Mc 15: 16 - 28
Context
Pilatus heeft Jezus veroordeeld tot de doodstraf aan het kruis. Dat vonnis wordt vrijwel direct voltrokken. De haast is mede ingegeven door het feit dat het de volgende dag sabbat is. En die begint in de Joodse wereld al met zonsondergang de dag ervoor. Op de rustdag mogen er geen mensen aan een kruis hangen of onbegraven op het land liggen.
Mc 15: 16 - 28
De soldaten leidden Hem weg, het paleis (dat is het pretorium) in, en riepen de hele cohort bijeen. 17 Ze trokken Hem een purperen gewaad aan, vlochten een kroon van doorntakken en zetten Hem die op. 18 Daarna brachten ze Hem hulde met de woorden: ‘Gegroet, koning van de Joden!’ 19 Ze sloegen Hem met een rietstok op het hoofd en bespuwden Hem, en bogen onderdanig voor Hem. 20 Nadat ze Hem zo hadden bespot, trokken ze Hem het purperen gewaad uit en deden Hem zijn kleren weer aan. Toen brachten ze Hem naar buiten om Hem te kruisigen. 21 Ze dwongen een voorbijganger die net de stad binnenkwam, Simon van Cyrene, de vader van Alexander en Rufus, om het kruis te dragen. 22 Ze brachten Hem naar Golgota, wat in onze taal ‘schedelplaats’ betekent. 23 Ze wilden Hem met mirre vermengde wijn geven, maar Hij nam die niet aan. 24 Ze kruisigden Hem en verdeelden zijn kleren onder elkaar; ze dobbelden erom wie wat zou krijgen. 25 Het was in het derde uur na zonsopgang dat ze Hem kruisigden. 26 Het opschrift met de aanklacht tegen Hem luidde: ‘De koning van de Joden’. 27 Samen met Hem kruisigden ze twee misdadigers, de een rechts van Hem, de ander links.
(28 - In latere handschriften staat een extra vers: ‘Zo ging in vervulling wat de Schrift zegt: “Hij werd gerekend tot de wettelozen.”’) (NBV21)
Bijzonderheden
De NBV21 vertaalt dit gedeelte als verleden tijd, de Griekse grondtekst heeft echter hier en daar ook de tegenwoordige tijd. Dat maakt een levendiger indruk.
Het zou er ook op kunnen wijzen dat Mc hier een zelfstandig overgeleverd stukje uit de traditie van het lijdensverhaal gebruikt.
Wat opvalt is de zakelijke, beschrijvende, haast objectieve toon. Er is geen sprake van sentimentaliteit.
De vernedering door de soldaten
De uitvoering van de kruisiging gebeurt niet door de arresteerders, maar door soldaten van het garnizoen dat in Jeruzalem gelegerd is. Ze doen hun vreselijke werk niet met tegenzin, integendeel ze menen er iets lolligs van te moeten maken: een verkleedpartij. Vanwege de beschuldiging (koning) maken ze Jezus belachelijk door hem een purperkleurige mantel om te doen en een kroon van doorntakken op zijn hoofd te zetten. Prijzend bespotten ze hem met 'wees gegroet (Gr Xaire) koning van de Joden' waarbij ze een diepe buiging maken. Maar behalve spot is er ook afkeer en geweld: ze spugen op Jezus en slaan met een rietstok op zijn hoofd.
Dit gebeurt allemaal in het paleis (Gr aulè) en in bijzijn van hun collega's die ze daarvoor optrommelen. Na de verkleedpartij doen ze Jezus weer zijn gewone kleren aan.
Dan gaan ze naar buiten het paleis en ook naar buiten de stad, want de doodstraf mocht niet binnen de muren voltrokken worden. De soldaten brengen Jezus naar Golgotha (Hebr Schedelplaats). Omdat Jezus te verzwakt is - na eerst al de geseling op zijn rug en nu ook nog de wonden aan zijn hoofd - is hij niet in staat om zelf het kruis1 (Gr stauros) te dragen. Een toevallige voorbijganger wordt gedwongen dat voor hem te doen. Het gaat om Simon van Cyrene die later bij de jonge kerk zou gaan horen. Cyrene is een Romeinse kolonie in Noord Afrika. Hij is een diaspora-Jood die als pelgrim naar Jeruzalem is gereisd. Of misschien blijvend naar het land van zijn voorvaderen is terug geëmigreerd, zoals Stefanus en de Hellenisten (in Hnd 6 - 8). Dat hij 'van het land' kwam zou daar op kunnen wijzen, maar het kan ook betekenen dat hij 'van buiten Jeruzalem' komt aangelopen.
Simon, een veel voorkomende Joodse naam, is de vader van Alexander en Rufus die wij verder niet kennen (of het moet de Rufus zijn die in Rom 16: 13 genoemd wordt), maar voor de lezers van Mc waarschijnlijk wel bekende medechristenen waren. (Mat en Luc noemen de beide jongens niet).
Eenmaal op Golgotha aangekomen willen de soldaten Jezus enigszins verdoven met wijn vermengd met mirre. Want de spijkers door polsen en enkels zullen het hem doen uitschreeuwen van de pijn. Jezus weigert de verdoving, hij wil zo lang mogelijk helder van geest blijven. Zo'n verdoving is niet een Romeinse standaardgewoonte. Misschien is het door een gebod dat volgens de schriftgeleerden van toen ook op een gekruisigde van toepassing is:
Iemand die gekruisigd werd, werd van zijn kleren ontdaan. Op zijn best bleef er een soort schort om het middel achter. Nog een vernedering, zeker in Joodse ogen.
De kleren worden onder de beulen verdeeld door erom te dobbelen. Een en al onverschilligheid. Ze doen gewoon hun werk en een paar kleren erbij is mooi meegenomen.
Behalve de plaats geeft Mc ook nauwkeurig de tijd aan: het is het derde uur na zonsopgang. Ongeveer 9.00 u in de ochtend. Het kon wel twee dagen duren voordat een gekruisigde de laatste adem uitblies.
Ook vermeldt Mc de titulus, het plankje boven het hoofd van Jezus, waarop doorgaans de misdaad / overtreding / beschuldiging staat vermeld. Voor Jezus is dat 'de koning der Joden'. Dat is behalve een bespotting van Jezus ook een vernedering (wat hebben jullie een waardeloze koning) van het Joodse volk.2
Oude Testament
Jezus is niet de enige die gekruisigd wordt die dag, hij komt tussen twee lotgenoten in te hangen. Latere copiisten van dit evangelie hebben gedacht aan een tekst uit Jes 53, nl vers 12 en die woorden toegevoegd. Maar in de oudste handschriften van Mc staan ze niet3. Overigens ook niet bij Mat, die toch veel citaten heeft die als vervulling worden gepresenteerd. De enige evangelist die aan deze tekst heeft gedacht is Luc. Hij voegt deze woorden toe in 22: 37. 4
In dit gedeelte is nog veel meer dat herinnert aan het OT, bv Ps 22: 17vv
Gespreksvragen
* Jezus navolgen heet ook wel je kruis opnemen. Simon van Cyrene doet het in alle letterlijkheid voor. Wat betekent voor jou geloven en bij Jezus horen?
* Vind je navolgen ook een goede uitdrukking voor jouw geloven?
* Heeft jou geloof ook iets van kruis dragen?
----
1 De veroordeelde droeg niet een compleet kruis want veel te zwaar, maar enkel de dwarsbalk. De verticale staander was al op Golgotha en eerder gebruikt. Hij zou daar ook blijven voor nieuwe veroordeelden. Het is niet helemaal zeker of de dwarsbalk boven de staander kwam te liggen (T - vorm) of er iets lager aan werd vastgemaakt.
2 Op schilderijen zie je vaak INRI, een afkorting voor Jezus Nazoreeër Rex (koning) Judaeorum (van de Joden)
3 En hoe weet je dan wat de oorspronkelijke vorm is, met of zonder citaat? Antwoord: (1) door te letten op de ouderdom van de handschriften en (2) beoordelen: waarom zou een latere copiist deze woorden hebben toegevoegd (in dit geval omdat hij ze goed vond passen) of waarom zou een latere copiist deze woorden hebben weggelaten (in dit geval geen goede reden voor te bedenken) Conclusie: de korte versie is waarschijnlijk de originele.
4 Mat en Luc werden de versie die Mc geeft van de Passio op hun eigen wijze uit, maar blijven dicht bij het origineel. Joh zet veel meer eigen accenten.
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = antitthetisch parallellisme |