloha) verwachten. Hij heet hier de Allerhoogste (1a en 9b Elyon), de Ontzagwekkende (1b, Sjaddai). Deze titels benadrukken het alles overtreffende, de majesteit van God, de afstand tussen Hem en de mensen. Maar juist in dat groter en anders zijn dan mensen wil Hij mensen nabij zijn. Daarom is zijn naam Jhwh: Ik zal er zijn. (weergegeven met HEER in 2a, 9a). Dat verzekert de dichter voortdurend (1 - 13) en tenslotte onderstreept God dat in de ik-vorm zevenvoudig (!) in de laatste drie verzen.

Redding
De bescherming is als van een vogel die haar jongen onder haar vleugels verbergt en beschermt (4a, 4b en 1?)2. God is een schild en een pantser (4c). In zijn bescherming kan jou niets gebeuren, zelfs al vallen er links en rechts van je (tien)duizenden – in de veldslag of door de pest (7). Behalve uit bescherming bestaat de redding ook uit bevrijding (3a) en redding (3b)

Waarom?
De reden dat jou het kwaad niet zal bereiken (10a) is dat je bij de HEER je toevlucht hebt genomen (2) je voor Hem uitspreekt, 9a), dat je woont bij de Allerhoogste (1, 9b). Het komt dus aan op je band of relatie met God: bevrijding is er voor wie Mij liefheeft (14a), bescherming voor wie met mijn naam vertrouwd is (14b), wie Mij aanroept (15a). Dat is het grote verschil met de (tien)duizenden die omkomen: dat zijn degenen die kwaad doen (8b) dwz mensen die zich niets van Gods geboden aantrekken (resjaim: goddelozen). Zij schuilen beslist niet bij God.
Die 'bij God wonen en met zijn Naam vertrouwd zijn' (de rechtvaardigen) daarentegen vinden redding, roem (15c), overvloed van dagen (16a). In één woord: redding (16b).

De priester bij de ingang van de tempel biedt de asielzoeker die bescherming aan (1ab) en nodigt hem uit zijn vertrouwen op God uit te spreken (2ab) In (9a) doet de onbekende asielzoeker dat: U bent mijn toevlucht, HEER.
De dichter spreekt zich niet uit over de gojiem, de volken buiten Israël die God niet kennen.


Engelen
Eigenlijk is daarmee alles al gezegd. Maar wat moet de bedreigde rechtvaardige als hij de veilige omgeving van de tempel weer verlaat? Het antwoord vinden we in 11 – 13. Waar hij ook maar gaat, engelen zullen over hem waken (11), zelfs op hun handen dragen, zodat hij zijn voet niet zal stoten aan een steen (een heel klein onheil), maar integendeel leeuw en adder (groot onheil) zal hij vertrappen. Gods bescherming is niet aan de tempel gebonden: in de nood zal Ik bij hem zijn (15b), Ik zal zijn redding zijn (16b).

Welvaartsevangelie
Aanhangers van het zgn welvaartsevangelie leiden uit deze psalm een algemene regel af: als je echt gelooft, zal het goed met je gaan. Je kunt wel ziek worden, maar door je geloof word je beter. Altijd. Je zult er niet aan bezwijken. Want je redder is de Allerhoogste, de Ontzagwekkende. Hij kan alles en Hij is zo royaal, Hij wil de mensen die hem geloven en liefhebben alleen maar gelukkig maken. Jou zal niets overkomen (7c). Ook in andere dingen zal het goed met je gaan; werk, welvaart, geluk enz. Hij zal je met roem overladen (15c).3
Deze uitleg heeft iets aantrekkelijks, maar is toch vooral heel pijnlijk: wie niet beter wordt, gelooft kennelijk niet goed. Dat is zeker niet de boodschap van de Bijbel. Lees maar eens Hebr 11, de lijst met geloofsgetuigen. Die begint met Abel, die door zijn broer Kaïn werd doodgeslagen. En ging het Abram en Sara zo goed? Het beloofde hebben ze niet verkregen staat er in hun geval bij (Heb 11: 13). En Mozes, de Richteren, David, Samuël, profeten, martelaren, werden zij gered? Er staat voor de tweede keer dat ze het beloofde niet gekregen hebben (Hebr 11: 39). Jezus zelf zei dat zijn leerlingen net als Hij vervolgd zouden worden (Joh 15: 20) Paulus schreef dat we verlies lijden en desondanks meer dan overwinnaars zijn (Rom 8: 35 - 37) Het is ook strijdig met onze ervaring: wat hebben we niet gebeden voor lieve mensen en toch overleefden ze hun ziekte niet. Maar wat wil de psalm ons dan meegeven?

Jezus en Ps 91
De betekenis van de psalm komt al wat meer naar voren als we letten op hoe Jezus door de duivel op de proef wordt gesteld. Hij is even te voren gedoopt in het water van de Jordaan. De Geest is op hem gekomen. Direct daarna leidt de Geest hem naar de woestijn. Na veertig dagen (buitengewone tijd) komt de beproever, de duivel. Een van de drie verzoekingen gaat zo:
Vervolgens nam de duivel Hem mee naar de heilige stad, zette Hem op het hoogste punt van de tempel en zei tegen Hem: ‘Als U de Zoon van God bent, spring dan naar beneden. Want er staat geschreven: “Zijn engelen zal Hij opdracht geven om U op hun handen te dragen, zodat U uw voet niet zult stoten aan een steen.”’ (Mat 4: 5 – 6, NBV21).
De duivel is bekend met de Bijbel en hij citeert uit onze Psalm 91: 11v. Hij heeft van deze psalm een algemene regel gemaakt: als je een relatie met God hebt kan je niets gebeuren. En Jezus heeft een wel heel innige band met God. Toen hij gedoopt werd, had een stem uit de hemel gezegd ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.’ (Mat 3: 17 NBV21). Dus: spring van de tempel, Gods engelen zullen je redden. Dan weet je het zeker, en de mensen die het zien geloven dan ook dat jij de Messias bent.

Maar het antwoord van Jezus is ‘Er staat ook geschreven: “Stel de Heer, uw God, niet op de proef.”’ (Mat 4: 7 NBV21). Voor Jezus is deze psalm niet de enige tekst in de Bijbel die er toe doet, en zeker niet de zwaarst wegende. Het beslissende woord vindt hij voor alle drie beproevingen in de Torah. Hier citeert hij Deut 6: 16.
Wie God geloven, liefhebben en dienen die zullen Hem niet uittesten om meer zeker van God te worden. Uittesten is een vorm van wantrouwen waarmee je juist je vertrouwen ondermijnt.4 Zekerheid in het geloof vind je niet buiten het geloofsleven om. Alleen gaandeweg, door toegewijd te leven, kun je groeien in vertrouwen en een inniger band met God ontwikkelen. Dat is ook min of meer de strekking van de andere plaatsen in het NT waar Ps 91 terugkomt.5.6

Conclusie
  1. De psalm belooft heel royaal redding uit alle nood van Godswege voor wie hem geloven, liefhebben en dienen. Dat is een stevige aanmoediging om bij ziekte, vijandschap en andere vormen van levensgevaar je geloof te binnen te brengen. Je beseffen dat je een kind van God bent: de Allerhoogste die in Jezus zijn liefde voor mensen en zijn macht over de dood bewezen heeft.
  2. Deze redding klinkt als een algemene regel, maar kan en mag niet uitgetest worden omdat dat ten koste van de vertrouwensrelatie gaat. En die is nu net het allerbelangrijkste in leven en in sterven.
  3. Het is dan ook ongepast om deze psalm aan anderen voor te houden en ze daarmee aan te moedigen een riskant medisch traject in te gaan. Of (even riskant) juist niet in te gaan. Dat is precies hetzelfde als waartoe de duivel Jezus probeerde te verleiden.
  4. Iets anders is, als deze psalm in moeilijkheden bij jou bovenkomt, je angst wegneemt (5a), het gevoel geeft dat God bij je is (15) en je rustig en sterk maakt voor wat komen gaat.7 Van die ervaring vertellen mensen soms: ze kwamen erdoor. Zo Spurgeon tijdens een cholera-epidiemie8 of een knokploeg in Zeeland9.
  5. Anderen hebben ook die ervaring van Gods nabijheid, maar kunnen het helaas niet navertellen:
    Bv Etty Hillesum: op de dag dat ze op transport gesteld wordt naar de gaskamers, slaat ze de Bijbel open en treft Ps 91 (ansichtkaartkaart 7 sept 1943)
    Het gedicht van Dietrich Bonhoeffer ‘Door goede machten (de engelen uit Ps 91) trouw en stil omgeven’ (Lied 511) spreek van eenzelfde rust en vertrouwen terwijl hij gevangen zit en over enkele maanden gefusilleerd zal worden.
    Jezus heeft vlak voor zijn arrestatie in Getsemane om Gods bijzondere bijstand gebeden10. Zijn gebed werd verhoord in die zin dat een engel verscheen om hem kracht te geven, maar lijden en dood werden hem niet bespaard.
    Zij alle drie en vele anderen kwamen om. Hun gebed werd niet verhoord in de zin van Ps 91.
  6. We zullen uit hun verschrikkelijke einde niet opmaken dat hun geloof of gebed niet goed genoeg was. Ps 91 spreekt heel royaal over Gods bescherming, maar zegt nergens dat wie door ziekte of dood getroffen wordt, geen goede band met God had. We mogen de belofte niet omdraaien en gebruiken als een verklaring voor wat mensen overkomt.
  7. We zullen uit de onverhoorde gebeden evenmin opmaken dat God zijn mensen in de steek laat en dat Ps 91 een leugen is.
  8. We laten het raadsel dus liever staan en proberen God desondanks te vertrouwen. Van de dood van Jezus geloven we dat hij ons daardoor met God verzoende. Het lijden van Etty Hillesum en Dietrich Bonhoeffer was betekenisvol voor mensen in hun omgeving. Misschien komt uit het lijden van anderen ook iets goeds voort. Maar om nu te beweren dat het 'daarom' was? Dat lijkt op goed praten van wat in werkelijkheid een misdaad was. De Bijbel houdt het erop, dat God zelfs zulke erge dingen (soms/altijd?) doet mee werken ten goede (Rom 8: 28). Daarmee is trouwens niet het verkrijgen van gezondheid, rijkdom oid bedoeld, maar gelijkvormig worden aan het beeld van zijn Zoon (Rom 8: 29). Dwz lijden, een kruis dragen om eens in de heerlijkheid van de Opgestane te delen.

Gespreksvragen
* Hoe kun je bij God wonen? bij Hem kind aan huis zijn? Welk gevoel hoort daar bij? Is dat gevoel altijd in je aanwezig?
* Helpt God alleen mensen die in Hem geloven en tot Hem hun toevlucht nemen?
* Hoe realistisch is het dat God je in alle mogelijke gevaren beschermt en redt?
* Hoe voorkom je dat Ps 91 je geloofsontwikkeling blokkeert en je in een kinderlijk geloof (heel afhankelijk, verdringen van de harde werkelijkheid) blijft steken? (ook wel: fluiten in het donker)
* Gaat het in de Psalm meer om een 'gehoopte werkelijkheid' dan om de reële voorhanden wereld waarin wij leven? Zoals bv ook Job 5: 20 - 26.



-----
1 2 Ko 19: 35v In die nacht ging de Engel des HEREN uit en sloeg in het leger van Assur honderdvijfentachtigduizend man. Toen men vroeg in de morgen opstond, zie, zij allen waren lijken. Dus brak Sanherib, de koning van Assur, op en aanvaardde de terugtocht; en hij bleef te Nineve. (NBV21)
2 In de vleugels van de engelen op de ark, en van de twee cherubs in het heilige der heilige van de tempel komt dat beschermende ook naar voren.
3 Dat laatste is een minder gelukkige vertaling. Letterlijk staat er ‘Ik zal hem tot eer brengen’ (Hebr. kabood)
4 Vgl: wat blijft er van de liefde over als een man zijn partner op de proef gaat stellen?
5 In Luc 10: 19 vinden we een herinnering aan Ps 91: 13. Daar zegt Jezus tegen zijn discipelen: Bedenk wel: Ik heb jullie de macht gegeven om slangen en schorpioenen te vertrappen en om de kracht van de vijand te breken, zodat niets jullie kan schaden. (NBV21). Dat is een stevige belofte, maar opnieuw, die moet geloofd worden. De waarheid ervan kan niet door uittesten vastgesteld worden.
6 In Mat 26: 52 - 54 een zinspeling op Ps 91: 11v   Steek je zwaard terug op zijn plaats. Want wie naar het zwaard grijpt, zal door het zwaard omkomen. Je weet toch dat Ik mijn Vader maar te hulp hoef te roepen of Hij stelt Mij onmiddellijk meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking. Maar hoe zouden dan de Schriften in vervulling gaan, waar staat dat het zo moet gebeuren?’ (NBV21)In Luc 13: 34 herinnert Jezus aan Ps 91:4 Jeruzalem, Jeruzalem, jij die de profeten doodt en stenigt wie naar je toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb Ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels hoedt, maar jullie hebben het niet gewild. (NBV21)
7 Ps 23: 4  Al gaat mijn weg door een donker dal, ik vrees geen gevaar, want U bent bij mij, uw stok en uw staf, zij geven mij moed. (NBV21)
8 https://www.digibron.nl/viewer/collectie/Digibron/id/tag:Daniel,19980313:newsml_e5aa90abd4b17ef86ca1803e54588cc0
9 https://www.oorlogzeeland.nl/index.php/verzet-illegaliteit/lkp
10Hij bad: ‘Vader, als U het wilt, neem dan deze beker van Mij weg. Maar laat niet wat Ik wil, maar wat U wilt gebeuren.’ Uit de hemel verscheen Hem een engel om Hem kracht te geven. Hij werd overvallen door doodsangst en bad nog vuriger; zijn zweet viel in grote druppels als bloed op de grond. (Luc 22: 42 – 44 NBV21)



 
terug

Achtergronden


Artikelen over:
Geloof Kennis en Openbaring
Bijbel
Iets, God, opnieuw God
Israël, Volken, Christenen
Oude Tijd, Nieuwe Tijd
Oude Mens, Nieuwe Mens
Jezus
Passio, Pasen, Pinksteren

Kerk anno nu oa pastoraat en liturgie

Theologische Stromingen
Theologische Begrippen

 
 

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 2)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HTB = Het Boek
HSV = Herziene  Staten Vertaling
ID = Intelligent Design
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PM = Post Modernisme
PKN = Protestantse Kerk Nederland
Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2)
vd = van de
vv = volgende  verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3)
vC =  voor Christus

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = antitthetisch parallellisme