Luc 1: 5 - 25
Luc 1: 5vv
Toen Herodes koning van Judea was, leefde er een priester die Zacharias heette en tot de priesterafdeling van Abia behoorde. Zijn vrouw, Elisabet, stamde af van Aäron. 6 Beiden waren rechtvaardig in Gods ogen en leidden een onberispelijk leven, geheel volgens de geboden en wetten van de Heer. 7 Ze hadden geen kinderen, want Elisabet was onvruchtbaar, en beiden waren al op leeftijd. (NBV21)
Herodes (Gr: held, heldenkind) leefde van 73 – 4 vC en werd 37 vC door de Romeinse bezetter tot koning over Judea aangesteld. Hij liet de tempel van Jeruzalem vergroten en verfraaien. De werkzaamheden begonnen 20 vC en liepen door tot 64 nC.1 Deze koppeling van het vertelde met Herodes is belangrijk: Wat de evangelist vertelt is verbonden met tijd, plaats en historische personen. Zijn verhaal is niet een sprookje. God bemoeit zich met de echte geschiedenis. Het geloof is veel meer dan enkel een idee over het bestaan van God. Het gaat over God die spreekt, handelt, een plan heeft en dat tot uitvoering brengt.
In de tempel doen de priesters hun dienst. Een van hen is Zacharias (Hebr: de Here gedenkt) getrouwd met Elisabet (Hebr: God heeft gezworen). Beiden stammen af van priesterlijke families: Abia en Aäron. Het waren vrome mensen die zich in alles volkomen hielden aan de voorschriften die God aan Mozes gegeven had. Ondanks hun goede gedrag was hun huwelijk niet gezegend met kinderen (vgl Sara, NN en Hanna, de moeders van resp Isaäk, Simson en Samuël), een groot verdriet. Toen was dat ook iets om je voor te schamen (Luc 1: 25). Mensen keken je erop aan. Je zult wel iets zondigs gedaan hebben dat de Heer je geen kinderen geeft. Die logica gaat niet op: ze zijn wel rechtvaardig in de ogen van God.2
De onvruchtbaarheid lag aan Elisabet, weet de schrijver te melden.3 En nu zijn ze allebei al op leeftijd (Gr probebèkotes = ver vooruit / voorop gekomen, nl in hun dagen). Het perfectum geeft aan dat dit onherroepelijk is: er is geen weg terug. Ze staan in de voorste linies. Niets wijst erop, dat zij nog een kind zullen krijgen.4 In vers 13 lezen we dat ze desondanks om een kind blijven bidden.
Luc 1: 8vv
Toen de afdeling van Zacharias aan de beurt was om de priesterdienst te vervullen, 9 werd er volgens het gebruik van de priesters geloot en werd Zacharias aangewezen om het reukoffer op te dragen in het heiligdom van de Heer. 10 De samengestroomde menigte bleef buiten staan bidden terwijl het offer werd gebracht.(NBV21)
De priesters waren ingedeeld in 24 afdelingen, die beurtelings een week lang hun taak in de tempel vervulden (1 Kron 24, Abia genoemd in vers 10). Voor sommige taken werd geloot en zo komt Zacharias aan de beurt om het reukoffer te brengen. Een eervolle taak, een hoogtepunt in zijn leven. Het offer werd gebracht op het reukofferaltaar in het heiligdom, voor het voorhangsel. De geurige schaal werd dan door het voorhangsel in het heilige der heilige neergezet. Het aanwezige volk blijft in de voorhof, buiten de tempel staan om te bidden.
Zo’n reukoffer wordt elke dag bij het begin en bij het einde gebracht. Het bestond uit wierook, hars en zout dat werd verbrand. (Ex 30).
Luc 1: 11vv
Opeens verscheen hem een engel van de Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. 12 Zacharias schrok hevig bij het zien van de engel en hij werd door angst overvallen. 13 Maar de engel zei tegen hem: ‘Wees niet bang, Zacharias, je gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem Johannes noemen. (NBV21)
Terwijl Zacharias zijn werk doet, ziet hij opeens een engel, vlakbij hem: aan de rechterkant van het altaar. De schrik is groot, angst (Gr: fobos) overvalt hem. Zo gaat dat altijd in de Bijbel bij een theophanie. Als de Heer of een van zijn engelen verschijnen, dan besef je het grote verschil tussen God en jezelf. Jij een schepsel, onwaardig, een zondaar tegenover de Schepper, de Heilige, de Rechtvaardige. Ook Zacharias, zo vroom als hij was! Hij weet niet meer waar hij het zoeken moet.
Gelukkig maar dat in de Bijbel dan altijd volgt: ‘vrees niet’ + een specifieke boodschap. (bv Luc 1: 28 - 30, Luc 2: 9v). In dit geval krijgt Zacharias de verrassende boodschap dat zijn jarenlange gebed is verhoord: Elisabet zal een zoon ter wereld brengen. De naam voor dat kind mag Zacharias niet zelf geven, hij moet het Johannes (Hebr: de Heer is genadig) noemen (Luc 1: 60 – 63). Over Johannes zegt de engel nog veel meer:
Luc 1: 14 – 17
Vreugde en blijdschap zullen je ten deel vallen, en velen zullen zich over zijn geboorte verheugen. 15 Hij zal groot zijn in de ogen van de Heer, en wijn of bier zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden van de heilige Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is, 16 en hij zal velen uit het volk van Israël naar de Heer, hun God, terugbrengen. 17 Hij zal voor Hem uit gaan met de geest en de kracht van Elia, om ouders met hun kinderen te verzoenen en om van zondaars rechtvaardigen te maken, en zo zal hij voor de Heer een volk gereedmaken.’(NBV21)
- zijn komst betekent blijdschap, niet alleen voor Zacharias en Elisabet, maar voor velen meer (Luc 1: 58. 65). Dat God blijdschap en vreugde brengt is een vaak terugkerend motief in Luc-Hnd.
- groot in de ogen van de Heer: hij zal een belangrijke rol spelen in het plan dat God met mens en wereld heeft. Dat zegt later Jezus ook van hem (Luc 7: 26v). In de ogen van mensen zal hij niet belangrijk zijn. Een andere Herodes (de viervorst van Galilea) zal later opdracht geven hem op te pakken (Luc 3: 19v) en onthoofden (Luc 9: 7vv).
- geen wijn of bier: een kenmerk van de nazireeër = iemand die aan God is toegewijd (vgl Simson, Samuël ea). Afwijkend: het verbod om haren te knippen niet genoemd. Extra: de aanvulling de gave van de Geest.
- vervuld van de heilige Geest al voor hij ter wereld kwam. Dwz Johannes kiest niet voor zijn roeping, hij is door God uitgekozen voor zijn taak.
- brengt verloren volksgenoten terug bij de God van Israël, nl door boeteprediking en doop brengen tot een nieuw leven (> Luc 3: 7 – 14). De engel omschrijft dit als volgt:
- Hij zal voor Hem uit gaan met de geest en de kracht van Elia,
Elia (> 1 Kon 17 – 21) geldt als de grootste profeet uit de geschiedenis van Israël. Hij werd als Messias terug verwacht op het eind der tijd (Mal 3: 23v). In zekere zin is Johannes de Doper een Elia redivivus. (Luc 9: 7v en 19). Hij doet zijn werk in geest en kracht van Elia.5
Om ouders met hun kinderen te verzoenen // en om van zondaars rechtvaardigen te maken
Dit is een parallellisme: de twee helften betekenen hetzelfde. Het gaat niet om een generatieconflict. De ouders zijn hier gezien als stugge, bekrompen zondaars. Hun kinderen staan wel open voor bekering en verandering. De hoop is dat ouders omkeren en als hun kinderen worden. Zo worden ze van zondaars weer rechtvaardigen.
en zo zal hij (Johannes) voor de Heer (God en Jezus) een volk gereedmaken. Als voorloper van de Messias zal hij een volk klaarmaken dat gereed is om met hem op te trekken.
Luc 1: 18vv
Zacharias vroeg aan de engel: ‘Hoe kan ik weten of dat waar is? Ik ben immers een oude man en ook mijn vrouw is al op leeftijd.’ 19 De engel antwoordde: ‘Ik ben Gabriël, die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben uitgezonden om je dit goede nieuws te brengen. 20 Maar omdat je geen geloof hebt gehecht aan mijn woorden, die op de voorbestemde tijd in vervulling zullen gaan, zul je stom zijn en niet kunnen spreken tot de dag waarop dit alles gaat gebeuren.’(NBV21)
Zacharias vindt het gezien de leeftijden van hemzelf en zijn vrouw te mooi om waar te zijn. Hij, zo vroom en rechtvaardig als hij is, twijfelt! en vraagt om een teken. De engel antwoordt dat hij Gabriël heet (Hebr kracht van God), en altijd in Gods nabijheid, dwz Gods vertrouweling is en gestuurd om dit goede nieuws (Gr euaggelizoo) te brengen. Zacharias hoefde alleen maar te geloven, blij te zijn met de blijde boodschap. Omdat hij niet gelooft, zal hij sprakeloos zijn vanaf dit moment tot dat het aangezegde in vervulling gaat. Zo krijgt hij het teken waar hij om vroeg.
NB: het ongeloof van Zacharias betekent niet dat Gods plan niet doorgaat: op de voorbestemde tijd zal alles in vervulling gaan. God regeert.
Luc 1: 21vv
De menigte stond buiten op Zacharias te wachten, en de mensen vroegen zich af waarom hij zo lang in het heiligdom bleef. 22 Maar toen hij naar buiten kwam, kon hij niets tegen hen zeggen. Ze begrepen dat hij in het heiligdom een visioen had gezien; hij maakte gebaren tegen hen, maar spreken kon hij niet. 23 Toen zijn tempeldienst voorbij was, ging hij terug naar huis. (NBV21)
De mensen buiten de tempel vragen zich af waar Zacharias blijft. Ze zijn bezorgd: zelfs de hogepriester mocht maar kort in het heilige der heiligen verblijven. God is een verterend vuur (Deut 4: 24; Jer 33: 14). Als Zacharias eindelijk naar buiten komt zien ze hem gebaren maken. Welke dat zijn en wat die betekenen is niet heel duidelijk. De mensen maken er uit op dat hij een visioen (Gr optasia) heeft gezien. Tenslotte gaat hij naar huis, een stadje in het bergland van Juda (Luc 1: 39v). Daar pakt hij zijn gewone werkzaamheden weer op, in afwachting van wat komen zal.
Luc 1: 24v
Korte tijd later werd zijn vrouw Elisabet zwanger. Ze leefde vijf maanden lang in afzondering en zei bij zichzelf: 25 De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten. (NBV21)
Als lezers vullen we dit korte bericht aan: Zacharias zal zijn vrouw vast op de hoogte hebben gebracht van wat hij in de tempel heeft meegemaakt. Waarschijnlijk schriftelijk, want schrijven kon hij (Luc 1: 63). In elk geval weet Elisabet hoe ze haar zoon straks moet noemen (Luc 1: 60 – 63).
Inderdaad raakt Elisabet zwanger. Anders dan Zacharias is zij wel blij en gelovig: God heeft naar haar omgezien om een keer in haar lot te brengen: een kind zal ze krijgen en niet langer veracht worden. Ze trekt zich wel terug om de mensen te ontlopen. Hun vernedering verdraagt ze niet langer. En wat zullen ze zeggen als het op een miskraam uitloopt? Haar zelfgekozen isolement duurt vijf maanden. Dan wil ze weer onder de mensen komen. In de zesde maand krijgt ze bezoek van een nichtje (?) Maria, dat drie maanden bij haar blijft (Luc 1: 56) en kort voor haar bevalling (Luc 1: 57) weer naar huis (Nazaret) vertrekt. Zij zal ook al op wonderlijke wijze zwanger worden en Jezus ter wereld brengen.
Gespreksvragen:
* Hoe belangrijk is voor jou de koppeling van de Bijbelse verhalen aan historische personen, tijden en plaatsen?
* Waarom horen we nooit meer iets van verschijningen van engelen?
* Probeer je Zacharias voor te stellen: op gevorderde leeftijd, heel erg vroom, nog altijd biddend om een kind - en als het hem beloofd wordt, door een engel, dan gelooft hij niet, maar twijfelt. Hoe zou je zijn geloof omschrijven?
* Wat denk je dat Zacharias van dat teken, zijn sprakeloosheid, geleerd heeft?
* Dit gedeelte staat vaak in de Adventstijd op het lees- en preekrooster. Waarom?
-----
1 Zes jaar later zou de tempel met Jeruzalem verwoest worden.
2 Bovendien: geen kinderen = geen nageslacht: je naam sterft uit.
3 Onvruchtbaarheid in de Bijbel ligt nooit aan de man.
4 Deze dingen doen de RKK leer van het celibaat des te onbegrijpelijker voorkomen.
5 Maar volgens Riemersma heeft ook Jezus veel trekjes van Elia
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding aw = aangehaald werk BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham) DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen FB = FaceBook GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek) HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament P = Paulus of de brieven van Paulus p = pagina of pagina's PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra) RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme |