Mc 1: 9 - 13


In het voorgaande was Johannes de hoofdpersoon. Vanaf nu draait het om Jezus. Om te beginnen vertelt Marcus twee contrasterende ervaringen: Jezus ondergaat de invloed van de heilige Geest en direct daarop volgend van Satan.

Mc 1: 9 – 11
9 In die tijd kwam ook Jezus daarheen, vanuit Nazaret, dat in Galilea ligt, en liet zich door Johannes dopen in de Jordaan. 10 Op het moment dat Hij uit het water omhoogkwam, zag Hij de hemel openscheuren en de Geest als een duif op zich neerdalen, 11 en er klonk een stem uit de hemel: ‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’ (NBV21)

Dat Jezus en Johannes via hun moeders familie van elkaar waren, vertelt alleen Lucas. 1: 36. Mc is in deze dingen niet geïnteresseerd. Hij laat ook al in het midden waarom Jezus naar Johannes ging om zich te laten dopen. Als lezers mogen we dat zelf bedenken. Kennelijk had Jezus van het dopen van Johannes gehoord en begrepen dat deze als een heraut voor de komende messias vooruitging (Mc 1: 2v). Het optreden van de Doper is voor hem het signaal dat het nu ook voor hem gaat beginnen. Jezus moet al veel langer gedacht hebben dat God met hem een bijzonder plan heeft.

Hij gaat naar Johannes, niet om met hem te overleggen en een plan van aanpak op te stellen, maar om zich te laten dopen. Niets wijst erop dat Johannes hem al kent1; hij doopt hem zoals hij alle anderen daar onderdompelt in de rivier.

Waarom laat Jezus zich dopen?

  • Wil hij een zondige periode afsluiten en een nieuwe start maken? Voor deze gedachte geeft Mc geen enkele aanleiding.
  • Ziet Jezus de doop als een overgangsritueel: niet langer een Joodse man zonder speciale roeping, maar voortaan de Messias, toegewijd aan God? Dat past goed bij het vervolg:

Vanuit Jezus' gezichtspunt
Er zijn drie bijzondere verschijnselen:

  1. de hemelen scheuren open
  2. de Geest daalt neer
  3. een hemelse stem klinkt

De hemel (twee keer genoemd) geeft aan dat deze dingen Gods werk zijn.
Deze dingen worden alleen door Jezus waargenomen; de Doper en de andere aanwezigen zien en horen niets daarvan3.

  1. Hij ziet de hemel open scheuren
  2. en de Geest op zich dalen
  3. de hemelse stem spreekt Hem aan: Jij...

Er is een tegengestelde beweging: Jezus komt uit het water omhoog en op datzelfde moment (Gr euthus - terstond) daalt de Geest neer als een duif. Jezus vindt onmiddellijk bevestiging. Zijn vermoeden is zekerheid geworden: Hij moet en wil voor God beschikbaar zijn en Hij kan dat ook door de heilige Geest.

Duif
De heilige Geest daalt neer als een duif. Wat wil Mc daarmee zeggen? Ziet de Geest eruit als een duif, of slaat het op het neerdalen, dat zwierig als van een duif is? We hoeven hier niet te kiezen, de tekst laat ruimte voor allebei. Interessanter is de vraag wat de symboliek van een duif in dit verband betekent2. Het meest voor de hand liggend lijkt me dat we moeten denken aan de duif die het einde van de zondvloed (Gen 8: 9 – 12), het nieuwe begin aangeeft.

Stem
Een hemelse stem zegt
‘Jij bent mijn geliefde Zoon, in Jou vind Ik vreugde.’ Binnen Mc komen deze woorden terug bij de verheerlijking op de berg (Mc 9: 7)4 Ze herinneren beide keren aan

  • een psalm over de messiaanse koning. Hij zegt van zichzelf dat God tot hem sprak: ‘Jij bent mijn zoon, Ik heb je vandaag verwekt (Ps 2: 7 - NBV21) en dan volgen er uitspraken over dat hij met Gods hulp alle volken zal verslaan.
    Dat past in zoverre dat de duivel en Jezus’ tegenstanders geen van alle hem aan kunnen. Zelfs de dood kan hem niet houden.
  • God die Abram gebiedt  ‘Haal je zoon, je enige, van wie je zoveel houdt, Isaak, en ga naar het gebied waarin de Moria ligt. Daar moet je hem offeren op een berg die Ik je wijzen zal.’ (Gen 22: 2 – NBV21)
    Dat wijst vooruit op het sterven van Jezus op die andere berg, Golgotha. Jezus weet dat dat hem staat te wachten (Mc 8: 31) en duidt zijn dood als een losprijs voor velen (Mc 10: 45). 
  • een profetie: Hier is mijn dienaar, hem zal Ik steunen / hij is mijn uitverkorene, in hem vind Ik vreugde / Ik heb hem met mijn geest vervuld. / Hij zal alle volken het recht doen kennen. (Jes 42: 1 – NBV21)
    Dit wijst op Jezus en zijn zachtmoedige manier van werken: hij schreeuwt niet en het geknakte riet zal hij niet breken (Jes 42: 2vv)

Mc 1: 12v
12 Meteen daarna dreef de Geest Hem de woestijn in. 13 Veertig dagen bleef Hij in de woestijn, waar Hij door Satan op de proef werd gesteld. Hij leefde er te midden van de wilde dieren, en engelen dienden Hem. (NBV21)

Na het hoogtepunt (van de bevestiging) bij de doop volgt terstond (opnieuw euthus) een dieptepunt: de beproeving (Gr peirazo) in de woestijn. Jezus moet daarnaartoe (uit)gedreven (Gr ekballein) nota bene door de Geest, die hem aan Satan5 overlevert! De wilde dieren (Gr thèrion) symboliseren de angstaanjagende macht van satan. Jezus blijft staande omdat de engelen hem dienen: God is met zijn geliefde Zoon.

Veertig is een bijzonder getal, dat oa wijst op een buitengewone, intensieve tijd, bv de 40 jaren in de woestijn, de 40 dagen van verschijningen. https://www.wonenineenverhaal.nl/veertig/

Wat wil de evangelist hiermee duidelijk maken?

  • Zijn de 40 dagen voor Jezus een tijd van oefening en voorbereiding op zijn optreden straks onder de mensen? Zo hebben Mat en Luc het opgevat. Zij hebben drie expliciete verzoekingen en laten zien hoe Jezus die doorstaat. Maar zoiets vinden we niet bij Mc.
  • Het zijn 40 dagen van intense blootstelling aan satan waarin Jezus. De schrik slaat Jezus om het hart als hij bedenkt waar hij aan begonnen is. Maar hij ontdekt nu ook dat Hij niets hoeft te vrezen omdat God hem met zijn engelen bijstaat en beschermt.
    Dit gedeelte heeft een tegenhanger in Mc 14: 32vv, de gebedsstrijd in Getsemane.

De satan bereikt niets met zijn beproevingen. Zo is dit dieptepunt tegelijk een hoogtepunt: Jezus blijft toegewijd aan God en zal binnenkort beginnen met zijn verkondiging van het nabijgekomen koninkrijk van God, nl als de Doper is gevangen gezet6. Wanneer deze van toneel is verdwenen treedt Jezus in de openbaarheid.

Naast elkaar:

Doop

Beproeving

Water Jordaan

Droogte woestijn

De Doper (en andere mensen?)

Satan en wilde dieren

Bevestiging

Beproeving

Kort moment

40 dagen lang

Hemelen open

----

Geest als duif

----

Stem: jij mijn zoon

----

----

Engelen dienen hem


Gespreksvragen:
* Een toppunt in het geloof duurt nooit lang, dan breekt de sleur van het gewone leven weer aan, of zelfs een tijd van verdrietigheden en zorgen. Mc zegt dat de moeilijkheden of beproevingen van zo'n woestijntijd satans werk zijn, maar ook dat het de Geest is die je daarin en daardoorheen leidt. Wat vind je daarvan?
* Noem een paar wilde dieren die de satan of duivel, de boze symboliseren. 
* Heb je wel eens meegemaakt dat je blootgesteld was aan de boze? Wat doe je op zo'n moeilijk moment?
* In het onze Vader leert Jezus ons bidden: En leid ons niet in verzoeking maar verlos ons van de boze... Hoe nodig is die bede?


-----
1 Bij Mat verbaast de Doper zich en de vierde evangelist weet (Joh 1: 29v) dat Jezus zijn meerdere is.
In het OT is de duif een vogel die als zondoffer gebracht wordt (Gen 15: 9; Lev 12: 6) een vogel die goed vliegen kan om een woonplaats te vinden (Ps 55: 7; Jer 48: 28; Hos 11: 11), een vogel iha (Ps 56: 1), beeld voor een mooi meisje (Hgld 2: 14 en 6: 9) voor zwakte (Jes 38: 14) en voor onverstandigheid (Hos 7: 11). Een grote rol speelt de duif in het verhaal van de zondvloed (Gen 8).
Bij Mat: de stem is een publieke stem gehoord door de Doper en andere aanwezigen, die Jezus aanwijst: deze is mijn geliefde Zoon…; Bij Luc komt de Geest als verhoring van Jezus’ gebed, Bij Joh maakt de Geest aan de Doper duidelijk dat Jezus degene is die met de heilige Geest doopt.
en gedeeltelijk – alleen Gods Zoon - bij het verhoor (Mc 14: 61) en bij het sterven (Mc 15: 39).
5 In het OT is Satan de hemelse figuur die Job verdacht maakt bij God, de aanklager (Zach 3: 1), wel te onderscheiden van de slang (Gen 3), de boze macht die tot zonde aanzet. In de Griekse vertaling van het OT (de LXX) is satan weergegeven met diabolos, waar ons woord duivel van is afgeleid. In het NT gebruiken Mat en Mc de woorden satan en diabolos als synoniemen door elkaar (naast de boze, de verzoeker en andere woorden.) Mc heeft echter alleen satan, geen duivel. Ook daaruit blijkt dat hij dicht bij Paulus staat (8x satan, 1x duivel Ef 4: 27)
Pas in Mc 6: 14 - 29 zal de evangelist vertellen van de gruwelijke dood van de Doper. Verder wordt JohdD nog genoemd in Mc 2: 18vMc 8: 28, en  Mc 11: 30 - 32.

terug

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 1)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
aw = aangehaald werk
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham)
DL = Dordtse Leerregels
dwz = dat wil zeggen
eva = en vele anderen
FB = FaceBook
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek)
HSV = Herziene  Staten Vertaling
HTB = Het Boek
ID = Intelligent Design
itt = in tegenstelling tot
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
P = Paulus of de brieven van Paulus
p = pagina of pagina's 
PKN = Protestantse Kerk Nederland
PM = Post Modernisme
P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84)
Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus
resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2)
vC =  voor Christus
vd = van de
vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3)

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme

 

 

×