Lucas - Handelingen
Twee delen
Het evangelie naar Lucas1 en de Handelingen2 der apostelen zijn de twee delen van een literair werk dat op naam staat van Lucas. Er is wel gedacht dat er nog een derde deel moet zijn geweest, omdat het slot (Hnd 28) Paulus' aankomst in Rome beschrijft’. En het ligt niet voor de hand dat voor het 'het uiterste der wereld' te houden, waar Hnd 1: 8 van spreekt. Spanje is logischer. Dat zou dan in een derde afsluitende deel moeten staan. Maar dat derde deel is nooit gevonden. Er zijn binnen Luc - Hnd geen aanwijzingen voor en niemand van de vroeg-christelijke schrijvers citeert uit een derde deel of verwijst ernaar. We zullen er dus van uit moeten gaan dat de twee delen samen het complete, afgeronde werk vormen dat Lucas schreef.
Auteur
De kerkelijke traditie schrijft beide delen toe aan Lucas die Paulus wel eens vergezelde op zijn reizen. Hij zou arts zijn, afkomstig uit Antiochië (Syrië). Teksten: Kol 4: 14, 2 Tim 4: 11 en Film 1: 23v wijzen in die richting. Deze gegevens combineerde men met de passages in Handelingen waar sprake is van ‘wij’ dwz Paulus en anderen, onder wie de schrijver3. Uit Lucas 1: 2 valt op te maken dat de schrijver niet tot de ooggetuigen behoorde, maar tot de tweede of derde generatie christenen.
Uit Luc - Hnd blijkt dat de auteur een hellenistische achtergrond heeft. Daarmee is de moderne Griekse cultuur van die dagen bedoeld, die dan in alle landen rond de Middellandse Zee gangbaar is, maar in Israël om religieuze redenen zeer omstreden en door velen afgewezen werd. De auteur is van buiten Israël. Dat blijkt uit zijn goed verzorgde Grieks, het feit dat hij vaak de LXX aanhaalt en Joodse gebruiken uitlegt voor een niet-Joods publiek. Dit past prima bij wat de traditie over de auteur aanneemt.
Bronnen
Lucas vindt het nodig om alles nauwkeurig na te gaan en op te schrijven. Hij kent dus verschillende informatiestromen.Voor wat het evangelie betreft heeft het bijbelonderzoek aannemelijk gemaakt dat Lucas gebruik maakte van het Mc evangelie. Dat breidde hij uit met vooral uitspraken van Jezus die in een bron Q4 verzameld waren en met informatie die langs andere wegen hem bekend was geworden5.
Wat Hnd aangaat, wekt de schrijver in de wij3 stukken dat hij een deel van de beschreven geschiedenis zelf heeft meegemaakt. De vele redevoeringen zijn qua woordkeus en stijl zo gelijkend op de rest van Hnd, dat we daar geen voor-Lucaanse bronnen uit kunnen opmaken. Een uitzondering is heel misschien de rede van Stefanus in Hnd 7. De brieven van Paulus lijkt hij niet gekend of gebruikt te hebben. Wat Hnd vertelt over Paulus valt niet altijd eenvoudig te combineren met wat Paulus zelf schrijft in zijn brieven.
Aanleiding en bedoeling van het werk
Lucas schrijft voor ene Theofilus, ook al een Griekse naam, die ‘vriend van God’ betekent6. Het zou kunnen dat hij de opdrachtgever is die Lucas financiëel ondersteunt. Wilde hij voor zichzelf of voor zijn gemeente een evangelie aangevuld met de vroegste kerkgeschiedenis? Was hij door een ander evangelie, of door verschillende christelijke en semi- christelijke tradities in het onzekere geraakt over Jezus?
Verder lijkt het erop, dat Luc bij het schrijven ook aan de kerk van zijn tijd heeft gedacht. De Wederkomst van Christus die aanvankelijk heel nabij werd verwacht bleef maar uit. Zelfs na het jaar 70, waarin Jeruzalem incl de tempel werd verwoest, ging alles gewoon verder. Dat riep vragen op: hoe lang nog moeten we wachten? Is de wederkomst te berekenen? Wat zijn de voortekenen? Het leidde ook tot een minder radicaal christendom (gemakzuchtig). Lucas actualiseert de boodschap van Jezus zo, dat zijn lezers begrijpen dat:
- ze op een lange geschiedenis moeten rekenen,
- de gemeente of kerk in die vele jaren tot de wederkomst erg belangrijk is vanwege de zendingstaak,
- dat de christenen het sociale niet moeten verwaarlozen. Dit komt vooral in de idealiserende berichten over de eerste gemeente naar voren (bv Hnd 2: 43 - 47; 4: 32 - 37) maar ook het evangelie van Lucas valt op door een aantal gelijkenissen en woorden over armoede en rijkdom die we alleen bij hem vinden.
Opbouw Evangelie
In zijn evangelie volgt Lucas de drie-delige opzet van Marcus: Jezus in Galilea, de reis naar Jeruzalem, daar de intocht uitlopend op zijn kruisiging. Als we letten op wat Luc overneemt, weglaat en aanvult, krijgen we een inzicht in de accenten die hij zette en waaruit we zijn theologische bedoelingen kunnen reconstrueren. Maar de eerste lezers konden dat natuurlijk niet. Die hadden geen synopsis4. En het was uitdrukkelijk niet de bedoeling van Lucas dat ze er van alles bij zouden halen om te vergelijken. Hij wilde juist duidelijkheid verschaffen door het in ordelijke vorm (Luc 1) te presenteren en dat is hem ook gelukt. Hij heeft een duidelijke structuur aangebracht. Om te begrijpen wat Lucas zijn lezers wilde meegeven, moeten we vooral van zijn dubbelwerk uitgaan en niet of zo weinig mogelijk gebruik maken van synoptische vergelijkingen.
Een aanwijzing voor de opbouw vinden we in Luc 16: 16 De Wet en de Profeten gaan tot aan Johannes: sindsdien wordt het koninkrijk van God verkondigd, en iedereen wordt met klem genodigd binnen te komen. (NBV21)
Dat betekent dat Luc 1: 1 – 3: 20 nog bij het tijdvak van de wet en de profeten hoort. Joh heet niet voor niets de grootste profeet (Luc 7: 28a).
Daarna begint het tijdvak dat het Koninkrijk van God wordt verkondigd. Dat doet Jezus en evt in zijn opdracht zijn discipelen maar niet Johannes de Doper. Die speelt in deze hoofdstukken geen rol meer. Hij zit in de gevangenis, zelfs al vanaf 3: 20, dus nog vòòr hij Jezus gedoopt heeft. Het woord Koninkrijk vinden we voor het eerst in Luc 4: 43 en nooit in combinatie met Johannes de Doper. De kleinste in het Koninkrijk van God is meer dan Johannes (Luc 7: 28b) In 3: 21 wordt Jezus gedoopt, dan volgt zijn geslachtsregister.
Luc 1: 1 - 3: 22 is dus aanloop naar het nieuwe dat Jezus brengt: de verkondiging van het Koninkrijk van God dat nabij en zelfs al gekomen is. Het ‘echte werk’ begint (Gr. archoomenos) vanaf Luc 3: 23. Het vervolg is eenvoudig in te delen als we letten op tijd en plaats van handeling:
- Jezus’ optreden in Galilea Luc 4: 1 – 9: 51
- De reis naar Jeruzalem Luc 9: 51 – 19: 28
- Tenslotte Jezus in Jeruzalem 19: 29 – 24: 53
Opbouw Handelingen
In de Handelingen vinden we eveneens een tekst die de indeling aangeeft. Hnd 1: 8 Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen om mijn getuigen te zijn in (A) Jeruzalem, in (B) heel Judea en Samaria, (C) tot aan de uiteinden van de aarde.’ (NBV21) Het lukt Lucas niet om deze geografische indeling heel strak door te voeren. Dat zal ermee te maken hebben, dat in werkelijkheid de geschiedenis zich niet aan schema's pleegt te houden. Lucas doet dat wel zo goed mogelijk. Dat blijkt bv uit het feit dat hij de twaalf discipelen consequent apostelen noemt (29x in Hnd) vooral in delen A en B. Deel C gaat over Paulus. Lucas zal hem slechts één keer apostel noemen (Hnd 14: 14) en dat terwijl Paulus zichzelf bij voorkeur apostel noemt.
- A Jeruzalem
- Hnd 1 wachten op de Geest in Jeruzalem (aansluiting bij Luc 24).
- Hnd 2 – 8: 3 getuigen door de kracht van de Geest in Jeruzalem. Petrus in de hoofdrol. - B Judea en Samaria
- Hnd 8: 4 – 14: 28 Naar Judea en Samaria: Door moeilijkheden vlucht een deel van de gemeente weg uit Jeruzalem, nl de Hellenisten. Dat zijn de Grieks sprekende Joden uit de diaspora, die er ruimer over dachten dan de autochtone Joden en dat ook goed lieten merken: zie de toespraak van één van hen, Stefanus, in Hnd 7. De Hellenisten komen in Judea (9: 31), Samaria (8: 1 – Filippus) tot buiten Israel: Damaskus, Fenicie, Cyprus, Antiochie (11: 19).
- Ook Petrus (Hnd 10) brengt daar in Samaria (Lydda, Joppe en Caesarea) het evangelie en doopt zelfs Cornelius een godvrezende Romein. Hij moet zich daarover in Jeruzalem verantwoorden (Hnd 11).
- Ondertussen is de vervolger Saulus door ingrijpen van hogerhand bekeerd (Hnd 9). Hij blijft eerst nog 'in de buurt' - Antiochië (Hnd 13) - en onderneemt van daar uit een eerste zendingsreis naar Cyprus (Hnd 14). Hij zal uitgroeien tot de grootste zendeling die het evangelie tot in Rome brengt (bedoelde Lucas dat met het einde der wereld?). De tweede helft van Hnd gaat alleen nog over hem7.
- Hnd 15 komt nogmaals het thema van de heidenzending aan de orde. Petrus, de Hellenisten en ook Saulus hadden het evangelie aan niet-joden aangeboden en daarbij de eis van de besnijdenis laten vallen. De vergadering in Jeruzalem stemt daar nu op voorspraak van Petrus (Hnd 15: 7) en Jakobus (Hnd 15: 13) mee in, maar legt wel enkele andere voorwaarden op8. - C Vanaf nu gaat het evangelie de wereld rond, tot het in Rome is aangekomen:
- Hnd 16 - 21: 26 de zendingsreis van Paulus door klein Azië (het huidige Turkije) en Griekenland. Terug naar Jeruzalem.
Uit zijn brieven weten we dat het om twee grote reizen gaat.
- Hnd 21: 27 - 28: 30 Paulus gevangen genomen in Jeruzalem en uiteindelijk op transport gesteld naar Rome.
Daar aangekomen kan hij het evangelie van de Heer Jezus Christus en Koninkrijk Gods zonder enige belemmering brengen.
-----
1 Luc 1: 1 - 4 1 Nadat reeds velen (bv Mc) zich tot taak hebben gesteld om verslag te doen van de gebeurtenissen die zich in ons midden (over Jezus in Israël en over de geschiedenis van de kerk in de landen rond de Middellandse Zee) hebben voltrokken, 2 en die ons zijn overgeleverd door degenen die vanaf het begin ooggetuigen (van Jezus) zijn geweest (discipelen, evangelie) en dienaren van het Woord zijn geworden (apostelen, Hnd), 3 leek het ook mij goed om alles van de aanvang af nauwkeurig na te gaan en deze gebeurtenissen in ordelijke vorm voor u, hooggeachte Theofilus, op schrift te stellen, 4 om u te overtuigen van de betrouwbaarheid van de zaken waarin u onderricht bent. (NBV21)
2 Hnd 1: 1 – 3 1 In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, vanaf het begin 2 tot aan de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was. 3 Dat Hij leefde heeft Hij hun na zijn lijden en dood herhaaldelijk bewezen door gedurende veertig dagen in hun midden te verschijnen en met hen over het koninkrijk van God te spreken. (NBV21)
3 Hnd 16:10 - 17; 20: 5 - 15; 21: 1 - 18; 27: 1 – 28: 16 Zijn dit persoonlijke aantekeningen, herinneringen of is dit een literair middel om de indruk te wekken dat de auteur er echt bij was?
5 Mat deed hetzelfde: Mc + Q + zijn unieke informatie combineren.
6 Minder voor de hand liggend: Theofilus zou een symbolische naam kunnen zijn, die staat voor ieder die God liefheeft (zoals elckerlijc staat voor iedereen)
7.Vanaf Hnd 13: 9 noemt de schrijver hem Paulus.
8 Hnd 15: 29 onthoud u van vlees dat bij de afgodendienst is gebruikt, van bloed, van vlees waar nog bloed in zit, en van ontucht. (NBV21). Regels die behoren bij het Noachitische verbond. Overigens werd ook dit minimum van Joodse wetten in de kerk niet streng gehandhaafd. Paulus denkt heel ruim over de spijswetten en het eten van offervlees (1 Kor 8).
Achtergronden
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 2) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk DL = Dordtse Leerregels GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HTB = Het Boek HSV = Herziene Staten Vertaling ID = Intelligent Design Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament PM = Post Modernisme PKN = Protestantse Kerk Nederland Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84) RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v betekent Ps 1: 1 - 2) vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv betekent Ps 1: 1 - 3) vC = voor Christus WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = antitthetisch parallellisme |