Korpel en de Moor, De zwijgende God


De auteurs zijn specialisten op het gebied van het Oude Testament en de literatuur van het oude Nabije Oosten.

In dit werk onderzoeken ze het zwijgen van God, zoals we daarover in de Bijbel lezen. In het inleidende hoofdstuk maken ze duidelijk dat we dit zwijgen wel moeten onderscheiden van Gods zwijgen in de moderne literatuur, filosofie en theologie. Bij Sartre, Becket, Wiesel, Levinas, Bonhoeffer en anderen duidt het zwijgen van God vooral op zijn afwezigheid, zijn machteloosheid, zijn dood. Daarentegen is het zwijgen van God in de Bijbel een onderdeel van zijn spreken, een moment in de communicatie, niet nietszeggend, maar betekenisvol. De schrijvers komen op vijf betekenissen naast een zesde vorm van zwijgen dat onbegrijpelijk is. Het zwijgen en niet-antwoorden komt maar een enkele keer voor. Gods spreken is de normale gang van zaken. De auteurs tellen 1882 woorden in het OT die Gods spreken aanduiden, en maar 29 die Gods zwijgen aangeven (p 32).

Het volgende hoofdstuk leggen de auteurs uit, hoe ze dit onderwerp willen onderzoeken. Hun uitgangspunt is het metaforische karakter van religieuze taal. Gods spreken en zwijgen in de Bijbel kan alleen maar begrepen worden tegen de achtergrond van hoe de mensen in Bijbelse tijden spreken en zwijgen. Stiltes in het gesprek hoeven niet met woorden als zwijgen, niet-antwoorden enz aangeduid te worden. Dat kan ook met typografische elementen, bv lege stukken tussen woorden en regels. Het is aan de lezer te interpreteren wat die stilte betekent.

De auteurs noemen de volgende mogelijkheden:
        1. zwijgen vanwege overtredingen
        2. zwijgen vanwege ontzag of angst
        3. zwijgen vanwege geduld of wijsheid
        4. zwijgen vanwege onvermogen
        5. zwijgen vanwege slaap

Deze vormen van zwijgen doen zich voor in de communicatie van mensen onderling (Hoofdstuk 3). Maar zo kan ook een mens spreken tot en zwijgen voor zijn goden en God (Hoofdstuk 4) en omgekeerd kunnen goden en God spreken tot mensen (Hoofdstuk 5) en zich stil zwijgen hullen (Hoofdstuk 6). In het laatste geval komt er nog een betekenis van zwijgen bij: 
 
        6. onbegrijpelijk goddelijk zwijgen


In het laatste Hoofdstuk 7 verbinden de auteurs hun bevindingen met Hoofdstuk 1. Dat God in onze tijd lijkt te hebben afgedaan en mensen niet meer aanspreekt heeft oa met de waarom-vragen te maken (theodicee). Korpel en de Moor berusten daar niet in: ‘Als het nu zo is, dat van mensen gevraagd wordt het woord van God te spreken, dan kan de kwellende vraag waarom God zweeg tijdens afgrijselijke misdaden zoals genocide, maar bovenal de Shoah, teruggebracht worden tot de vraag waarom zó weinig gelovigen publiekelijk protest aantekenden tegen dit barbarisme….Zeggen dat God zwijgt, komt erop neer dat zijn boodschappers (engelen of mensen) niet in staat zijn te spreken in zijn naam. (p 276)


Hieronder de belangrijkste conclusies uit de hoofdstukken 3 – 6
(H 3) 'De uiteenlopende soorten van zwijgen tussen mensen die we onderzochten bleken overal voor te komen in Egypte, Mesopotamië en Israël'. (p 91)

(H 4) Er is eveneens weinig verschil in de manieren waarop mensen zich tot de goden of God wenden: hymnen, klaagliederen en gebeden. Een verschil: tov de omringende volken heeft Israël relatief veel klaagliederen. In deze communicatie kunnen stiltes vallen. Het zwijgen van mensen kan dan verschillende betekenissen hebben (de 5 hierboven). De eerste - zich stilhouden vanwege schuldbesef – troffen de auteurs wel aan in de Bijbel, maar niet in de literatuur van het oude nabije Oosten (p 101), maar dit zou aan de beschikbare bronnen kunnen liggen.

(H5) Het langste hoofdstuk (90 blzn) is gewijd aan het spreken van goden en God tot mensen. Dat spreken was altijd bemiddeld door andere mensen (205), religieuze specialisten zoals voorspellers, schrijvers, priesters en profeten. Die wisten het spreken van goden en God in de innerlijke stem, het onweer, engelen, geesten, dromen, tekenen (sterren, leverschouw, vlucht van de vogels) te duiden.

(H6) Dit hoofdstuk over het zwijgen van God is half zo lang als het vorige. Zwijgen van goden en God was nu eenmaal veel ongebruikelijker dan hun spreken. Opnieuw zijn er overeenkomsten tussen de goden van het oude Nabije Oosten en de God van Israël.

  • In de eerste plaats gaan de godsdiensten ervan uit dat voordat goden en God de wereld schiepen er stilte was. Zo in het pseudepigrafische 4 Ezra 6: 39  De verre God in stilte gehuld maakt de interpretatie mogelijk van zwijgen dat onbegrijpelijk is (6). Hij gaat nu eenmaal zijn eigen gang en is aan niemand verantwoording schuldig (Job 34: 29)
  • De goden en God kunnen zwijgen omdat de mensen het er naar gemaakt hebben met hun wangedrag, overtredingen en zonden (1). (Deut 1: 45)
  • De goden en God kunnen zwijgen uit geduld en mededogen met de mensen: ze houden zich in, voordat ze in woede losbarsten (3)  Jes 57: 11  Zef 3: 17  Soms is aan de lay-out te zien dat de lezer even moet stoppen met lezen om een beklemmende, angstaanjagende stilte te voelen zo de witregel tussen Num 11: 22 en 23, of de leestekens na de klachten van Elia in 1 Kon 19.
  • Er is ook een zwijgen van de goden en God dat onbegrijpelijk is. (6) Het is al moeilijk wanneer op gebeden geen antwoord komt. Maar veel moeilijker is het wanneer men het gevoel heeft dat de gebeden zelfs niet gehoord worden. Dat beleeft men in Israël en bij de omringende volken als zeer pijnlijk, alsof de bidder wordt afgewezen. In het OT is het koning Saul die God tevergeefs zoekt (1 Sam 14: 37, 1 Sam 28: 15) Aangrijpende psalmen in dit verband zijn Ps 13, Ps 35, Ps 72 of teksten als Ps 83: 2 , Ps 28: 1   Hab 1: 131

Maar nu zijn er ook opvallende verschillen:

  • De Oosterse goden zwijgen soms vanwege angst en ontzag (2) vanwege rivaliteit en strijd, ondergang en dood in het godenrijk. Dat is in de Bijbel ondenkbaar: er is immers maar één God. Ook de indrukwekkende Leviathan brengt God niet tot zwijgen  (Job 41)
  • De goden van de omringende volken zwijgen soms vanwege onvermogen (4), bv omdat ze moe zijn van hun scheppende werk. Het onvermogen van de goden wordt in de Bijbel vaak bespot (Jer 10, Jes 44). Daarentegen is God een machtige Helper en Bevrijder (bv de uittocht uit Egypte, de terugkeer uit de ballingschap). Slechts een enkele plaats spreekt van zijn machteloosheid, bv Jer 14: 8v. en Jes 63: 9a
  • De goden kunnen ook zwijgen omdat ze slapen (5).  Dat is ondenkbaar in Israël: de HEER sluimert noch slaapt (Ps 121). Er zijn wel teksten die zeggen dat Hij slaapt (Ps 35: 23, Ps 44: 24; Jes 51: 9) maar dit is uitdagende taal van de bidder. De context maakt duidelijk dat God klaarwakker is en de gebeden hoort. (p 234). Omwille van de symmetrie tussen God en mens, kan de Bijbel wel zeggen dat God rust op de zevende dag // de mens rust op de sabbat (Ex 20: 11) Maar dit rusten is geen slapen, maar stoppen met werken.

Een heel mooie, evenwichtige studie die laat zien hoe Israëls godsdienst en religieuze literatuur verbonden is met die van de omringende volken: er zijn overeenkomsten en verschillen. Dankzij kennis van die andere wereld zijn soms teksten uit het OT beter te begrijpen. Vele teksten blijken verrassend actueel in die zin dat ze nog steeds kunnen ontroeren.
Wat mij betreft had de studie ook en beter kunnen heten 'spreken en zwijgen van God' of 'communicatie van God'. Want feitelijk is dat de inhoud van het boek. Maar dat zijn titels die niet zo spannend en actueel klinken als 'De zwijgende God'.

------
1 Deze en andere teksten sluiten direct aan bij het levensgevoel van velen in de Westerse wereld, dat er geen God is

 

 

terug

Afkortingen


van de Bijbelboeken > Register (kolom 1)

adhv = aan de hand van
Afb = Afbeelding
aw = aangehaald werk
BGT = Bijbel in Gewone Taal
BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT)
bv = bij voorbeeld
CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk
cq = casu quo (bv ik doe kaas cq ham op mijn brood = ik doe kaas op mijn brood of anders ham)
DL = Dordtse Leerregels
dwz = dat wil zeggen
eva = en vele anderen
FB = FaceBook
GNB - Groot Nieuws Bijbel
GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland)
Gr = Grieks
HCat = Heidelbergse Catechismus
Hebr = Hebreeuws
HKB = Historich Kritische Benadering (of Bijbelonderzoek)
HSV = Herziene  Staten Vertaling
HTB = Het Boek
ID = Intelligent Design
itt = in tegenstelling tot
Lat = Latijn
LuV = Lutherse Vertaling
LV14 = Leidse Vertaling 1914
LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC)
M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1)
NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT)
NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004)
NBG = Nederlands Bijbel Genootschap
NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951)
NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004)
NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021)
nC = na Christus
NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis
NT = Nieuwe of tweede Testament
OT = Oude of eerste Testament
P = Paulus of de brieven van Paulus
p = pagina of pagina's 
PKN = Protestantse Kerk Nederland
PM = Post Modernisme
P = Preek (bv Ps 84P = Preek over Psalm 84)
Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus
resp = respectievelijk (bv A en B reden in resp een Golf en een Astra = A reed in een Golf, B in een Astra)
RKK = Rooms Katholieke Kerk
SV = Staten Vertaling
TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim
v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2)
vC =  voor Christus
vd = van de
vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3)

WV = Willibrord Vertaling
X = Chiasme (kruisstelling)
> = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2)
// = synoniem parallellisme
<> = tegenstelling, ook: antithetisch parallellisme

 

 

×