Namen van de discipelen

De twaalven genoemd in

Mc 3: 16; 4: 10; 6: 8; 9: 35; 10: 32; 11: 11; 14: 10. 17. 20 en 43.
Mat 20: 17; 26: 14 en 47. 
Luc 8: 1; 9: 1. 12; 18: 31; 22: 3. 47 en Hnd 6: 2.
Joh 6: 67. 70 en 71; 20: 24 
Paulus 1 Kor 15: 5.

(De) twaalf icm discipelen genoemd in
Mat 9: 20; 10: 1. 2. 5; 11: 1 en 26: 20.
Mc 3: 14 
Luc 6: 13.

(De) twaalf soms apostelen genoemd in
Mc 6: 31;
Mat 10: 2;

Luc 6: 13; 9: 10; 17: 5; 22: 14; 24: 10; Hnd 1: 2. 26 2: 37. 42 en 43; 
Paulus 1 Kor 15: 7; Gal 1: 17 en 19.
(In Hnd en bij P is apostel meestal de algemene term voor zendelingen, niet meer voor de 12 leerlingen van Jezus. )

 

Mat 10: 2 - 4

Mc 3: 16 - 19

Luc 6: 14 - 16

Simon Petrus

Simon (Petrus)

Simon Petrus

Andreas, broer van SP

 

Andreas broer van SP

Jakobus, zoon van Zeb

Jakobus, zoon van Zeb

Jakobus

Johannes, broer van Jak

Johannes, broer van Jak

Johannes

 

Andreas

 

Filippus

Fillippus

Filippus

Bartolomeüs

Bartolomëus

Bartolomeüs

Tomas

 

 

Matteüs de tollenaar

Matteüs

Matteüs

 

Tomas

Tomas

Jakobus, zoon van Alf

Jakobus, zoon van Alf

Jakobus (van Alf)

Taddeüs

Taddeüs

 

Simon de Kananeeër

Simon de Kananeeër

Simon de Zeloot

 

 

Judas (van Jak)

Judas de Iskariot

Judas Iskariot

Judas Iskariot


Opvallend: Jakobus, de broer van Jezus niet genoemd. Wel een brief van hem.

Bij Johannes: geen opsomming van de twaalf maar hier en daar worden zes discipelen bij name genoemd.
Joh 1: 35vv - Twee leerlingen van JohdD worden discipelen van Jezus. Een ervan heet Andreas (de broer van Simon Petrus). Deze haalt ook Simon erbij. Nu zijn er drie discipelen.
Joh 1: 44 - Filippus
Joh 1: 46 - Natanaël
Joh 13: 4 – Judas Iskariot (13: 2 = Simons zoon Iskariot) (13: 26 de zoon van Simon Iskariot)
Joh 13: 23 – de discipel dien Jezus liefhad, de geliefde discipel
In 21: 7 de geliefde discipel. 21: 24 de schrijver van het evangelie?
Joh 14: 5 – Tomas (een van de twaalf, ook Didymus 20: 24)
Joh 18: 15 – een andere discipel, een bekende van de hogepriester (Nicodemus?)(de geliefde discipel? 20: 2)

Natanaël niet genoemd als een van de twaalf bij Mat, Mc en Luc.
Jozef van Arimathea en Nicodemus: min of meer behorend bij Jezus, maar niet vanuit Galilea met hem opgetrokken naar Juda en Jeruzalem.
De twaalven: Joh 6: 67. 70 en 71
Op één plaats 7 of meer discipelen tegelijk nl. Joh 21: 2 -Simon Petrus, Tomas/Didymus, Natanaël van Kana in Galilea, de (twee?) zonen van Zebedeüs, en nog twee van zijn discipelen.


 

terug

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 1)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
aw = aangehaald werk
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham)
DL = Dordtse Leerregels
dwz = dat wil zeggen
eva = en vele anderen
FB = FaceBook
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek)
HSV = Herziene  Staten Vertaling
HTB = Het Boek
ID = Intelligent Design
itt = in tegenstelling tot
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
P = Paulus of de brieven van Paulus
p = pagina of pagina's 
PKN = Protestantse Kerk Nederland
PM = Post Modernisme
P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84)
Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus
resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
SQE = Synopsis Quator Evangeliorum (bv SQE 37 = parallelle passages Mat 8: 14v // Mc 1: 29vv // Luc 4: 38v)
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2)
SVBS = Synopsis  Vlaamse Bijbelstichting (bv SVBS 57  = parallelle passages Mat 8: 14v // Mc 1: 29vv // Luc 4: 38v) vC =  voor Christus
vd = van de
vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3)

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme

 

 

×