Heeroma
Klaas Heeroma1 (1909 - 1972) was behalve hoogleraar Taal en Letterkunde (Groningen) ook dichter. Onder het pseudoniem Muus Jacobse werkte hij mee aan het Liedboek voor de Kerken (1973). In 1963 verscheen zijn ‘Der Mensch in seiner Sprache’ over het belang van taal voor de mens en zijn geloof. In de theologische etherleergang van de NCRV zette hij dit voor een breder publiek uiteen. De tien toespraken zijn te vinden in ‘Nader tot een Taaltheologie2, p. 66 – 129. Een interessant en toch ook wel moeilijk boek omdat het zo'n ongebruikelijke manier van denken is. Een indruk geeft de volgende samenvatting.
1) Taalkunde, anthropologie, theologie
De mens bestaat in taal als mens tussen de mensen, hij bestaat ook in taal als mens voor God. De mens vervult zijn bestaan tussen de mensen door antwoord te geven, wanneer de mensen hem bij zijn naam roepen, hij vervult zijn bestaan voor God door antwoord te geven, wanneer God hem bij zijn naam roept. (66)
2) Het taalverbond
Wanneer wij met iemand willen leven, moeten wij met hem praten. Door consequent te zwijgen zwijgen wij niet alleen de ander, maar tenslotte ook onszelf dood. Als wij werkelijk innerlijk met andere mensen verbonden zijn, zodat zij in ons en wij in hen bestaan, behoeven wij ons geen zorgen te maken over wat wij tegen ze zeggen moeten, want de taal spreekt vanzelf in ons. (74)
Volgens Heeroma zijn er drie vormen van taalgebruik of specialisaties:
3) De conventionele specialisatie
Woorden met de betekenissen van het woordenboek, taal volgens de regels van de grammatica, de elementaire orde van de taal. Spreekt zichzelf associatief (86) verder (rondspreken). Maakt routineus spreken en handelen mogelijk. Gaat over wat men min of meer weet. Maar dit is wel een verarming van de taal. De taaltheologie weet van rijkere, vollere, vrijere woorden, die sprekenderwijs vernieuwd kunnen worden (83)
4) De logische specialisatie is het tegenovergestelde van de vorige, maar ook een eenzijdigheid en verarming: het gaat over wat nog niet bekend is, maar wat men aan de weet probeert te komen. Ook deze taal spreekt zichzelf al redenerende mbv de elementaire logos verder (vooruit spreken) Wetenschap die zich steeds verder ontwikkelt. In doorgeschoten vorm: de cijfertekens, het rekenen, de computer.
5) De artistieke specialisatie, van dichters die naast de gewone taalregels nog enkele bijzondere spelregels toevoegen, bv rijm, metrum, versvorm, dichterlijke vrijheden. Een goed gedicht voegt iets aan de taal toe ...het onformuleerbare, onbeschrijfbare dat in het algemene menselijke taalverbond gegeven is en dat in het goede gedicht een speciale...dóórsprekende gestalte ontvangt. (92). Het is een bijzondere vorm van het ‘eigenlijke spreken’ dat iedereen doet.(93) Gedreven door de elementaire pneuma (Gr adem), de pneumatische associatie. Een levende zin spreekt zichzelf voort en is daarom een vanzelfsprekende zin. Het is de adem die aan de zin zijn ritmische geleding, zijn stromende vanzelfsprekendheid, zijn akoustische verstaanbaarheid, zijn geloofwaardigheid geeft. (94v) Het verdrijft de conventionele en logische associaties. Voorwaarde: de dichter is zelf geïnspireerd, overweldigd. Hij is het zelf niet die spreekt, maar het pneuma van de taal doet hem spreken...(95) In (doorgeschoten vorm: glossolalie)
De drie vormen van taalgebruik hebben met het (taal)geweten (6) en de geschiedenis (7) te maken:
6) Het geweten
Het (taal)geweten is ‘...een innerlijke stem, een psychisch spreekorgaan, dat al onze conversatiezinnen, al onze gedachten en gedichten begeleidt.’(99) In de conventionele taal hoor je te zeggen of te zwijgen zoals het hoort. Doen we dat niet, dan gebiedt het geweten ons dat we dat met een verontschuldiging weer herstellen. In de logische taal gaat het om de waarheid. Daarover zwijgen of liegen voelt niet goed: we krijgen commentaar van ons taalgeweten. Dat komt uit het associërende onderbewuste voort. Maar soms is het zo nieuw, anders dat het is of een andere taal door de mijne heen spreekt: de inspiratie van een dichter, de woorden van een profeet.
7) De geschiedenis
Als taal in mensen tot een gebeurtenis wordt, ...beleven wij er iets in en geladen met dit beleefde leven blijft het in onze herinnering. Zo vaak wij het herdenkend of nasprekend in ons oproepen, beleven wij het beleefde leven dat erin bewaard wordt opnieuw. Het is ihb de pneumatische specialisatie van de taal om de woorden te laten geschieden.(103) Zoals de dingen pas hun functie krijgen door hun naam, krijgen de feiten pas de functie van feiten door het verhaal, door het oog en de mond van de verhaler die de feiten in zijn woorden laat geschieden en daardoor tot geschiede feiten, geschiedfeiten, geschiedenis maakt.(104) Dit kan gewone geschiedenis zijn (uit en tot een mens) maar ook heilsgeschiedenis = dat wat van Godswege gesproken is tot mensen. Dat zijn geen heilsfeiten in de zin van voorvallen van niet-linguale aard, maar effect van het spreken, onderdeel van het gesprokene, profetische woorden die de geschiedenis veranderen omdat ze vroeg of laat in vervulling gaan.
Tenslotte geeft Heeroma een indruk van wat zijn taaltheologie voor de drie-enige God betekent:
8) de Vader
Woorden-niet-van-hemzelf komen op in de profeet: het spreekt zomaar in hem, vanzelf: God spreekt. God is God voor ons in de taal (110), er is niet los daarvan over God te redeneren. Zo leren wij God als de spreker kennen. Wij bestaan sprekend, omdat Hij ons zijn sprekend bestaan heeft ingesproken. (111) Aan ons is het antwoord te geven. Daarin zijn wij vrij: we kunnen spreken: waarachtig of onwaarachtig. Dat laatste oiv de leugenaar, die maakt dat wij Gods goede trouw in zijn taalverbond beantwoorden met kwade trouw. Gelukkig vernieuwt God keer op keer het taalverbond met de mensen. De belangrijkste vernieuwing is het Nieuwe Verbond van Vader en Zoon waardoor wij kinderen van God kunnen worden.
Historisch/logisch is er eerst de taal van mensen, waarvan God zich vervolgens van bedient. Maar de verhaalwaarheid is een andere: het taalverbond tussen God en mens gaat voorop, het spreken van mensen volgt immers: de mensen zijn verstaanbaar voor elkaar doordat en zolang zij God verstaan.(113)
9) de Zoon
Spreker, woord en spreekadem horen bij elkaar als Vader en Zoon en Geest: wel te onderscheiden, niet te scheiden. Ook hier weer verschil tussen historisch/logisch en theologisch. Logisch gedacht is er eerst God, dan God de Spreker, God het Woord/de Logos en God het pneuma/de spreekadem. Maw zonder menselijke taal geen drieënige God. Maar van God uit denkend geldt dat de Zoon en de Geest al vanaf in den beginne in God zijn geweest. Het was God de spreker, het woord, de adem die de profeten bezielde. Zij spraken wat God hun gebood te zeggen. Het werd bewaard in de verteltraditie en opgeschreven op de stenen tafelen, de Heilige Schrift enz. Deze dode letters komen weer tot leven als de adem daarover waait. Het is de Geest die Jezus tot het leven wekt, die brood en wijn tot sacrament maakt (bij herhaling). Dit is het (taal)verbond van het Woord.
10) de Geest
De Geest is levendmaker. Als de Geest niet in ons is, zijn wij dood. Wat is het teken van de Geest? Vooral de doophandeling: handoplegging in de naam van de VZ en hG.(eenmalig) Dit is het (taal)verbond van de Spreekadem. Maar ook het bidden dat Hij in ons doet als wij zelf geen woorden meer kunnen vinden. Verhoring is het gevoel krijgen dat je gebed gehoord is. En natuurlijk Pinksteren: de Geest overbrugt de afstand tussen gelovigen en buitenstaanders
|
|
Logisch |
Artistiek |
|
Elementaire orde |
Op basis van de elementaire orde |
Buiten de conventies, dichterlijke vrijheid |
|
Verarming |
Verarming |
Verrijking |
|
Associatief |
Logos |
Pneuma |
|
Rondspreken |
Vooruitspreken |
Dóórspreken |
|
Het bekende herhalen |
Het onbekende bedenken en verwoorden |
Dat waar geen woorden voor zijn, aanschouwen |
|
Doorgeschoten: de systeemdwang van het structuralisme dat geen oog heeft voor details. |
Doorgeschoten: cijfers, rekenen, automatisering |
Doorgeschoten: glossolalie of tongentaal |
|
Spreken en zwijgen zoals het hoort, verontschuldiging bij overtreding |
De waarheid uitspreken, niet verzwijgen of verdraaien. |
Associërend ruimte geven aan het onderbewuste: poëzie |
|
(Het verleden opgevat als dat wat achter ons ligt) |
Dorre vaktaal, statistische gegevens over vroeger |
De woorden laten geschieden = het verleden presenteren als verhalen over het beleefde leven op zo’n manier dat ze opnieuw leven baren. |
-
-----
1 Een mooie biografie, karakterschets en indruk van zijn werk geeft J.W. Schulte Nordholt hier.
2 K. Heeroma, Nader tot een Taaltheologie, 1967 (den Haag) In hetzelfde boek vinden we meer verwante artikelen.
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding aw = aangehaald werk BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham) DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen FB = FaceBook GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek) HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament P = Paulus of de brieven van Paulus p = pagina of pagina's PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra) RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme |