Mc 15: 29 - 32
Context
Na de bespotting door de soldaten en de kruisiging van Jezus gaan anderen verder met hem belachelijk te maken.
Mc 15: 29 - 32
De voorbijgangers keken hoofdschuddend toe en dreven de spot met Hem: ‘Ach, kijk nou toch eens! Jij die de tempel afbreekt en in drie dagen weer opbouwt, 30 red jezelf toch door van het kruis af te komen.’ 31 Ook de hogepriesters en de schriftgeleerden maakten onder elkaar zulke spottende opmerkingen: ‘Anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan Hij niet; 32 laat die messias, die koning van Israël, nu van het kruis afkomen. Als we dat zien, zullen we geloven!’ Ook de twee andere gekruisigden beschimpten Hem. (NBV21)
Allereerst de voorbijgangers. Zij pakken de eerdere (Mc 14: 58) valse beschuldiging op die tijdens het proces naar voren was gebracht over het afbreken en weer opbouwen van de tempel. Een onmogelijke grote taak voor een enkel mens, laat staan in drie dagen. Als Jezus echt wat bijzonders is, laat hij dan een veel kleiner werk doen. Bv zichzelf redden door van het kruis af te komen. Maar dat doet hij niet. Voor degenen die spotten (Gr blasfèmeoo) is het nu wel duidelijk: wat een mislukkeling. Ze schudden met hun hoofd.
Ze realiseren zich echter niet dat Jezus niet gekomen is om zichzelf te redden, maar om anderen, de spotters incluis, te redden.
Hun spot houdt voor Jezus ook een duivelse verzoeking in. Ze suggereren: kies toch voor jezelf, waarom zou je lijden? Kort na zijn doop had de duivel Jezus op die manier beproefd, maar niets bereikt (Mc 1: 12v; vgl Mat 4: 1 - 11, Luc 4: 1 - 13). Ook de spotters bereiken niets. Jezus gaat niet van het kruis. Niet omdat hij dat niet zou kunnen, maar omdat hij dan de redding niet tot stand zou brengen. Daarvoor is nodig dat iemand, Jezus, laat zien dat hij alles verdraagt1 inclusief de spot van soldaten en de godverlatenheid van het sterven (volgende gedeelte). Hij is de getrouwe, de ware mens die doet wat iedereen zou moeten doen, maar niet weet waar te maken. Hij kan het wel: in de kracht van Gods Geest. Zo blijft hij tot het bittere einde trouw aan zijn roeping: God lief te hebben en de mensen evenzeer. Door zijn dood en opstanding brengt hij aan het licht dat Gods liefde alles overwint.
De hogepriesters en schriftgeleerden vallen de voorbijgangers bij. Echter niet met een verwijzing naar het tempelwoord van Jezus, maar door de valse beschuldiging (Mc 15: 2) te herhalen en hem Messias en koning van Israël te noemen. In hun spotten (Gr empaizoo) zit hetzelfde venijn, dezelfde duivelse verzoeking: red jezelf, waaromm zou je lijden en sterven? Er zou geen sprake van evangelie zijn, als Jezus deed wat zij voorstellen.
Spottend zeggen ze ondertussen precies hoe het zit. Onwetend spreken ze de waarheid: inderdaad, anderen heeft Hij gered, maar zichzelf redden kan / wil Hij niet en juist zo is Hij de messias, de koning van Israël.
Maar zo'n zichzelf gevende Messias is in hun geloof onbestaanbaar. Zij willen machtsvertoon en wonderen zien - Jezus die zichzelf van het kruis bevrijdt - dan zullen ze wel geloven.
Als derde zijn het de twee anonieme mannen die tegelijk met Jezus gekruisigd worden, die hem beschimpen (Gr oneidizoo).
Het moet voor Jezus - die niets liever deed dan mensen terecht brengen - vreselijk zijn geweest om zo niet-begrepen te zijn, met zoveel vijandschap en geweld onthaald, met zoveel spot uitgelachen te worden. Moest hij zo eindigen: stik alleen? Van alle mensen verlaten? En van God? (> Mc 15: 33 - 41)
gespreksvragen
* Ben jezelf wel eens uitgelachen en bespot? Waarom gebeurde dat? Kon je er tegen of vond je het akelig? Waarom?
* Heb je wel eens iemand belachelijk gemaakt? Met zijn uiterlijk of zijn gedrag of zijn uitspraken? Hoe kijk je daar op terug?
* Probeer eens te beschrijven wat Jezus gevoeld zal hebben toen hij dit onderging?
----
1 Zoals het overleveren van Judas, het in slaap vallen van de discipelen, de loochening van Petrus, de valse beschuldigingen, de goddeloosheid van de religieuze leiders, de omslag van de mensen die eerst Jezus als de Messias onder Hosanna geroep binnen halen en later liever een moordenaar Barabbas vrij zien komen dan Jezus, het onrechtvaardige oordeel van Pilatus, de martelingen en spot van de soldaten.
Afkortingen
van de Bijbelboeken > Register (kolom 1) adhv = aan de hand van Afb = Afbeelding BGT = Bijbel in Gewone Taal BHS = Biblia Hebraica Stuttgartensie (Hebr. OT) bv = bij voorbeeld CGK = Christelijk Gereformeerde Kerk DL = Dordtse Leerregels dwz = dat wil zeggen eva = en vele anderen GNB - Groot Nieuws Bijbel GNT = Griekse Nieuwe Testament (Nestle-Aland) Gr = Grieks HCat = Heidelbergse Catechismus Hebr = Hebreeuws HSV = Herziene Staten Vertaling HTB = Het Boek ID = Intelligent Design itt = in tegenstelling tot Lat = Latijn LuV = Lutherse Vertaling LV14 = Leidse Vertaling 1914 LXX = Septuaginta (Grieks OT; 250 - 50 vC) M = Meditatie (bv Mc 1:1M = Meditatie over Mc 1: 1) NA = Nestle-Aland, 27-ste druk (Grieks NT) NB = Naardense Bijbel (P. Oussoren, 2004) NBG = Nederlands Bijbel Genootschap NBG51 = Bijbelvertaling van het NBG (1951) NBV = Nieuwe Bijbel Vertaling (2004) NBV21 = Nieuwe Bijbel Vertaling van het NBG (2021) nC = na Christus NGB = Nederlandse GeloofsBelijdenis NT = Nieuwe of tweede Testament OT = Oude of eerste Testament PKN = Protestantse Kerk Nederland PM = Post Modernisme Pr = Preek (bv Ps 84Pr = Preek over Psalm 84) Q = Quelle, bron van uitspraken van Jezus RKK = Rooms Katholieke Kerk SV = Staten Vertaling TeNaCh = Torah+Nebiïm+Chetoebim v = volgende vers (bv Ps 1: 1v = Ps 1: 1 - 2) vC = voor Christus vd = van de vv = volgende verzen (bv Ps 1: 1vv = Ps 1: 1 - 3) WV = Willibrord Vertaling X = Chiasme (kruisstelling) > = zie (bv > 2 betekent zie bij punt 2) // = synoniem parallellisme <> = antitthetisch parallellisme |