Nog meer godsdienstkritiek


Filosofen
Xenophanes: anthropomorf
De Griekse filosoof Xenophanes (ong 560-470 vC) stoorde zich aan de mythische verhalen die Homerus en Hesiodus over de goden in de wereld hadden gebracht en die zo populair waren bij zijn tijdgenoten. Hij vond de goden daarin veel te menselijk en ook immoreel want bezig met diefstal, bedrog en overspel. Hij hekelt de anthropomorfe (mensvormige) voorstellingen en schrijft dat  '...de Ethiopiërs hun goden zwart maken en hun een platte neus geven. De Thraciërs zeggen dat ze blauwe ogen en rood haar hebben. Als koeien en paarden handen zouden hebben...en konden tekenen, dan zouden paarden paarden tekenen om de vorm van hun goden weer te geven, en koeien koeien.'
Volgens Xenophanes bestaat er wel een God, die de grootste is onder de goden en mensen. (> henotheïsme). Die lijkt in niets op mensen, is oppermachtig, alwetend en onbewogen. Xenophanes heeft geen naam voor deze God. Waar hij zich zijn God voorstelt is onduidelijk: buiten de werkelijkheid of aanwezig in alle onderdelen van de wereld?
Beoordeling
Anthropomorfisme is geen bezwaar tegen het geloof. Een mens kan niet in andere woorden over God spreken en niet in andere voorstellingen over God denken dan met woorden en beelden aan onze werkelijkheid ontleent. Andere woorden en beelden zijn er immers niet.

Voltaire: deïsme
Pseudoniem voor François Marie Arouet. Voltaire (1694-1778) is een van de scherpste schrijvers van de Franse Verlichting. Hij hekelt oa ongefundeerde meningen, vooroordelen en geloof dat hij vooral in de RK kerk van zijn dagen aantreft. 'Opinies hebben meer schade berokkend aan deze kleine wereld dan pest en aardbevingen'. Voltaire is geen atheïst. 'Indien God niet bestond, moest men hem uitvinden': door God durft een bediende niet te stelen. Voltaire vergelijkt God met een klokkenmaker : eenmaal klaar bemoeit hij zich niet meer de klok, die tikt nu onverstoorbaar verder.(Deïsme). Voltaire verwacht vooruitgang van de wetenschap en is onder de indruk van het werk van Newton. 'Bidden tot God is zichzelf vleien dat we met woorden de hele natuur kunnen veranderen' schrijft hij.
Beoordeling: zijn verzet tegen achterlijkheid is alleen maar te prijzen. Dat hoort in het geloof niet thuis. Maar zijn voorstel van het Deïsme doet geen recht aan Jezus en zijn God.


Jean Paul Sartre: vrijheid
Volgens Sartre (1905 - 1980) zijn er geen tradities, verplichtingen, geen God, geen bestemming of wat dan ook waaraan een mens moet voldoen. Hij is wat hij van zichzelf maakt. In filosofische taal: 'de existentie gaat vooraf aan de essentie.' 'De hel, dat zijn de andere mensen' omdat zij met hun vaak burgerlijke meningen en verwachtingen jou in de weg staan om in vrijheid jezelf te ontwerpen. De mens is in de wereld geworpen en moet zelf betekenis aan zijn bestaan geven door authentiek te zijn. Ieder mens heeft de mogelijkheid om nee te zeggen en zich voor een betere wereld (of wat hij daarvoor houdt) in te zetten. De nadruk op de individuele vrijheid pakt niet per se anti-sociaal uit: je kunt immers ook vóór het sociale en de gerechtigheid kiezen.
Beoordeling
Wie kan zoveel vrijheid aan? Vervult die vrijheid niet met angst, nl om te falen in de beste versie van jezelf te maken? En als God en goed en kwaad niet bestaan, dan is alles geoorloofd zolang je als individu dat maar als authentiek beleeft...


Psychologen
Sigmund Freud: collectieve neurose
Volgens Freud (1856-1939) gaat het in religie om een vaderfiguur die goddelijke afmetingen heeft gekregen. Aan de basis van de godsdienst staat de moord op de oervader door zijn zonen. Die waren jaloers omdat deze alle vrouwen voor zichzelf hield. Door de moord kregen de zonen last van hun geweten: schuldgevoelens en berouw. Daardoor gedreven gaan ze hun vermoorde vader vereren, waardoor hij uitgroeit tot een god. Op individueel niveau draait het eveneens om de vaderfiguur. In de ogen van kinderen is hun vader iemand die alles kan en weet, die goed is en beschermt. Later zien ze dat hun vader die hoge verwachtingen niet kan waarmaken. Dan vergroten ze (onbewust) dit beeld uit tot een almachtige hemelse Vader die in zijn goedheid beschermt, in zijn strengheid veeleisend is (geboden en verboden). Door de wetenschap moeten mensen van deze illusies bevrijd worden.
Beoordeling:
De theorie van de vadermoord zegt meer over Freud en diens verhouding tot zijn vader, dan dat zij kan gelden als een verklaring voor religie als collectief verschijnsel.
Op individueel niveau speelt de vader evenals de moeder een rol bij de tot stand koming van geloof en godsvoorstelling.
Projectie is in principe geen bezwaar tegen religie: het kan heel goed God zijn die projecties uitlokt.
 

Gustav Jung: archetypen
Volgens Jung (1875 - 1961) zijn er drie lagen in de menselijke persoonlijkheid: het bewuste, het persoonlijk onbewuste (zijn schaduw: vergeten en verdrongen gebeurtenissen) en het collectief onbewuste (archetypen: oerbeelden van gedragsmogelijkheden). Om echt mens te zijn is het nodig deze drie lagen te integreren. Bij dit proces van zelfverwerkelijking is religie behulpzaam: het brengt de mens in contact met de archetypen. Godsdienst is dus gezond omdat het de afstand tussen bewust en onbewust helpt overbruggen.
Beoordeling
Jungs inzichten zijn in de psychologie niet heel gangbaar meer. Theologisch ligt in zijn theorie van de archetypen evt een aanknopingspunt voor het goddelijke. Drewermann is de bekendste theoloog die hier veel op doet.
Jung liet de waarheidsvraag - of er een God bestaat achter en onafhankelijk van de archetypen - in het midden.
 

Sociologen
Emile Durkheim: sociale cohesie
Durkheim (1858 - 1917) is atheïst. De religieuze ervaringen (vrees en fascinatie) van gelovigen doet hij echter niet af als zinsbegoocheling. Hij stelt dat het goddelijke dat ze zo ervaren in werkelijkheid de anonieme, onpersoonlijke kracht is van de samenleving waar de gelovige deel van uitmaakt. Door de verhalen en rituelen van de godsdienst bevordert de samenleving de onderlinge verbondenheid. De hoogste waarden en normen worden gesacraliseerd: die krijgen een heilig, onaantastbaar, normatief en samenbindend karakter. In een geseculariseerde wereld gebeurt dat ook met andere dingen zoals bv met de nationale feestdag in Frankrijk. Zo zou je een voetbalstadion ook wel een heiligdom kunnen noemen, waar clublied, kleding, elftal de sociale cohesie van de supporters bevordert. In die zin is religie een blijvertje.
Beoordeling
Durkheim wilde zelf dat sociologische verschijnselen als zodanig werden verklaard en niet gereduceerd tot wat anders. We zouden willen dat hij die regel ook voor het religieuze hanteerde. Helaas doet hij dat niet en verklaart hij de godsdienst als een maatschappelijk verschijnsel en komt het verschijnsel godsdienst op één lijn te staan met de nationale feestdag of voetbal. Bij alle gelijkenis is dit toch wel een groot verschil: in de godsdienst doen we ervaring op van wat transcendent is en vereren we het goddelijke. Zo hoog staan de nationale feestdag en het voetbal niet (tenzij het afgoden zijn geworden).

Yuval Noah Harari,
Richard Dawkins,
Daniël Dennett

en anderen volgen binnenkort

terug

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 1)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
aw = aangehaald werk
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham)
DL = Dordtse Leerregels
dwz = dat wil zeggen
eva = en vele anderen
FB = FaceBook
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek)
HSV = Herziene  Staten Vertaling
HTB = Het Boek
ID = Intelligent Design
itt = in tegenstelling tot
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
p = pagina of pagina's 
PKN = Protestantse Kerk Nederland
PM = Post Modernisme
Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84)
Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus
resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2)
vC =  voor Christus
vd = van de
vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3)

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme

 

 

×