Mc 16: 9 - 20


Ontbreekt er wat?
Het evangelie van Mc eindigt op een merkwaardige manier. Het heeft wel van het lege graf verteld, maar niet dat Jezus als de levende is verschenen aan de vrouwen bij het graf of aan zijn discipelen. De andere evangelisten en ook Paulus hebben dat wel, zij het zeer verschillend:
  • Mat vertelt dat de Opgestane Heer verschijnt op de Paasmorgen aan twee vrouwen: Maria van Magdala en Maria de moeder van Jezus. De elf leerlingen zien hem pas dagen later in Galilea, bij een berg (van de verheerlijking?). Daar geeft hij hun het zendingsbevel.
  • Lucas vertelt dat de Opgestane verschijnt op de Paasmorgen aan drie vrouwen (de beide Maria's en Johanna). Dan aan de twee Emmaüsgangers en daarna aan de discipelen. Dat gebeurt allemaal in en rond Jeruzalem. Ook het afscheid, de hemelvaart (Bethanië).
  • Johannes vertelt dat Petrus en de leerling die Jezus liefheeft het lege graf zien. Maar hij verschijnt niet aan hen. Wel aan Maria van Magdala die bij het lege graf treurt. Daarna aan de leerlingen bij elkaar, in Jeruzalem. Een week later aan Thomas ook in Jeruzalem. Daarna in Joh 21 verschijnt de Opgestane aan de leerlingen bij de zee van Tiberias / het meer van Galilea.
  • Verder horen we van verschijningen aan Stephanus (Hnd 7: 56) en aan Saulus (Hnd 9: 3vv).
  • In de brieven van Paulus niets over het lege graf in Jeruzalem. Dat veronderstelt Paulus als bekend. Hij noemt wel een heel aantal verschijningen van de Opgestane: '...en Hij is verschenen aan Kefas, daarna aan de twaalven. 6 Vervolgens is Hij verschenen aan meer dan vijfhonderd broeders tegelijk, van wie het merendeel thans nog in leven is, doch sommigen zijn ontslapen. 7 Vervolgens is Hij verschenen aan Jakobus, daarna aan al de apostelen; 8 maar het allerlaatst is Hij ook aan mij verschenen, als aan een ontijdig geborene'. (1 Kor 15: 5 - 8 NBV21).
     
Aanvulling
Latere copiïsten hebben na 16: 8 extra verzen toegevoegd om het Mc evangelie een meer bevredigende afronding te geven. Dat zijn de verzen 9 - 20 die dus secundair zij en daarom in de moderne Bijbeluitgaven zoals de NBV21, tussen haken staan. Waarop deze verzen teruggaan is hiertussen vermeld en met geel gemarkeerd.


9
[Toen Hij des morgens vroeg op de eerste dag der week opgestaan was (Joh 20: 1), verscheen Hij eerst aan Maria van Magdala (Joh 20: 11 - 18) , van wie Hij zeven boze geesten uitgedreven had (Luc 8: 2). 10Zij ging heen en berichtte het hun (Joh 20: 18), welke bij Hem geweest waren, die treurden en weenden. 11En toen zij hoorden, dat Hij leefde en door haar gezien was, geloofden zij het niet (Luc 24: 11). 12Daarna verscheen Hij in een andere gedaante aan twee van hen op de weg (Luc 24: 13 - 32), terwijl zij zich naar het land begaven. 13En ook die gingen heen om het aan de anderen te berichten.(Luc 24: 33 - 35) En ook die geloofden zij niet. 14Daarna verscheen Hij aan de elven zelf,(Luc 24: 36) terwijl zij aanlagen (Hnd 1: 4 en 10: 41), en Hij verweet hun hun ongeloof en hardheid van hart (Luc 24: 25), omdat zij hen niet geloofden, die Hem aanschouwd hadden, nadat Hij opgewekt was. 15En Hij zeide tot hen: Gaat heen (Mat 28: 16 - 20; Hnd 1: 9) in de gehele wereld (Mk 14: 9; Rom 1: 8)   verkondigt het evangelie aan de ganse schepping (Kol 1: 23). 16Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden. 17Als tekenen zullen deze dingen de gelovigen volgen: in mijn naam zullen zij boze geesten uitdrijven (Mc 6: 8 par), in nieuwe tongen zullen zij spreken, 18slangen (Luc 10: 19) zullen zij opnemen, en zelfs indien zij iets dodelijks drinken, zal het hun geen schade doen; op zieken zullen zij de handen leggen en zij zullen genezen worden.(Jak 5: 14v) 19De Here [Jezus] dan werd, nadat Hij tot hen gesproken had, opgenomen in de hemel (Hnd 1: 9) en heeft Zich gezet aan de rechterhand Gods (Luc 22: 69). 20Doch zij gingen heen en predikten overal, terwijl de Here medewerkte en het woord bevestigde (Hnd  14: 3, 16: 5) door de tekenen, die erop volgden.]


De handschriften
De allereerste versie van Mc is verloren gegaan, net zoals we van de andere geschriften van het NT de originelen niet meer hebben. We moeten het doen met tal van latere kopieën of delen en snippers daarvan. Geleerden proberen daaruit de versie samen te stellen die waarschijnlijk zo goed mogelijk het origineel benadert.

Dat Mc toch echt in 16: 8 moet eindigen blijkt uit de handschriften: de oudste handschriften houden daar op, zowel in het Grieks als in Latijnse, Syrische, Armeense en Georgische vertalingen. Sommige kerkvaders getuigen van hetzelfde. Bovendien is het niet waarschijnlijk dat de overschrijvers van deze oudste handschriften de verzen 9 - 20 hebben weggelaten: daar kunnen we geen reden voor bedenken. Omgekeerd is het wel waarschijnlijk dat latere copiïsten de verzen 9 - 20 hebben toegevoegd: ze misten de verschijningen van de Opgestane en zijn hemelvaart.

Taalkundige argumenten
Veruit de meeste handschriften vermelden na Mc 16: 8 de verzen 9 - 20.1.2 Dat ze secundair zijn blijkt ook uit enkele taalkundige details:
  • woordjes als 'niet-geloven' (Gr apisteoo in 16: 9. 11) vinden we niet elders in Mc
  • de overgang van 16: 8 op 9 is niet vloeiend. Vers 8 heeft de vrouwen als onderwerp, vers 9 Jezus.
  • Mc 16: 9 noemt alleen Maria van Magdalena, terwijl in het voorgaande ook Maria de moeder van Jakobus en Salome naar het graf gingen
  • de discipelen heten alleen in deze verzen 'welke bij Hem geweest waren' .
Inhoudelijk
Men neemt wel aan dat de verzen 9 - 20 een samenvatting zijn van een ander document mogelijk uit de eerste helft van de tweede eeuw.
Deze verzen zijn interessant voor de overlevering van de tekst, de ontwikkeling van het geloof en de kerkgeschiedenis van de eerste eeuwen, maar hun komt niet het gewicht toe van Mc 1: 1 - 16: 8 dat als canoniek is te beschouwen. Inhoudelijk valt op dat de discipelen grote moeite hebben met het bericht dat Jezus leeft, zij geloofden het niet staat er drie keer (verzen 11, 13 en 14).3
Wat hen zover bracht dat ze toch gingen geloven blijft onvermeld. Het gaat in 15 verder met de zendingsopdracht. Daar horen twee beloftes bij:
  • voor de hoorders van het evangelie: wie gelooft en zich laat dopen zal behouden worden <> wie dat niet doet zal veroordeeld worden. Vgl Mat 11: 20 - 24.
  • voor de brengers van het evangelie: geestesgaven (boze geesten uitdrijven, in tongen spreken, genezingen verrichten door handoplegging) en onkwetsbaarheid (slangen, gif drinken)
Dan eindigt deze aanvulling met de hemelvaart. Jezus is in de hemel aan Gods rechterhand en bevordert van daaruit het zendingswerk.

-----
1 Soms voorafgegaan door ...zij (de vrouwen) vertelden kort aan Petrus en die bij hem waren wat hun verteld was. En daarna stuurde Jezus door hen de heilige en onvergankelijke boodschap van het eeuwige heil de wereld rond.
Deze tekst is indirect bewijs voor de conclusie dat Mc 16: 9 - 20 ontbrak, want waarom zou iemand dit stukje er tussen voegen als Mc 16: 9 - 20 er oorspronkelijk wel bij hoorde?
2 Er is ook een handschrift dat binnen de verzen 9 - 20 een uitbreiding heeft na vers 14. Daarin zijn eerst de discipelen aan het woord die zeggen dat er in de wereld veel weerstand tegen het evangelie is van de satan. Jezus antwoordt hun dat de tijd van satan voorbij is maar dat nog zwaardere tijden zullen aanbreken.
3 Deze kritiek op de discipelen is waarschijnlijk de aanleiding geweest voor de uitbreiding genoemd in noot 2.
terug

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 1)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
DL = Dordtse Leerregels
dwz = dat wil zeggen
eva = en vele anderen
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HSV = Herziene  Staten Vertaling
HTB = Het Boek
ID = Intelligent Design
itt = in tegenstelling tot
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
PKN = Protestantse Kerk Nederland
PM = Post Modernisme
Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84)
Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2)
vC =  voor Christus
vd = van de
vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3)

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = antitthetisch parallellisme

 

 

×