Verklaren
Exegese in oneigenlijke zin
Is een tekst min of meer uitgelegd en begrepen, dan willen wetenschappers vaak ook weten hoe die tekst als historisch, literair, psychologisch enz product is te verklaren. Een bekende vraag is die naar de ontstaansgeschiedenis van de evangeliën, waarvoor na eeuwen onderzoek de Twee Bronnen Theorie als beste verklaring naar voren is gekomen. Voor de uitleg van een tekst uit de evangeliën is het niet echt nodig om daar van te weten. Maar de vergelijking van de synoptische evangeliën onderling levert soms waardevolle inzichten op. Dat geldt ook voor de vergelijking van de synoptische evangeliën met het Johannes-evangelie: de tempelreiniging is bij de synoptici een reformatie, bij Johannes gaat het om het einde van de tempel. Dat kon je zonder vergelijking ook wel weten, maar de vergelijking laat dat veel contrastrijker zien. Vergelijkbaar met de Twee Bronnen Theorie is de zgn Documenten-hypothese bij het oud-testamentische onderzoek van Genesis tot en met Deuteronomium.
Van oudsher wordt voor het verklaren gebruikt gemaakt van de zgn historisch kritische methode. Dat is eigenlijk een verzamelnaam voor een aantal letterkundige methodes:
- Tekstkritiek : om de best mogelijke oorspronkelijke tekst vast te stellen.
- Literaire kritiek: om schriftelijke bronnen als bv Q te achterhalen,
- Vormkritiek: om literaire vormen als gelijkenissen, discussies, wonderverhalen vast te stellen.
- Redactiekritiek: om te ontdekken welke accenten de redacteur van een samengesteld geschrift (synoptische evangeliën) wilde zetten.
Met behulp van deze methodes kan een tekst verklaard worden als een literair-historisch product. Er zijn ook andere verklaringen mogelijk. Vanuit de sociologie kan een nieuwtestamentische tekst verklaard worden als product van een kleine, missionaire religieuze gemeenschap. Een psalm, spreuk, brief kan ook opgevat en verklaard worden als expressie van de cultuur, de filosofie, de economie van een land, de psychologische gesteldheid van de schrijver of de gemeente waar hij deel van uitmaakt.enz
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding aw = aangehaald werk BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham) DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen FB = FaceBook GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek) HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament P = Paulus of de brieven van Paulus p = pagina of pagina's PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra) RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme |