Teken, vergelijking en metafoor


Tekens
Een teken (ook sein, signaal, symbool, sacrament enz) is een waarneembare vorm met de bedoeling een betekenis over te brengen. Bv een kreet, een omhelzing, een cijfer enz. Rooksignalen zijn een teken, rook op zichzelf is niet meer dan een symptoom (van vuur).
Een teken hoeft niet opgemerkt te worden om een teken te zijn.

Meestal wordt de beoogde betekenis overgebracht via een beperkt aantal tekens, bv een zin, een tekening, een beeldhouwwerk.
Zo’n reeks tekens wordt enerzijds bepaald door
  • enerzijds taal, cultuur enz waar de gebruiker uit kan kiezen (gebruikerscontext) en
  • anderzijds door het idee dat die gebruiker heeft van hoe zijn boodschap overkomt bij de ontvanger. (veronderstelde ontvangercontext).
Wie anno nu zo’n reeks tekens uit het verleden wil begrijpen, komt meestal niet verder dan een interpretatie gebaseerd op aannames over de gebruiker en zijn context en over de ontvanger en zijn context.
Om de nadelige gevolgen van vrije interpretatie tegen te gaan zijn er regels (conventies) die aangeven hoe iets begrepen moet worden, bv grammatica, afgesproken gebaren, klemtoon, woordvolgorde.

Nieuwe dingen
Om echt nieuwe dingen te zeggen zijn we aangewezen op neologismen1 en metaforen2. Een metafoor is het opzettelijk gebruik van een set van tekens tegen de regel of gewoonte in, met als doel om deze set van tekens te voorzien van een nieuwe betekenis dmv associaties. Om iets on-conventioneels te zeggen met twee of meer bestaande woorden die normaliter niet bij elkaar horen. Bv God en vader combineren tot God is een Vader in de hemelen. Daardoor krijgt God menselijker en vriendelijker trekken (mits je zelf een aardige vader had) en je vader verschijnt daardoor ook in een wat ander licht.
In de metafoor Jan is een boom is Jan de tenor (onderwerp) en boom het vehicle (inhoud, medium of drager). Deze metafoor is mogelijk vanwege een vergelijkbaar of analoog aspect dat bij zowel tenor als vehicle past: kracht, standvastigheid. (ook wel tertium comparationis).

Metafoor
Metaforen (bv wat ben jij een genie) scheppen aanvankelijk verwarring: we denken dat er iets aan de hand is en gaan op zoek naar betekenis. De betekenis die we er mee bedoelen cq uit opmaken, hangt af van de betrokken persoon (winnaar Nobelprijs of handige fietsenmaker) en zijn situatie (prijsuitreiking, plakken van een lekke band). Het kan een welgemeend compliment zijn of een ironie en spot.
Zonder kennis van cotext3 en context4 is de betekenis van een metafoor niet goed vast te stellen.

Hoe komt een metafoor tot stand?
Een metafoor ontstaat uit verwante en tegenovergestelde associaties die bij de woorden horen, bv bij de metafoor ‘de mens is een wolf’
  • Mens: intelligent, tweevoeter, hebberig, naakt
  • Wolf: sluw, viervoeter, roofzuchtig, harig
Als zo’n metafoor nog nieuw is, moet die geïnterpreteerd worden.
  • De tegenover gestelde associaties (tweevoeter en viervoeter, naakt en harig) dragen niet bij aan de betekenis van de metafoor. Die zijn waar of niet-waar.
  • De verwante associaties (intelligent en sluw, hebberig en roofzuchtig) dragen wél bij aan betekenis. Ze vormen aanvankelijk een ‘fuzzy set’ van betekenissen die gedeeltelijk waar zijn.
Door herhaald gebruik van de metafoor ontstaat uit die 'fuzzy set' geleidelijk de gebruikelijke betekenis, te weten ‘de mens is een sluw en hebberig wezen’.Er kunnen meerdere verwante metaforen ontstaan die onder hetzelfde kopje (de basis-metafoor of root-metaphor) vallen. Bv leven als een reis (levenspad, levensdoel, kruispunten, verdwalen, de weg terug vinden)
De afgevallen betekenissen blijven als associatie mogelijk.
Door langdurig en veelvuldig gebruik krijgt een metafoor een min of meer vaste betekenis en is het een dode metafoor geworden.

Vergelijking
Het verschil tussen metafoor en vergelijking is niet groot. Naar de vorm is een vergelijking een metafoor met het woordje als. Bv de mens is als een bloem die bloeit op het veld en verdwijnt zodra de wind hem verzengt (Ps 103: 15v  NBV21) Inhoudelijk of zakelijk is er geen verschil: beide maken een vergelijking.

Symbool en Sacrament
Het woord symbool reserveer ik voor tekens met een diepere, uitgebreidere betekenis. Er komt - voor wie het zien wil - iets in mee van de wereld van God. Bv de wonderen die Jezus verricht. 
Sommige symbolen zijn zo bijzonder dat ze sacramenten worden genoemd. In de Protestantse kerken de bediening van de heilige doop en  de viering van het heilig avondmaal.

-----
1 neo + logos : nieuwe + woorden, bv anderhalvemetersamenleving (woord van het jaar 2020 - coronatijd).
2 meta + foor (Gr over + dragen) dus overdrachtelijke betekenis. Een woord of beeld gebruik je voor iets anders, waarmee het enige overeenkomsten vertoont. Bv het schip (op en neer deinend op de golven) en kameel (schommelend door de woestijn) > een kameel is het schip der woestijn.
3 cotext: de woorden en zinnen in een tekst die een woord van die tekst betekenis geven.
4 context: situatie of cultuur waaruit die tekst voortkomt en die haar betekenis geeft.
 
terug

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 1)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
aw = aangehaald werk
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham)
DL = Dordtse Leerregels
dwz = dat wil zeggen
eva = en vele anderen
FB = FaceBook
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek)
HSV = Herziene  Staten Vertaling
HTB = Het Boek
ID = Intelligent Design
itt = in tegenstelling tot
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
P = Paulus of de brieven van Paulus
p = pagina of pagina's 
PKN = Protestantse Kerk Nederland
PM = Post Modernisme
P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84)
Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus
resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
SQE = Synopsis Quator Evangeliorum (bv SQE 37 = parallelle passages Mat 8: 14v // Mc 1: 29vv // Luc 4: 38v)
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2)
SVBS = Synopsis  Vlaamse Bijbelstichting (bv SVBS 57  = parallelle passages Mat 8: 14v // Mc 1: 29vv // Luc 4: 38v) vC =  voor Christus
vd = van de
vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3)

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme

 

 

×